Artrose heup-knie [richtlijn]

C.3.3 Continuous passive motion

Bied geen continuous passive motion (CPM) therapie aan bij patiënten na een gewrichtsvervangende operatie vanwege heup- en/of knieartrose.

Noot 24. Continuous passive motion

Uitgangsvraag
Wordt continuous passive motion (CPM) therapie aanbevolen na een gewrichtsvervangende operatie bij patiënten vanwege heup- en/of knieartrose ter verbetering van fysiek functioneren?

Deze uitgangsvraag is beantwoord door middel van een systematisch literatuuronderzoek. De conclusie is gebaseerd op 2 RCT’s.[2,3]

 

Conclusie vanuit de literatuurstudie

Uitkomstmaat ‘fysiek functioneren’ (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten). Er bestaat mogelijk een klein effect van CPM-therapie na een gewrichtsvervangende operatie vanwege knieartrose, vergeleken met fysiotherapeutische zorg waarbij geen CPM-therapie wordt aangeboden. De kwaliteit van bewijs is zeer laag. Het effect van CPM-therapie bij mensen na een gewrichtsvervangende operatie vanwege heupartrose is onbekend.

 

Van bewijs naar aanbeveling

Er is bewijs van zeer lage kwaliteit dat CPM na een gewrichtsvervangende operatie mogelijk effectief is in het verbeteren van fysiek functioneren (klein effect). Op basis van de grote onzekerheid over het effect en de verwachte te verwaarlozen meerwaarde van de interventie boven de gebruikelijke zorg (i.e., oefentherapie en voorlichting/adviezen) is de werkgroep van mening dat de interventie sterk afgeraden kan worden na een gewrichtsvervangende operatie vanwege zowel heup- als knieartrose (‘bied de interventie niet aan’).

 

Aanbeveling

Bied geen continuous passive motion (CPM) therapie aan bij patiënten na een gewrichtsvervangende operatie vanwege heup- en/of knieartrose.

Complete uitgangsvraag volgens PICO
Wordt CPM-therapie (I) vergeleken met geen continuous passive motion therapie (C) aanbevolen na een gewrichtsvervangende operatie bij patiënten vanwege heup- en/of knieartrose (P) ter verbetering van fysiek functioneren (O)?

 

Zoekstrategie

Er is door het KNGF op 14 augustus 2017 een zoekactie uitgevoerd in PubMed, EMBASE, Web of Science, Cochrane Library, CENTRAL, EmCare en CINAHL, naar samenvattingen van de literatuur (i.e. systematische reviews; SR’s) en RCT’s (RCT’s) met betrekking tot de effectiviteit van continuous passive motion (CPM) therapie na een gewrichtsvervangende operatie bij patiënten vanwege heup- en/of knieartrose. 

Selectiecriteria systematische review

Type studie SR en RCT
Type patiënt volwassenen na of met een indicatie voor een gewrichtsvervangende prothese vanwege artrose
Type interventie elke vorm van continuous passive motion therapie
Type vergelijking geen continuous passive motion therapie
Type uitkomst fysiek functioneren (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten)
SR = systematische review; RCT = randomised controlled trial.

 

Zoektermen

Zoekdatum 14 augustus 2017
Geraadpleegde databases PubMed, EMBASE, Web of Science, Cochrane Library, CENTRAL, EmCare, CINAHL.

Algemene zoektermen#

((“hip osteoarthritis”[tw] OR “knee osteoarthritis”[tw] OR “Osteoarthritis, Knee” [MeSH] OR “Osteoarthritis, Hip”[mesh] OR ((“Osteoarthritis”[Mesh] OR “osteoarthritis”[tw] OR osteoarthrit*[tw] OR “osteoarthrosis”[tw] OR osteoarthro* [tw] OR “degenerative arthritis”[tw] OR degenerative arthriti*[tw] OR “osteoarthrosis deformans”[tw]) AND (“Knee”[Mesh] OR “knee”[tw] OR “knees”[tw] OR “Knee Joint”[Mesh] OR “Hip”[Mesh] OR “hip”[tw] OR “hips”[tw] OR “Hip Joint”[Mesh] OR “menisci”[tw] OR “meniscus”[tw] OR menisc*[tw] OR “coxa”[tw] OR “coxas”[tw] OR “patellofemoral”[tw] OR “Patella”[Mesh] OR patella*[tw])) OR coxarthro*[tw] OR gonarthro*[tw]) AND (“Motion Therapy, Continuous Passive”[Mesh] OR “Continuous Passive Motion Therapy”[tw] OR “Continuous Passive Movement”[tw] OR “CPM Therapy”[tw] OR “Passive Stretching”[tw] OR “PNF Stretching”[tw] OR “musculoskeletal manipulations”[Mesh] OR “musculoskeletal manipulations”[tw] OR “Applied Kinesiology”[tw] OR “Chiropractic Manipulation”[tw] OR “Osteopathic Manipulation”[tw] OR “Soft Tissue Therapy”[tw] OR “Acupressure”[tw] OR “Massage” [Mesh] OR “massage”[tw] OR massag*[tw] OR “Zone Therapy”[tw] OR “Reflexology” [tw] OR “Rolfing”[tw] OR “Bodywork”[tw] OR Bodywork*[tw] OR “Electric stimulation therapy”[Mesh:NoExp] OR “electric stimulation therapy”[tw] OR “electrical stimulation therapy”[tw] OR “therapeutic electric stimulation”[tw] OR “therapeutic electrical stimulation”[tw] OR “electrotherapy”[tw] OR electrotherap*[tw] OR “interferential current electrotherapy”[tw] OR “electrical stimulation”[tw] OR “electrical nerve stimulation”[tw] OR “transcutaneous electric nerve stimulation” [Mesh:NoExp] OR “TENS”[tw] OR “transcutaneous electric nerve stimulation”[tw] OR “Ultrasonic Therapy”[Mesh] OR “therapeutic ultrasound”[tw] OR ultrasound therap*[tw] OR “ultrasonic therapy”[tw] OR “electromagnetic therapy”[tw] OR “Electromagnetic Radiation/therapeutic use”[Mesh] OR “Electromagnetic Phenomena/therapeutic use”[Mesh] OR “thermotherapy”[tw] OR “hot pack”[tw] OR “hot packs”[tw] OR hot pack*[tw] OR hotpack*[tw] OR “cold pack”[tw] OR “cold packs”[tw] OR cold pack*[tw] OR coldpack*[tw] OR “cold treatment”[tw] OR “heat treatment”[tw] OR “Hyperthermia, Induced”[Mesh] OR fever therap*[tw] OR heat therap*[tw] OR “Induced Hyperthermia”[tw] OR Thermotherap*[tw] OR “Therapeutic Hyperthermia”[tw] OR “Local Hyperthermia”[tw] OR “Hot Temperature”[mesh] OR “Cold Temperature”[mesh] OR “Cryotherapy”[mesh] OR “Hypothermia, induced” [mesh] OR cold temperature*[tw] OR Cryotherap*[tw] OR “Induced Hypothermia”[tw] OR therapeutic hypotherm*[tw] OR “low level laser therapy”[tw] OR “low level laser treatment”[tw] OR “low intensity laser”[tw] OR “soft-laser therapy”[tw] OR “low energy laser therapy”[tw] OR “low-power laser therapy”[tw] OR “low level laser” [tw] OR “low level lasers”[tw] OR “low intensity lasers”[tw] OR “low energy laser” [tw] OR “low energy lasers”[tw] OR “low-power laser”[tw] OR “low-power lasers” [tw] OR “lllt”[tw] OR “Low-Level Light Therapy”[Mesh] OR “medical taping”[tw] OR “taping”[tw] OR “tape”[tw] OR “tapes”[tw] OR “taped”[tw] OR “kinesiotaping”[tw] OR “kinesio taping”[tw] OR kinesiotap*[tw] OR kinesio tap*[tw] OR “Bandages” [mesh] OR “Athletic Tape”[mesh] OR “Bandages”[tw] OR “Bandage”[tw] OR “Athletic Tape”[tw] OR “Athletic Tapes”[tw] OR “Hydrocolloid Bandages”[tw] OR “Biological Dressings”[tw] OR “Compression Bandages”[tw] OR “Compression Stockings”[tw] OR “Occlusive Dressings”[tw] OR “Hydrocolloid Bandage”[tw] OR “Biological Dressing” [tw] OR “Compression Bandage”[tw] OR “Compression Stocking”[tw] OR “Occlusive Dressing”[tw] OR “Dry needling”[tw] OR dry needl*[tw] OR “Acupuncture Therapy” [mesh] OR Acupunctur*[tw] OR Electroacupunctur*[tw] OR “Meridians”[tw] OR “Moxibustion”[tw] OR “Trigger Points”[tw] OR “Trigger Point”[tw] OR “Shockwave therapy”[tw] OR “Shock wave therapy”[tw] OR shockwav*[tw] OR shock wav*[tw] OR “High-Energy Shock Waves”[mesh] OR “HESW”[tw] OR “High Energy Shock Waves”[tw] OR “High-Energy Shock Wave”[tw] OR “Ultrasonic Shock Wave”[tw] OR “Ultrasonic Shock Waves”[tw] OR “Ultrasonic Shockwave”[tw] OR “Ultrasonic Shockwaves”[tw] OR “Ultrasonic Waves”[mesh] OR “Lithotripsy”[mesh] OR “Lithotripsy”[tw])) NOT (“Animals”[mesh] NOT “Humans”[mesh]))
# Om reden van efficiëntie zijn de searches voor heup en knie gezamenlijk gestart en vervolgens afzonderlijk afgerond.

 

Gevonden literatuur

De literatuursearch met betrekking tot niet-oefentherapeutische interventies, waaronder CPM-therapie, bij patiënten met heup- en knieartrose leverde 478 SR’s en 1157 RCT’s op. De SR van Harvey et al. vormt de basis voor beantwoording van deze uitgangsvraag.[1] Deze review omvat literatuur tot januari 2013 en scoort goed op de AMSTAR (9/10). Het KNGF heeft de review van Harvey et al. gecomplementeerd met een search naar RCT’s tot 14 augustus 2017. Uiteindelijk voldeden twee RCT’s (n = 116) aan de selectiecriteria bij de uitgangsvraag.[2,3]

Zie de flowchart voor een totaaloverzicht van de systematische literatuurstudie.

Systematische literatuurstudie naar de effectiviteit van continuous passive motion.

Beschrijving studies

  • Lenssen et al., 2008.[2] De RCT is uitgevoerd in Nederland. Er werden 40 mannelijke en vrouwelijke patiënten met knieartrose geïncludeerd. De patiënten werden gerandomiseerd toegewezen aan twee groepen, de ene groep kreeg postoperatief CMP-therapie als aanvulling op de standaard fysiotherapeutische zorg (n = 20) en de andere groep kreeg standaard fysiotherapeutische zorg zonder CPM-therapie. CPM bestond uit dagelijks vier uur mobilisatie, waarbij de range of motion van de knie middels het apparaat werd vergroot. Follow-up: 17 dagen.
  • Maniar et al., 2012.[3] De RCT is uitgevoerd in India. Er werden 56 mannelijke en vrouwelijke patiënten met knieartrose geïncludeerd. De patiënten werden gerandomiseerd toegewezen aan twee groepen: de ene groep kreeg postoperatief CPM-therapie als aanvulling op de standaard fysiotherapeutische zorg (n = 28) en de andere groep kreeg enkel standaard fysiotherapeutische zorg (n = 28). CPM bestond uit dagelijks 15 minuten mobilisatie, waarbij de range of motion van de knie middels het apparaat werd vergroot. Follow-up: 90 dagen.

Kwaliteit van bewijs

Uitkomstmaat ‘fysiek functioneren’ (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten) bij vergelijking van CPM plus oefentherapie vs. enkel oefentherapie. Beide studies hebben een redelijk RoB, dus er vindt afwaardering plaats op basis van design. Inconsistentie en mate van indirectheid waren niet van toepassing en behoefden geen afwaardering. Onnauwkeurigheid was van toepassing vanwege het geringe aantal deelnemers (n = 116). De kans op publicatiebias lijkt reëel, daarom is hiervoor afgewaardeerd. De kwaliteit van bewijs is zeer laag. 

Methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies.

Effectiviteit

Uitkomstmaat ‘fysiek functioneren’ (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten) bij vergelijking van behandeling met CPM plus oefentherapie vs. enkel oefentherapie. Lenssen et al. laten een klein verschil in effect zien op fysiek functioneren ten gunste van de CPM plus standaard fysiotherapeutische zorg ten opzichte van enkel standaard fysiotherapeutische zorg (tabel 24.4).[2] Maniar et al. komen niet tot eeen verschil in effect op fysiek functioneren tussen de interventie- en controlegroepen.[3] 

Evidencetabel effectiviteit continuous passive motion therapie na een gewrichtsvervangende operatie van de heup en/of knie.

Aantal studies

GRADE

Aantal patiënten en effectenschattingend

Kwaliteit van bewijs

 

Designa

Inconsistentieb

Indirectheid

Onnauwkeurigheidc

Overig

 

 

Outcome QALY

2, n = 118

redelijk RoB

nee

nee

ja, n = 118

ja

Lenssen et al. vinden laten een klein verschil in effect op fysiek functioneren in het voordeel van CPM-therapie ten opzichte van geen CPM als aanvulling op de fysiotherapeutische zorg.[2] Maniar et al. vinden geen verschil in effect op fysiek functioneren tussen CPM-therapie en geen CPM als aanvulling op de standaard fysiotherapeutische zorg.[3]

zeer laag1

a Laag risico op bias (RoB): randomisatie adequaat + allocation concealed + intention to treat (ITT); hoog RoB: < 3 items laag risico; matig RoB: overige. b I2 > 40%; c Dichotome uitkomstmaat populatie (n > 300); continue uitkomstmaat populatie (n > 400); d Positief: effect is in het voordeel van oefentherapie.
1 Afwaardering voor design, onnauwkeurigheid en publicatie bias.

 

Evidence to decision

Voor het bepalen van de formulering (richting en sterkte) van aanbevelingen zijn, naast de conclusie uit de wetenschappelijke literatuur, ook aanvullende overwegingen (o.a. waarden/voorkeuren van de patiënt, toepasbaarheid in de praktijk) meegenomen. Hiervoor is de ‘Evidence to decision’ methode van GRADE gevolgd en het bestaande ‘GRADE Evidence to decision’ formulier in het Nederlands vertaald. Dit formulier is door de werkgroep tijdens een werkgroepvergadering besproken, waarna de formulering van de aanbeveling is bepaald. 

Evidence to decision formulier.

 

  • 1. Harvey LA, Brosseau L, Herbert RD. Continuous passive motion following total knee arthroplasty in people with arthritis. Cochrane Database Syst Rev. 2014;(2):CD004260.

  • 2. Lenssen TA, van Steyn MJ, Crijns YH, et al. Effectiveness of prolonged use of continuous passive motion (CPM), as an adjunct to physiotherapy, after total knee arthroplasty. BMC Musculoskelet Disord. 2008;29;9:60.

  • 3. Maniar RN, Baviskar JV, Singhi T, et al. To use or not to use continuous passive motion post-total knee arthroplasty presenting functional assessment results in early recovery. J Arthroplasty. 2012;27(2):193-200.