Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen (2024) [richtlijn]
A.2.2 Cardiovasculaire risicofactoren
Cardiovasculaire risicofactoren zijn: roken, hoge bloeddruk, erfelijkheid en een hoog cholesterolgehalte. Ook leeftijd, overgewicht, weinig bewegen, alcohol, diabetes en langdurige stress zorgen voor een groter risico op een hart- of vaatziekte.
In Nederland hebben huisartsen een belangrijke rol bij het opsporen van personen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en bij het bepalen of deze in aanmerking komen voor interventies.
De belangrijkste aanbevelingen op het gebied van cardiovasculair risicomanagement (CVRM) zijn beschreven in de ‘FMS-richtlijn Cardiovasculair risicomanagement’. In deze richtlijn zijn de belangrijkste risicofactoren voor coronairlijden en chronisch hartfalen genoemd, alsmede hoe deze in kaart worden gebracht en welke interventies (o.a. leefstijladviezen) er van toepassing zijn (Federatie Medisch Specialisten 2019).
Zie de module 'Achtergrond' voor de verantwoording van deze module.
Algemene informatie
Diagnostisch proces
- B.1 Persoonsgerichte zorg
- B.1.1 Persoonsgerichte zorg (submodule)
- B.1.2 Samen beslissen
- B.2 Belemmerende en bevorderende factoren
- B.3 SES
- B.4 Anamnese
- B.5 Lichamelijk onderzoek en behandelplan
- B.6 Meetinstrumenten
- B.7 Indicatiestelling
Therapeutisch proces
- C.1 Hartrevalidatieprogramma
- C.2 Volhouden en voltooien
- C.3 Gedragsverandering
- C.4 Het beweegprogramma
- C.5 FITT-factoren bij chronisch hartfalen
- FITT-factoren bij chronisch hartfalen deelvraag 1
- FITT-factoren bij chronisch hartfalen deelvraag 2
- FITT-factoren bij chronisch hartfalen deelvraag 3
- C.6 Telerevalidatie
- C.7 Evaluatie