Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen (2024) [richtlijn]

A.2.1 Epidemiologie en pathofysiologie

Coronairlijden

Coronaire hartziekten, of ischemische hartziekten, zijn ziekten van het hart die het gevolg zijn van verkalking (atherosclerose) of afwijkingen in de kransslagaders (coronairarteriën). Coronairlijden is een chronische ziekte en wordt ook wel het chronisch coronair syndroom (CCS) genoemd. Het CCS kent meerdere vormen. De acute vorm wordt acuut coronair syndroom (ACS) genoemd. Meestal is deze het gevolg van een instabiele atherosclerotische plaque. Het ACS kun je weer onderverdelen in het acuut myocardinfarct (AMI; met of zonder ST-elevatie) en instabiele angina pectoris (IAP). Het onderscheid hiertussen is het al dan niet optreden van myocardschade, met als meeteenheid het vrijkomend troponine (een hartspiermarker) in het bloed. De meer stabiele vorm van het CCS is stabiele angina pectoris. Hierbij hebben patiënten, zoals de naam al zegt, stabiele klachten van pijn op de borst.

 

Chronisch hartfalen

Met hartfalen wordt meestal chronisch hartfalen bedoeld. We spreken van acuut hartfalen als de klachten en verschijnselen binnen enkele uren tot dagen ontstaan. Hartfalen is een klinisch syndroom dat ontstaat door structurele of functionele afwijkingen van het hart waarbij de pompfunctie is verminderd of wanneer de pompfunctie alleen met verhoogde intracardiale druk kan worden gehandhaafd.

Klachten van chronisch hartfalen zijn onder andere kortademigheid, verminderde inspanningstolerantie en moeheid.

De diagnostische classificatie van hartfalen volgens internationale richtlijnen is gebaseerd op de linkerventrikelejectiefractie (LVEF), gedefinieerd als het percentage van de linkerventrikelinhoud dat de linker ventrikel in een slag uitpompt), veelal bepaald met echocardiografie.

  • HFpEF: hartfalen met behouden ejectiefractie (‘preserved’) LVEF (≥ 50%)
  • HFmrEF: hartfalen met licht verminderde ejectiefractie (m) LVEF (40-49%)
  • HFrEF: hartfalen met verminderde ejectiefractie(‘reduced’) LVEF (< 40%)

Om de ernst van hartfalen te beschrijven, wordt vaak de classificatie van de New York Heart Association (NYHA) gebruikt. Deze classificatie is gebaseerd op beperkingen in fysieke activiteit. 

 

 

In Nederland neemt het aantal gevallen van coronairlijden (coronaire hartziekten) gestaag toe, evenals het aantal ziekenhuisopnamen (57.000 in 2020). De progressie staat sterk onder invloed van cardiovasculaire risicofactoren, zoals roken, hypertensie, hypercholesterolemie, inactiviteit, stress en obesitas, die jaarlijks in intensiteit toenemen. Net als een toename van het aantal mensen met deze risicofactoren neemt sinds 1980 ook de incidentie van coronaire hartziekten toe. Door verbeterde behandelmogelijkheden daalt het aantal sterfgevallen ten gevolge van coronaire hartziekten sinds 1980 gestaag: in 2020 waren dat er nog 8000. De daling van het aantal sterfgevallen betekent echter wel dat er steeds meer mensen in Nederland zijn met een uiting van CCS. In Nederland waren er in 2021 naar schatting 786.600 mensen met een coronaire hartziekte. De zorguitgaven vanwege coronairlijden worden geschat op 1,4 miljard euro (cijfers 2019).

In Nederland waren er in 2021 naar schatting 241.300 mensen met hartfalen. In de meeste leeftijdsklassen hebben relatief meer mannen dan vrouwen hartfalen. Toch zijn er veel meer vrouwen dan mannen met hartfalen (in 2021 resp. 125.000 en 116.300), omdat in de oudere leeftijdsgroepen het aantal vrouwen het aantal mannen sterk overstijgt. In 2020 vond 28.000 keer een ziekenhuisopname plaats vanwege hartfalen. Hartfalen staat niet in de top tien voor ziektes die verantwoordelijk zijn voor de grootste ziektelast. De zorguitgaven in Nederland worden geschat op 527,4 miljoen euro (cijfers 2019) (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).

Voor actuele informatie over de prevalentie, incidentie, ziektelast en zorguitgaven van coronairlijden en chronisch hartfalen, zie de informatie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). 

 

Coronairlijden

Het acuut coronair syndroom (ACS) kan een uiteenlopende combinatie van klachten en verschijnselen veroorzaken:

  • Het meest kenmerkende symptoom van een ACS is druk op de borst (bij 75% van de patiënten), zowel bij mannen als vrouwen. Dit gevoel ontstaat acuut en verdwijnt niet in rust of binnen 5 minuten na toediening van een nitraat onder de tong. De druk kan gepaard gaan met een gevoel van dreigend onheil/het ‘gevoel dat het serieus is’.
  • Andere veelvoorkomende symptomen (30-50%) zijn kortademigheid/gevoel niet goed door te kunnen ademen, zweten, misselijkheid of braken, vermoeidheid en bleek of grauw zien en uitstraling van de pijn naar de linkerschouder of -arm.
  • De volgende symptomen komen minder vaak (< 30%) voor: pijn tussen de schouderbladen, duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd, pijn in de nek, hartkloppingen, pijn in de rechterschouder of -arm, kaakpijn of dyspepsie. Het minst voorkomend zijn pijn in het middelste gedeelte van de buik of flauwvallen (beide bij 10% van de patiënten).
  • Soms staat de pijn minder op de voorgrond dan de andere klachten, zoals plotseling optredende dyspneu, al dan niet in combinatie met vegetatieve verschijnselen, moeheid, duizeligheid, een algeheel gevoel van zwakte of onrust. Deze minder specifieke presentatie wordt vaker gezien op oudere leeftijd (> 65 jaar).

(Nederlands Huisartsen Genootschap 2022)

Bij vrouwen doen zich vaak minder duidelijke en andere signalen voor dan bij mannen, zoals slaapproblemen, extreme vermoeidheid, kortademigheid, duizeligheid en een vervelend gevoel in de maag. Maar ook pijn tussen de schouderbladen, armen of kaak kunnen voortekenen van een hartaanval zijn bij een vrouw (Hartstichting).

 

Chronisch hartfalen

Het hart kan worden beschouwd als een zuigpomp. Bij hartfalen pompt het hart onvoldoende bloed rond om aan de behoefte van het lichaam te voorzien. Bij HFrEF en HFmrEF is de pompkracht van de linker ventrikel onvoldoende, waardoor de ejectiefractie is verlaagd (systolische disfunctie). Bij HFpEF is de ejectiefractie niet afgenomen, maar is de vulling van de linker ventrikel vertraagd en verminderd door toegenomen stijfheid van het hartspierweefsel; met als gevolg onvoldoende slagvolume bij inspanning of hoge hartfrequentie (diastolische disfunctie). Hartfalen is een chronische, progressieve ziekte. Patiënten kunnen een tijd stabiel blijven onder adequate therapie, maar op termijn nemen de beschadiging en disfunctie van de hartspier toe (Nederlands Huisartsen Genootschap 2021).

Hartfalen leidt tot aspecifieke klachten (kortademigheid, verminderd inspanningsvermogen, moeheid) die het dagelijks functioneren beperken en die in de loop van de tijd toenemen. De meer specifieke tekenen van hartfalen bij lichamelijk onderzoek komen meestal voort uit overvulling (Nederlands Huisartsen Genootschap 2021):

  • longen: crepitaties, demping bij percussie en verminderd ademgeruis basaal, soms rhonchi en piepen;
  • verhoogde centraalveneuze druk (uitgezette halsvenen);
  • oedeem van enkels en/of sacrum;
  • toegenomen buikomvang (vergrote lever, ascites).

De klachten nemen toe bij exacerbaties van hartfalen. Soms zijn er ook nachtelijke klachten:

  • kortademigheid bij plat liggen, meerdere kussens nodig bij het slapen (orthopneu);
  • nycturie.

Om de ernst van hartfalen te beschrijven, wordt vaak de classificatie van de New York Heart Association (NYHA) gebruikt (McDonagh 2021).

 

 

Zie de module 'Achtergrond' voor de verantwoording van deze module.