Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen (2024) [richtlijn]

B.1.1 Persoonsgerichte zorg

Aanbevelingen

Zet persoonsgerichte zorg in binnen het beweegprogramma van fase II-hartrevalidatie bij patiënten met coronairlijden of chronisch hartfalen om het opstarten, voltooien en volhouden te bevorderen. 

Neem hierbij het volgende in overweging:

  • Indicatiestelling (inclusief een intakegesprek, de screening, het vaststellen van doelen voor de hartrevalidatie) en de formulering van het fysio- of oefentherapeutisch behandelplan worden vastgesteld en gestart door een multidisciplinair hartrevalidatieteam in een hartrevalidatiecentrum/ziekenhuis in de tweede of derde lijn. 
  • Bij het opstellen van het behandelplan wordt uitgegaan van:
    • de zorgvraag, individuele kenmerken, mogelijkheden, wensen, behoeften, leerstrategie en context van de patiënt;
    • de (relatieve) contra-indicaties en de comorbiditeit van de patiënt (zie B.7 ‘Indicatiestelling’);
    • de complexiteit van het ziektebeeld;
    • de hartrevalidatiedoelen die door het multidisciplinaire revalidatieteam samen met de patiënt zijn gekozen (zie B.5 ‘Lichamelijk onderzoek en behandelplan’).
  • Indicatiestelling en formulering van het behandelplan vinden plaats op verwijzing en onder de eindverantwoordelijkheid van de cardioloog*. 
  • Gedurende het gehele hartrevalidatieprogramma beoordeelt de therapeut met de patiënt of het ingezette beweegprogramma nog voldoende op de patiënt is afgestemd. Overleg met het multidisciplinair hartrevalidatieteam of aanpassing van het hartrevalidatieprogramma noodzakelijk is. Zie hiervoor ook C.7 ‘Evaluatie, stopcriteria en afsluiting van de behandeling’.

Betrek de patiënt met coronairlijden of chronisch hartfalen actief bij de besluitvorming rond hun diagnostiek, behandeling, begeleiding en nazorg om samen de best passende behandeling te kiezen tijdens het beweegprogramma van de fase II-hartrevalidatie en overweeg daarbij het i3s-model te gebruiken. 

 

De cardioloog is eindverantwoordelijk voor de hartrevalidatie, maar kan er voor kiezen om bepaalde taken over te dragen aan de hartrevalidatiecoördinator.

B.1.1 Persoonsgerichte zorg

‘Persoonsgerichte zorg’ wordt verondersteld een synoniem te zijn van ‘patiëntgerichte zorg’ en ‘zorg op maat’, en staat in de internationale wetenschappelijke literatuur bekend als personalized, tailored of patient centered care. Deze termen vinden hun oorsprong in de psychologie of psychotherapie, maar hebben zich uitgebreid naar de (para)medische zorg. 
Ouwens (2012) gebruikt patiëntgerichte zorg als overkoepelende term, en beschouwt ‘gezamenlijke besluitvorming’, ‘zelfmanagement’ en ‘patiëntempowerment’ (of ‘zelfmanagementondersteuning’) als onderdelen daarvan. Hij voert soms de zorgverlener als actor op, soms de patiënt en soms allebei. De betekenis van persoonsgerichte zorg is multi-interpretabel en zal waarschijnlijk blijven veranderen in de tijd.

In deze richtlijn 'Hartrevalidatie bij coronairlijden en chronisch hartfalen' wordt persoonsgerichte zorg als volgt omschreven: Persoonsgerichte zorg is een manier om zorg op maat aan te bieden aan mensen met een zorgvraag. 

De volgende aspecten zijn onderdeel van persoonsgerichte zorg:

  • zorg waarbij de hele mens centraal staat en niet diens ziekte of beperking: een van de grondhoudingen van de fysio- en oefentherapeut is om alle aspecten van het biopsychosociaal model hierbij te betrekken (Engel 1977);
  • zorg die afgestemd is op individuele kenmerken, mogelijkheden, wensen, behoeften, leerstrategie en context van de patiënt;
  • zorg die gebaseerd is op het samen beslissen. Hierbij wordt geëvalueerd welke zorg nodig en bij de persoon passend is, met als uitgangspunt dat de therapeut en de patiënt samen tot een besluit over de diagnostiek, behandeling, begeleiding en nazorg van de patiënt nadenken en tot besluitvorming komen;
  • zorg met continuïteit, zodat het mogelijk is om een vertrouwensrelatie op te bouwen.’ 

(Nederlandse Huisartsen Genootschap 2021)

 

 

De begrippen ‘zelfmanagement’ en ‘zelfmanagementondersteuning’ zijn beschreven en toegelicht in de ‘KNGF-richtlijn Zelfmanagement’ (Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie 2022).

 

Er is geen verantwoording bij deze module.

    • Conijn D, de Lind van Wijngaarden RAF, Vermeulen HM, Vliet Vlieland TPM, Meesters JJL. Referral to and enrolment in cardiac rehabilitation after open-heart surgery in the Netherlands. Neth Heart J. 2022;30(4):227-36.
    • Dekker J, de Rooij M, van der Leeden M. Exercise and comorbidity: the i3-S strategy for developing comorbidity-related adaptations to exercise therapy. Disabil Rehabil. 2016;38(9):905-9.
    • Elwyn G, Frosch D, Thomson R, Joseph-Williams N, Lloyd A, Kinnersley P, Cording E, Tomson D, Dodd C, Rollnick S, Edwards A, Barry M. Shared decision making: a model for clinical practice. J Gen Intern Med. 2012;27(10):1361-7.
    • Engel GL. The need for a new medical model: a challenge for biomedicine. Science. 1977;196(4286):129-36.
    • Federatie Medisch Specialisten. Visiedocument: Samen beslissen. Utrecht: Federatie Medisch Specialisten (FMS); 2019. Beschikbaar via https://demedischspecialist.nl/
    • Gevaert AB, Adams V, Bahls M, Bowen TS, Cornelissen V, Dörr M, Hansen D, Kemps HM, Leeson P, Van Craenenbroeck EM, Kränkel N. Towards a personalised approach in exercise-based cardiovascular rehabilitation: How can translational research help? A ‘call to action’ from the section on secondary prevention and cardiac rehabilitation of the European Association of Preventive Cardiology. Eur J Prev Cardiol. 2020;27(13):1369-85.
    • Kantar. Samen beslissen. Doelgroepenonderzoek onder zorgverleners en zorggebruikers. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); 2020. Beschikbaar via https://open.overheid.nl/
    • Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie. De Fysiotherapeut. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF). Beschikbaar via https://defysiotherapeut.com/
    • Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie, Mutsaers JHAM, Ruitenbeek TH, Schmitt MA, Veenhof C, Driehuis F. KNGF Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Over het vakgebied en rollen en competenties van de fysiotherapeut. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF); 2021. Beschikbaar via https://www.kngf.nl/article/vak-en-kwaliteit/beroepscode/beroepsprofiel-fysiotherapeut
    • Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, Mutubuki EN, van Doormaal MCM, Conijn D, Toonders S, Ostelo RWJG. KNGF-richtlijn Zelfmanagement. Amersfoort: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM); 2022. Beschikbaar via https://www.kngf.nl/kennisplatform/richtlijnen/zelfmanagement
    • McDonagh TA, Metra M, Adamo M, Gardner RS, Baumbach A, Böhm M, Burri H, Butler J, Čelutkienė J, Chioncel O, Cleland JGF, Coats AJS, Crespo-Leiro MG, Farmakis D, Gilard M, Heymans S, Hoes AW, Jaarsma T, Jankowska EA, Lainscak M, Lam CSP, Lyon AR, McMurray JJV, Mebazaa A, Mindham R, Muneretto C, Francesco Piepoli M, Price S, Rosano GMC, Ruschitzka F, Kathrine Skibelund A. 2021 ESC Guidelines for the diagnosis and treatment of acute and chronic heart failure. Eur Heart J. 2021;42(36):3599-726.
    • Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bestuurlijk akkoord medisch-specialistische zorg 2019 t/m 2022. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); 2018.Beschikbaar via https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2018Z10368&did=2018D31922
    • Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Bestuurlijke afspraken paramedische zorg 2019-2022. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS); 2019. Beschikbaar via https://www.zonmw.nl/nl/onderzoek-resultaten/kwaliteit-van-zorg/programmas/programma-detail/paramedische-zorg-2019-2022/
    • Nederlands Huisartsen Genootschap, Auwerda A, Bouma M, Bruins Slot M, Cohen M, Damman P, de Roy van Zuiijderwijn F, Greving J, Rutten F, van Casteren B, Wichers I, Willemsen R, Woudstra P. NHG-standaard acuut coronair syndroom (M80). Utrecht: Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG); 2022. Beschikbaar via https://richtlijnen.nhg.org/
    • Nederlands Huisartsen Genootschap, de Boer R, Dieleman-Bij de Vaate A, Isfordink L, Lambermon H, Oud M, Rutten F, Schaafstra A, Strijbis A, Valk M, van de Pol A, van den Donk M, Wiersma T. NHG-standaard Hartfalen (M51). Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Cluster Richtlijnontwikkeling en Wetenschap; 2021. Beschikbaar via https://richtlijnen.nhg.org/
    • Nederlandse Federatie van Kanker patiënten organisaties. Samen beslissen. Een handreiking voor patiëntbelangenbehartigers. Nederlandse Federatie van Kanker patiënten organisaties; 2018. Beschikbaar via https://nfk.nl/
    • Nederlandse Huisartsen Genootschap. Dossier persoonsgerichte zorg. Utrecht: Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG); 2021. Beschikbaar via https://www.nhg.org/actueel/dossiers/dossier-persoonsgerichte-zorg-0
    • Ouwens M, van der Burg S, Faber M, van der Weijden T. Shared decision making & zelfmanagement. Literatuuronderzoek naar begripsbepaling. Nijmegen: Scientific Institute for Quality of Healthcare (IQ healthcare); 2012. Beschikbaar via https://www.raadrvs.nl/documenten/publicaties/2013/06/20/achtergrondstudie-shared-decisionmaking-en-zelfmanagement
    • Patiëntenfederatie Nederland. Samen beslissen met behulp van Consultkaarten. Patiëntenfederatie Nederland (PFN). Beschikbaar via https://consultkaart.nl/
    • Patiëntenfederatie Nederland. Samen beslissen. Patiëntenfederatie Nederland (PFN); 2021. Beschikbaar via https://begineengoedgesprek.nl/
    • Stiggelbout AM, Pieterse AH, De Haes JC. Shared decision making: Concepts, evidence, and practice. Patient Educ Couns. 2015;98(10):1172-9.
    • Sunamura M, ter Hoeve N, Geleijnse ML, Steenaard RV, van den Berg-Emons HJG, Boersma H, van Domburg RT. Cardiac rehabilitation in patients who underwent primary percutaneous coronary intervention for acute myocardial infarction: determinants of programme participation and completion. Neth Heart J. 2017;25(11):618-28.
    • Taskforce Zorg op de juiste plek. De juiste zorgt op de juiste plek. Wie durft? Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Taskforce Zorg op de juiste plek; 2018. Beschikbaar via https://www.dejuistezorgopdejuisteplek.nl/over-ons/
    • van Engen-Verheul M, de Vries H, Kemps H, Kraaijenhagen R, de Keizer N, Peek N. Cardiac rehabilitation uptake and its determinants in the Netherlands. Eur J Prev Cardiol. 2013;20(2):349-56.
    • Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck, Post MHT, Buis G. Beroepsprofiel Oefentherapeut. Utrecht: Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM); Utrecht/Amersfoort: 2019. Beschikbaar via https://vvocm.nl/Kwaliteit/Richtlijnen-en-protocollen.
    • Vonk T, Nuijten MAH, Maessen MFH, Meindersma EP, Koornstra-Wortel HJJ, Waskowsky MM, Snoek JA, Eijsvogels TMH, Hopman MTE. Identifying reasons for nonattendance and noncompletion of cardiac rehabilitation: insights from Germany and the Netherlands. J Cardiopulm Rehabil Prev. 2021;41(3):153-8.