Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen (2024) [richtlijn]

B.1.2 Samen beslissen

Aanbevelingen

Overweeg het model ‘Samen Beslissen’ en het model ‘3 goede vragen’ in te zetten.
Het eerste model is geschreven vanuit zorgverlenersperspectief en het tweede vanuit patiëntenperspectief.

 

Het model ‘Samen beslissen’

In dit model betrekt de therapeut de patiënt actief bij de besluitvorming rond diagnostiek, behandeling, begeleiding en nazorg en kiest samen met de patiënt de best passende behandeling. Daarbij doorloopt de therapeut de volgende stappen:

Stap 1: Keuze
Aangeven dat de patiënt meer dan één optie heeft en dat hij daar een stem in heeft.

Stap 2: Opties
Bespreken van de verschillende opties met de patiënt, met aandacht voor:

  • voor- en nadelen en risico’s van de opties;
  • verwachte uitkomsten van de opties;
  • de mogelijke invloed van de opties op de persoonlijke situatie van de patiënt.

Stap 3: Voorkeur
Bespreken van de voorkeuren, behoeften en omstandigheden van de patiënt, waarbij de therapeut de patiënt ondersteunt in het proces. Samen wordt er gekeken welke behandeling het beste past. 

Stap 4: Besluit
Het bespreken van het maken van een besluit. Het samen komen tot een beslissing over het te volgen beleid.

Succesvolle toepassing van ‘Samen beslissen’ vraagt van de therapeut de volgende competenties:

  • bewustwording bij de therapeut;
  • tijd voor het nemen van de beslissing.

De therapeut:

  • onderkent dat ‘samen beslissen’ leidt tot hogere kwaliteit van zorg;
  • begeleidt het proces van ‘samen beslissen’;
  • beschikt over gesprekstechnieken en vaardigheden om het proces van ‘samen beslissen’ te faciliteren; 
  • houdt rekening met de context van de patiënt;
  • ondersteunt de patiënt en moedigt de patiënt actief aan om te participeren in het proces van ‘samen beslissen’ (‘empowerment’);
  • draagt zorg voor begrijpelijke kennisoverdracht en informatie-uitwisseling, en maakt gebruik van tools die ‘samen beslissen’ ondersteunen;
  • is een betrouwbare en professionele gesprekspartner;
  • onderkent het belang van samenwerking en communicatie met andere zorgprofessionals en (sociale) factoren uit het netwerk van de patiënt en weet wanneer deze te betrekken. 

 

Model ‘3 goede vragen’

Hierbij ondersteunt de therapeut de patiënt bij het overwegen van de volgende vragen:
Vraag 1 Wat zijn mijn mogelijkheden?
Vraag 2 Wat zijn de voordelen en nadelen van die mogelijkheden?
Vraag 3 Wat betekent dat in mijn situatie?

Ter ondersteuning kan de therapeut het volgende aanreiken aan de patiënt:

  • “Geef aan als u iets niet helemaal begrijpt.”
  • “Geef aan als u ergens over twijfelt.”
  • “Neem uw vragen de volgende keer mee op papier en schrijf de antwoorden gerust op. U kunt dan thuis de antwoorden nog even rustig nalezen.”
  • “Nu we ons gesprek afsluiten, wilt u ons gesprek eens in uw eigen woorden samenvatten? Zo kunnen we samen nagaan of u alles begrepen heeft.”

De cardioloog is eindverantwoordelijk voor de hartrevalidatie, maar kan er voor kiezen om bepaalde taken over te dragen aan de hartrevalidatiecoördinator.

‘Samen beslissen’ (Stiggelbout 2015) gaat uit van de gedachte dat patiënten en therapeuten verschillende, maar even belangrijke expertise in te brengen hebben bij het nemen van medische beslissingen. Samen beslissen gebeurt in één of meer gesprekken. Daarin bespreken patiënt en therapeut alle mogelijkheden en wat deze betekenen voor iemands leven. Samen beslissen betekent voor de therapeut dat hij beter kan inspelen op de behoeften en voorkeuren van de patiënt. Voor de patiënt betekent samen beslissen dat hij kan kiezen voor wat het beste aansluit bij de eigen situatie en persoonlijke voorkeuren. Het model ‘Samen beslissen’ is opgenomen in de richtlijnen van de Federatie Medisch Specialisten (2019) en Patiëntenfederatie Nederland (2021). 

‘Shared decision making’ en ‘gedeelde of gezamenlijke besluitvorming’ zijn allemaal termen die staan voor het samen beslissen. Doordat bij samen beslissen zowel patiënt als therapeut actor zijn, ontstaat tweerichtingsverkeer. Dit is tegengesteld aan paternalistische of geïnformeerde besluitvorming, waarbij de patiënt alleen wordt geïnformeerd. Ook de betekenis van samen beslissen is multi-interpretabel en zal gedurende de tijd veranderen (Ouwens 2012).

In deze richtlijn 'Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen' wordt samen beslissen als volgt omschreven: 
Bij het samen beslissen worden patiënten actief betrokken bij de besluitvorming rond hun diagnostiek, behandeling, begeleiding en nazorg om samen de best passende behandeling te kiezen. Hiervoor is het belangrijk dat de patiënten goed geïnformeerd worden door de therapeut. 
Samen beslissen gaat uit van de gedachte dat patiënten en therapeuten verschillende, maar even belangrijke expertise in te brengen hebben bij het maken van medische beslissingen. Samen beslissen gebeurt in één of meer gesprekken. Daarin bespreken patiënten en therapeuten samen alle mogelijkheden en wat deze betekenen voor iemands leven. Samen beslissen betekent voor therapeuten dat ze beter kunnen inspelen op de behoeften en voorkeuren van de patiënt. Voor de patiënt betekent samen beslissen dat er een keuze wordt gemaakt die het beste aansluit bij de eigen situatie en diens persoonlijke voorkeuren (Federatie Medisch Specialisten 2019; Patiëntenfederatie Nederland 2021).

Samen beslissen kan er voor zorgen dat patiënten beter geïnformeerd zijn, tevredener zijn over het besluit, dat hun therapietrouw groter is, dat ze minder keuzestress ervaren en dat zij andere keuzes maken. Voor de zorgverleners geeft het samen beslissen meer arbeidsvreugde (Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties 2018). Zorgverleners hebben de indruk dat zij al veel (46%) met de patiënt samen beslissen. Toch geeft slechts 37% van de patiënten in een onderzoek van Kantar (2020) aan dat ze samen met hun zorgverlener beslissingen nemen. Ook geeft 11 tot 15% van de patiënten aan dat ze het moeilijk vinden om actief mee te doen met het gesprek met de therapeut en geeft 30% aan dat zij de gesprekken met de therapeut niet voorbereiden. Er is dus een mismatch tussen de ervaren mate van samen beslissen tussen patiënten en zorgverleners (Kantar 2020). 

Er zijn diverse modellen die het uitvoeren van samen beslissen ondersteunen. In de Nederlandse gezondheidszorg worden vooral de modellen van Elwyn (2012) en Stiggelbout (2015) en de ‘3 goede vragen’ gebruikt (Patiëntenfederatie Nederland 2021). Het model van Stiggelbout (2015) is geschreven vanuit zorgverlenersperspectief en is gebaseerd op dat van Elwyn (2015). Het model van de ‘3 goede vragen’ is geschreven vanuit patiëntenperspectief.

Er zijn diverse andere hulpmiddelen die het uitvoeren van samen beslissen kunnen ondersteunen. Zo zijn er keuzeondersteunende hulpmiddelen (keuzehulp) en is er patiënteninformatie beschikbaar. Ook kunnen de patiënt en therapeut de gemaakte afspraken (over terugkoppeling en controle) vastleggen, bij voorkeur in een individueel zorgplan. Het is echter van belang dat deze hulpmiddelen als ondersteuning worden ingezet en niet het goede gesprek tussen patiënt en therapeut vervangen (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie ; Patiëntenfederatie Nederland). 

Er is geen verantwoording bij deze module.

    • Conijn D, de Lind van Wijngaarden RAF, Vermeulen HM, Vliet Vlieland TPM, Meesters JJL. Referral to and enrolment in cardiac rehabilitation after open-heart surgery in the Netherlands. Neth Heart J. 2022;30(4):227-36.
    • Dekker J, de Rooij M, van der Leeden M. Exercise and comorbidity: the i3-S strategy for developing comorbidity-related adaptations to exercise therapy. Disabil Rehabil. 2016;38(9):905-9.
    • Elwyn G, Frosch D, Thomson R, Joseph-Williams N, Lloyd A, Kinnersley P, Cording E, Tomson D, Dodd C, Rollnick S, Edwards A, Barry M. Shared decision making: a model for clinical practice. J Gen Intern Med. 2012;27(10):1361-7.
    • Engel GL. The need for a new medical model: a challenge for biomedicine. Science. 1977;196(4286):129-36.
    • Federatie Medisch Specialisten. Visiedocument: Samen beslissen. Utrecht: Federatie Medisch Specialisten (FMS); 2019. Beschikbaar via https://demedischspecialist.nl/
    • Gevaert AB, Adams V, Bahls M, Bowen TS, Cornelissen V, Dörr M, Hansen D, Kemps HM, Leeson P, Van Craenenbroeck EM, Kränkel N. Towards a personalised approach in exercise-based cardiovascular rehabilitation: How can translational research help? A ‘call to action’ from the section on secondary prevention and cardiac rehabilitation of the European Association of Preventive Cardiology. Eur J Prev Cardiol. 2020;27(13):1369-85.
    • Kantar. Samen beslissen. Doelgroepenonderzoek onder zorgverleners en zorggebruikers. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); 2020. Beschikbaar via https://open.overheid.nl/
    • Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie. De Fysiotherapeut. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF). Beschikbaar via https://defysiotherapeut.com/
    • Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie, Mutsaers JHAM, Ruitenbeek TH, Schmitt MA, Veenhof C, Driehuis F. KNGF Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Over het vakgebied en rollen en competenties van de fysiotherapeut. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF); 2021. Beschikbaar via https://www.kngf.nl/article/vak-en-kwaliteit/beroepscode/beroepsprofiel-fysiotherapeut
    • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, Mutubuki EN, van Doormaal MCM, Conijn D, Toonders S, Ostelo RWJG. KNGF-richtlijn Zelfmanagement. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM); 2022. Beschikbaar via https://www.kngf.nl/kennisplatform/richtlijnen/zelfmanagement
    • McDonagh TA, Metra M, Adamo M, Gardner RS, Baumbach A, Böhm M, Burri H, Butler J, Čelutkienė J, Chioncel O, Cleland JGF, Coats AJS, Crespo-Leiro MG, Farmakis D, Gilard M, Heymans S, Hoes AW, Jaarsma T, Jankowska EA, Lainscak M, Lam CSP, Lyon AR, McMurray JJV, Mebazaa A, Mindham R, Muneretto C, Francesco Piepoli M, Price S, Rosano GMC, Ruschitzka F, Kathrine Skibelund A. 2021 ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure. Eur Heart J. 2021;42(36):3599-726.
    • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bestuurlijk akkoord medisch-specialistische zorg 2019 t/m 2022. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); 2018.Beschikbaar via https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2018Z10368&did=2018D31922
    • Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Bestuurlijke afspraken paramedische zorg 2019-2022. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); 2019. Beschikbaar via https://www.zonmw.nl/nl/onderzoek-resultaten/kwaliteit-van-zorg/programmas/programma-detail/paramedische-zorg-2019-2022/
    • Nederlands Huisartsen Genootschap, Auwerda A, Bouma M, Bruins Slot M, Cohen M, Damman P, de Roy van Zuiijderwijn F, Greving J, Rutten F, van Casteren B, Wichers I, Willemsen R, Woudstra P. NHG-standaard acuut coronair syndroom (M80). Utrecht: Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG); 2022. Beschikbaar via https://richtlijnen.nhg.org/
    • Nederlands Huisartsen Genootschap, de Boer R, Dieleman-Bij de Vaate A, Isfordink L, Lambermon H, Oud M, Rutten F, Schaafstra A, Strijbis A, Valk M, van de Pol A, van den Donk M, Wiersma T. NHG-standaard Hartfalen (M51). Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Cluster Richtlijnontwikkeling en Wetenschap; 2021. Beschikbaar via https://richtlijnen.nhg.org/
    • Nederlandse Federatie van Kanker patiënten organisaties. Samen beslissen. Een handreiking voor patiëntbelangenbehartigers. Nederlandse Federatie van Kanker patiënten organisaties; 2018. Beschikbaar via https://nfk.nl/
    • Nederlandse Huisartsen Genootschap. Dossier persoonsgerichte zorg. Utrecht: Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG); 2021. Beschikbaar via https://www.nhg.org/actueel/dossiers/dossier-persoonsgerichte-zorg-0
    • Ouwens M, van der Burg S, Faber M, van der Weijden T. Shared decision making & zelfmanagement. Literatuuronderzoek naar begripsbepaling. Nijmegen: Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare); 2012. Beschikbaar via https://www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2013/06/20/achtergrondstudie-shared-decisionmaking-en-zelfmanagement
    • Patiëntenfederatie Nederland. Samen beslissen met behulp van Consultkaarten. Patiëntenfederatie Nederland (PFN). Beschikbaar via https://consultkaart.nl/
    • Patiëntenfederatie Nederland. Samen beslissen. Patiëntenfederatie Nederland (PFN); 2021. Beschikbaar via https://begineengoedgesprek.nl/
    • Stiggelbout AM, Pieterse AH, De Haes JC. Shared decision making: Concepts, evidence, and practice. Patient Educ Couns. 2015;98(10):1172-9.
    • Sunamura M, ter Hoeve N, Geleijnse ML, Steenaard RV, van den Berg-Emons HJG, Boersma H, van Domburg RT. Cardiac rehabilitation in patients who underwent primary percutaneous coronary intervention for acute myocardial infarction: determinants of programme participation and completion. Neth Heart J. 2017;25(11):618-28.
    • Taskforce Zorg op de juiste plek. De juiste zorgt op de juiste plek. Wie durft? Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Taskforce Zorg op de juiste plek; 2018. Beschikbaar via https://www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl/over-ons/
    • van Engen-Verheul M, de Vries H, Kemps H, Kraaijenhagen R, de Keizer N, Peek N. Cardiac rehabilitation uptake and its determinants in the Netherlands. Eur J Prev Cardiol. 2013;20(2):349-56.
    • Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, Post MHT, Buis G. Beroepsprofiel Oefentherapeut. Utrecht: Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM); Utrecht/Amersfoort: 2019. Beschikbaar via https://vvocm.nl/Kwaliteit/Richtlijnen-en-protocollen.
    • Vonk T, Nuijten MAH, Maessen MFH, Meindersma EP, Koornstra-Wortel HJJ, Waskowsky MM, Snoek JA, Eijsvogels TMH, Hopman MTE. Identifying reasons for nonattendance and noncompletion of cardiac rehabilitation: insights from Germany and the Netherlands. J Cardiopulm Rehabil Prev. 2021;41(3):153-8.