Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen (2024) [richtlijn]

A.1 Inleiding

Initiatief

Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM).

 

Financiering

De richtlijnontwikkeling is gefinancierd uit de middelen van het ‘Systeemadvies fysio- en oefentherapie – Een nieuwe balans tussen de toegang tot en de betaalbaarheid van goede zorg’ (Zorginstituut Nederland 2016).

Zorginstituut Nederland (ZiN) heeft in 2016 het ‘Systeemadvies fysio- en oefentherapie - Een nieuwe balans tussen de toegang tot en de betaalbaarheid van goede zorg’ uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om de aanspraken fysiotherapie en oefentherapie binnen de vergoedingenstructuur anders te gaan vastleggen (Zorginstituut Nederland 2016). Belangrijkste reden was dat de huidige aanspraken ertoe leiden dat patiënten/verzekerden uitwijken naar duurdere vormen van zorg die wel volledig worden vergoed. De minister heeft dit advies deels overgenomen en benadrukt dat met name moet worden geëxperimenteerd met aandoeningen waarbij de fysiotherapie en oefentherapie een grote kans op substitutie opleveren (dure zorg vervangen door goedkope zorg met vergelijkbare effectiviteit). In het kader van de uitvoering van het advies heeft ZiN prioriteiten bepaald, waarmee het onderwerp ‘hartrevalidatie’ voor een richtlijn is geprioriteerd. Wegens het Systeemadvies is de ontwikkeling van deze richtlijn mede gefinancierd door het ministerie van VWS. De richtlijn is ook gefinancierd door het KNGF en de VvOCM.

 

Aanleiding

Sinds de publicatie van de ‘KNGF-richtlijn Hartrevalidatie’ in 2011 zijn nieuwe (wetenschappelijke) inzichten verkregen met betrekking tot de diagnostiek en behandeling van patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen. Om patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen de juiste therapeutische interventie(s) voor de juiste behandeldoelen te kunnen bieden – op de juiste plek binnen de gezondheidszorg – en om praktijkvariatie te verminderen, was herziening nodig van de bestaande richtlijn voor fysiotherapie bij patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen. Deze herziening maakt onderdeel uit van de afspraken uit het ‘Systeemadvies fysio- en oefentherapie - Een nieuwe balans tussen de toegang tot en de betaalbaarheid van goede zorg’ (Zorginstituut Nederland 2016). De nauwe samenhang tussen fysiotherapie en oefentherapie was aanleiding voor het KNGF en de VvOCM om de KNGF-richtlijn uit 2011 gezamenlijk te herzien.

 

Doel van de richtlijn

Deze richtlijn heeft als doel een leidraad te zijn voor de dagelijkse praktijk van fysio- en oefentherapeutische diagnostiek en behandeling van patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen. De richtlijn beoogt de meest effectieve behandelingen en begeleiding van patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen te beschrijven. Op basis van een systematische evaluatie van wetenschappelijk onderzoek en weging van patiëntvoorkeuren en professionele expertise, ondersteunt de ‘KNGF-richtlijn Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen’ therapeuten en patiënten in de klinische besluitvorming en biedt de richtlijn ook transparantie naar andere zorgverleners en betrokken partijen.

 

Doelgroep

 

Patiëntengroep

Deze richtlijn beschrijft de behandeling van volwassen patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen met een absolute of relatieve indicatie voor hartrevalidatie. Er kunnen ook patiënten naar hartrevalidatie verwezen worden met een andere indicatie, maar deze indicaties vallen buiten de scope van deze richtlijn. De absolute en relatieve indicaties voor hartrevalidatie worden beschreven in B.7 ‘Indicatiestelling’.

 

Beoogde gebruikers van de richtlijn

Deze richtlijn is primair gericht op fysio- en oefentherapeuten die de hiervoor gedefinieerde patiëntengroep behandelen en begeleiden, ongeacht de setting (eerstelijnspraktijk, een ziekenhuis of een revalidatie-instelling; in een mono- of multidisciplinaire setting).
Deze beroepsgroepen worden beschreven in het ‘Beroepsprofiel Fysiotherapeut ’ en het ‘Beroepsprofiel Oefentherapeut ’ (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie 2021; Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck 2019).

 

Overige gebruikers van de richtlijn

De richtlijn is ook relevant voor andere zorgverleners die betrokken zijn bij de begeleiding en behandeling van patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen, zoals huisartsen, cardiologen, sportartsen, bedrijfsartsen, revalidatieartsen, psychologen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, diëtisten en ergotherapeuten. Daarnaast is de richtlijn relevant voor patiënten, beleidsmakers en andere organisaties die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen. De richtlijn geeft een duidelijk beeld van wat men op het gebied van hartrevalidatie kan verwachten van fysio- en oefentherapeuten.

 

Afbakening

De richtlijn is gericht op het beroepsspecifieke diagnostisch en therapeutisch proces van de fysio- en oefentherapeut bij met coronairlijden of chronisch hartfalen.

Deze patiëntengroepen zijn geprioriteerd tijdens de knelpuntenanalyse, zie ‘Auteurs | Ontwikkeling’. De onderwerpen die niet geprioriteerd zijn in de knelpuntenanalyse, zijn te vinden in bijlage A.1.2 ‘Knelpunten’, zie de ‘Bijlagen bij de Praktijkrichtlijn’.

De richtlijn beschrijft het gehele zorgproces (alle fasen van hartrevalidatie) van patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen, echter, de aanbevelingen die antwoord geven op de geprioriteerde uitgangsvragen zijn gericht op fase II van de hartrevalidatie.

De richtlijn is van toepassing op alle verschillende settingen waar hartrevalidatie wordt aangeboden, echter, de setting waarop de aanbevelingen van toepassing zijn, verschilt per module.

De specifieke uitgangsvragen die in deze richtlijnen zijn beantwoord, zijn per module weergegeven.

 

Methodiek

 

KNGF-richtlijnenmethodiek

De ontwikkeling van deze richtlijn heeft plaatsgevonden conform de ‘KNGF Richtlijnenmethodiek 2022’ (Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie 2022). De wijze waarop deze methodiek toegepast is en de wijze waarop belanghebbenden betrokken zijn bij de ontwikkeling, zijn beschreven in ‘Auteurs| Ontwikkeling’.

 

Aansluiting met de NVVC-richtlijn

Deze richtlijn sluit aan bij de ‘Multidisciplinaire Richtlijn Hartrevalidatie 2011’ van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) (Revalidatiecommissie NVVC/NHS en projectgroep PAAHR). Op dit moment wordt deze richtlijn herzien in opdracht van de NVVC. Gedurende het gehele richtlijntraject heeft er afstemming tussen beide partijen plaatsgevonden, met als doel de richtlijnen complementair te laten zijn.

 

Status van de richtlijn

Aanbevelingen in een richtlijn zijn geen wetten of dwingende voorschriften. In principe wordt een therapeut geacht zich aan de aanbevelingen te houden, maar beargumenteerd afwijken is legitiem of zelfs noodzakelijk indien afwijken past bij de situatie en wensen van een individuele patiënt (Zorginstituut Nederland 2021).

 

Leeswijzer en opbouw van de richtlijn

Deze richtlijn bestaat uit drie delen. De algemene informatie in deel A omvat de algemene inleiding, achtergrondinformatie over hartrevalidatie en informatie over de wijze waarop de zorg is georganiseerd. In deel B wordt ingegaan op het diagnostisch proces en de indicatiestelling en ook op de bevorderende en belemmerende factoren die betrekking hebben op het volhouden en voltooien van hartrevalidatie. Deel C betreft het therapeutisch proces, waarin wordt ingegaan op diverse vormen van persoonsgerichte zorg en de start- en stopcriteria van de behandeling.

De verschillende onderwerpen binnen een deel komen aan bod in afzonderlijke op zichzelf staande modules. In elke module is de informatie vervolgens verdeeld over drie verdiepende lagen, waarbij met elke laag het desbetreffende onderwerp verder wordt uitgediept: 

  • De praktische handvatten, de aanbevelingen, zijn opgenomen in de Praktijkrichtlijn (de eerste laag).
  • De informatie over het onderwerp dat aan de orde is, en de afwegingen die zijn gemaakt ten aanzien van de belangrijkste argumenten die leiden tot de aanbeveling dan wel een omschrijving, staan in de Onderbouwing (de tweede laag).
  • De details over de wijze waarop deze informatie is vergaard (onder andere zoekstrategie, samenvatting van resultaten, beoordeling van bewijskracht en beschrijving van overwegingen), het proces waarlangs deze afweging tot stand is gekomen en de referenties van de gebruikte (wetenschappelijke) literatuur, staan in de Verantwoording (de derde laag). 

Waar ‘hij’ geschreven staat, kan ook ‘zij’ gelezen worden. Waar ‘therapeut’ geschreven staat, kan ‘fysiotherapeut’ of ‘oefentherapeut’ gelezen worden. Waar ‘therapie’ geschreven staat, kan ‘fysiotherapie’ of ‘oefentherapie’ gelezen worden. Waar ‘patiënt’ staat, kan ook ‘cliënt’ gelezen worden.

In bijlage A.1.1, zie de ‘Bijlagen bij de Praktijkrichtlijn’ zijn de belangrijkste definities, begrippen en afkortingen beschreven die in deze richtlijn aan de orde komen.

    • Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie, Mutsaers JHAM, Ruitenbeek TH, Schmitt MA, Veenhof C, Driehuis F. KNGF Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Over het vakgebied en rollen en competenties van de fysiotherapeut. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF); 2021. Beschikbaar via https://www.kngf.nl/article/vak-en-kwaliteit/beroepscode/beroepsprofiel-fysiotherapeut
    • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, Vreeken H, van Doormaal MCM, Conijn D, Meerhoff G, Swart N. KNGF-richtlijnenmethodiek: ontwikkeling en implementatie van KNGF-richtlijnen, versie 3. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF); 2022. Beschikbaar via https://www.kngf.nl/kennisplatform/richtlijnen
    • Revalidatiecommissie NVVC/NHS en projectgroep PAAHR. Multidisciplinaire Richtlijn Hartrevalidatie 2011. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, 2011. Beschikbaar via https://www.nvvc.nl/Kwaliteit/richtlijnen
    • Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, Post MHT, Buis G. Beroepsprofiel Oefentherapeut. Utrecht: Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM); 2019. Beschikbaar via https://vvocm.nl/Kwaliteit/Richtlijnen-en-protocollen
    • Zorginstituut Nederland. AQUA-Leidraad. Ten behoeve van de ontwikkeling van een richtlijn, module, zorgstandaard of organisatiebeschrijving, die betrekking heeft op (een deel van) een zorgproces en vastlegt wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de cliënt goede zorg te verlenen. Zorginstituut Nederland; 2021. Beschikbaar via https://www.zorginzicht.nl/ontwikkeltools/ontwikkelen/aqua-leidraad
    • Zorginstituut Nederland. Systeemadvies fysiotherapie en oefentherapie - Een nieuwe balans tussen de toegang tot en de betaalbaarheid van goede zorg. Utrecht: Zorginstituut Nederland; 2016.