Artrose heup-knie [richtlijn]

C.2.7 Aanpassingen oefentherapie vanwege inadequate pijncoping

Aanbeveling Overweeg om bij patiënten met heup- en/of knieartrose en een inadequate pijncoping (bijv. bewegingsangst, passieve copingstijl, pijncatastrofering, lage self-efficacy, angst, depressie) de oefentherapie volgens een tijdcontingente benadering (graded activity) toe te passen en te combineren met het aanbieden van pijneducatie en training van pijncopingsvaardigheden.

Toevoeging Voor het aanpassen van de oefentherapie van patiënten met heup- en/of knieartrose en een inadequate pijncoping is, behalve kennis en vaardigheden met betrekking tot artrose, specifieke kennis en vaardigheden met betrekking tot graded activity, pijneducatie en training van pijncopingsvaardigheden vereist. Indien deze kennis en vaardigheden (met betrekking tot zowel artrose als inadequate pijncoping) bij de therapeut onvoldoende aanwezig zijn, dan dient deze de patiënt te verwijzen naar een therapeut die hierover wel beschikt. Een interdisciplinaire behandeling door verschillende zorgverleners die over de vereiste kennis en vaardigheden beschikken, kan overwogen te worden.

Noot 20. Aanpassingen oefentherapie bij aanwezigheid van inadequate pijncoping

Uitgangsvraag
Welke aanpassingen binnen de oefentherapie worden aanbevolen voor patiënten met heup- of knieartrose indien er sprake is van inadequate pijncoping?

Deze uitgangsvraag is beantwoord door middel van een systematisch literatuuronderzoek. De conclusie is gebaseerd op twee RCT’s.[1,2]

 

Conclusie vanuit de literatuurstudie

Uitkomstmaat ‘fysiek functioneren’ (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten). De literatuur toont positieve effecten aan van oefentherapie in combinatie met pijneducatie en training van pijncoping bij patiënten met knieartrose, in vergelijking met alleen oefentherapie of alleen pijneducatie en training van pijncoping. De kwaliteit van het bewijs is redelijk.

 

Overige overwegingen

  • Een deel van de patiënten met heup- en/of knieartrose vertoont een inadequate pijncopingstijl, wat belemmerend kan werken op de te verwachten resultaten van actieve oefentherapie. Het is voor een optimaal behandelresultaat dus van belang dat deze patiënten, naast de reguliere oefentherapie, ook begeleiding krijgen in hoe ze met de pijn om moeten gaan.
  • De geïncludeerde studies hebben de meerwaarde van pijneducatie en training van pijncoping, aanvullend aan oefentherapie, aangetoond bij een algemene patiëntenpopulatie met knieartrose, dus niet specifiek bij patiënten met inadequate pijncoping. Echter, mede vanwege de aangetoonde meerwaarde op psychologische uitkomstmaten als pijncoping, catastrofering, self-efficacy, depressie en angst, kan het als aannemelijk worden beschouwd dat deze aanvullende interventies met name bij patiënten met inadequate pijncoping overwogen kunnen worden.
  • Als er sprake is van inadequate pijncoping, dient de behandelend therapeut, naast kennis en vaardigheden met betrekking tot artrose, voldoende kennis en vaardigheden te bezitten om antwoord te kunnen geven op de vraag hoe de behandeling van heup- en/of knieartrose te combineren is met het aanbieden van pijneducatie en training van pijncopingvaardigheden. Indien deze kennis en vaardigheden bij de therapeut niet voldoende aanwezig zijn, dan dient de patiënt naar een therapeut doorverwezen te worden bij wie dit wel het geval is.

Aanbeveling

Overweeg om bij patiënten met heup- en/of knieartrose en een inadequate pijncoping (bijv. bewegingsangst, passieve copingstijl, pijncatastrofering, lage self-efficacy, angst, depressie) de oefentherapie volgens een tijdcontingente benadering (graded activity) toe te passen en te combineren met het aanbieden van pijneducatie en training van pijncopingvaardigheden.

Zoekstrategie

Er is door het KNGF op 19 december 2016 een zoekactie uitgevoerd in PubMed, EMBASE, Web of Science, Cochrane Library, CENTRAL, EmCare en CINAHL, naar samenvattingen van de literatuur (i.e. systematische reviews; SR’s) en randomised controlled trials (RCT’s) met betrekking tot de benodigde aanpassingen binnen oefentherapie vanwege inadequate pijncoping bij patiënten met heup- en knieartrose (vanaf 2008). 

Selectiecriteria systematische review

Type studie SR en RCT
Type patiënt volwassenen met een klinische diagnose artrose (en inadequate pijncoping)
Type interventie elke vorm van oefentherapie (onafhankelijk van frequentie, intensiteit, type, duur en vorm) waarbij specifiek rekening gehouden werd met inadequate pijncoping
Type vergelijking geen oefentherapie
Type uitkomst fysiek functioneren (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten)
SR = systematische review; RCT = randomised controlled trial.

 

Zoektermen

Zoekdatum 19 december 2016
Geraadpleegde databases PubMed, EMBASE, Web of Science, Cochrane Library, CENTRAL, EmCare, CINAHL.

Algemene zoektermen#

((“hip osteoarthritis”[tw] OR “knee osteoarthritis”[tw] OR “Osteoarthritis, Knee” [MeSH] OR “Osteoarthritis, Hip”[mesh] OR ((“Osteoarthritis”[Mesh] OR “osteoarthritis”[tw] OR osteoarthrit*[tw] OR “osteoarthrosis”[tw] OR osteoarthro* [tw] OR “degenerative arthritis”[tw] OR degenerative arthriti*[tw] OR “osteoarthrosis deformans”[tw]) AND (“Knee”[Mesh] OR “knee”[tw] OR “knees”[tw] OR “Knee Joint”[Mesh] OR “Hip”[Mesh] OR “hip”[tw] OR “hips”[tw] OR “Hip Joint”[Mesh] OR “menisci”[tw] OR “meniscus”[tw] OR menisc*[tw] OR “coxa”[tw] OR “coxas”[tw] OR “patellofemoral”[tw] OR “Patella”[Mesh] OR patella*[tw])) OR coxarthro*[tw] OR gonarthro*[tw]) AND (exercis*[tw] OR “stretching”[tw] OR “Exercise Therapy”[Mesh] OR “exercise therapy”[tw] OR exercise therap*[tw] OR “Continuous Passive Motion Therapy”[tw] OR “Continuous Passive Movement”[tw] OR “CPM Therapy”[tw] OR “Muscle Stretching Exercises”[tw] OR “Muscle Stretching Exercise”[tw] OR “Static Stretching”[tw] OR “Passive Stretching”[tw] OR “Static-Passive Stretching”[tw] OR “Static Passive Stretching”[tw] OR “Isometric Stretching”[tw] OR “Active Stretching” [tw] OR “Static-Active Stretching”[tw] OR “Static Active Stretching”[tw] OR “Ballistic Stretching”[tw] OR “Dynamic Stretching”[tw] OR “PNF Stretching”[tw] OR “Plyometric Exercise”[tw] OR “Plyometric Exercises”[tw] OR Plyometric Drill*[tw] OR “Plyometric Drills”[tw] OR “Plyometric Training”[tw] OR “Plyometric Trainings”[tw] OR “StretchShortening Exercise”[tw] OR “Stretch Shortening Exercise”[tw] OR “StretchShortening Exercises”[tw] OR “Stretch-Shortening”[tw] OR “Stretch Shortening”[tw] OR “Stretch-Shortening Drills”[tw] OR “Stretch-Shortening Cycle Exercise”[tw] OR “Stretch Shortening Cycle Exercise”[tw] OR “Stretch-Shortening Cycle Exercises”[tw] OR “Resistance Training”[tw] OR “Strength Training”[tw] OR “Weight-Lifting”[tw] OR “Weight Lifting”[tw] OR “Weight-Bearing”[tw] OR “Weight Bearing”[tw] OR “Exercise”[Mesh] OR “Exercise”[tw] OR “Exercises”[tw] OR “Physical Exercise”[tw] OR “Physical Exercises”[tw] OR “Isometric Exercises”[tw] OR “Isometric Exercise”[tw OR “Aerobic Exercises”[tw] OR “Aerobic Exercise”[tw] OR “Circuit-Based Exercise”[tw] OR “Cool-Down Exercise”[tw] OR “Cool-Down Exercises”[tw] OR “Physical Conditioning”[tw] OR “Running”[tw] OR “Jogging”[tw] OR “Swimming”[tw] OR “Walking”[tw] OR “Warm-Up Exercise”[tw] OR “Warm-Up Exercises”[tw] OR “Physical Exertion”[Mesh] OR “Physical Exertion”[tw] OR “Physical Effort”[tw] OR “Physical Efforts”[tw] OR “Physical Fitness”[Mesh] OR “Physical Fitness”[tw] OR “Physical Endurance”[mesh] OR “Physical Endurance”[tw] OR “Anaerobic Threshold”[tw] OR “Exercise Tolerance”[tw] OR “Exercise Movement Techniques” [Mesh] OR “Exercise Movement”[tw] OR “Bicycling”[tw] OR “Walking”[tw] OR “Motor Activity”[Mesh] OR “Physical Activity”[tw] OR exertion*[tw] OR run*[tw] OR jog*[tw] OR treadmill*[tw] OR swim*[tw] OR bicycl*[tw] OR cycle*[tw] OR cycling[tw] OR walk*[tw] OR row[tw] OR rows[tw] OR rowing[tw] OR muscle strength*[tw]) NOT (“Animals”[mesh] NOT “Humans”[mesh]))
# Om reden van efficiëntie zijn de searches voor heup en knie gezamenlijk gestart en vervolgens afzonderlijk afgerond.

 

Gevonden literatuur

De zoekactie leverde 591 SR’s en 1702 RCT’s op, maar geen van de SR’s had zich specifiek gericht op de benodigde aanpassingen binnen oefentherapie vanwege inadequate pijncoping. Wel werden er twee RCT’s gevonden die voldeden aan de selectiecriteria bij de uitgangsvraag.[1,2] Hoewel in deze RCT’s niet specifiek patiënten met inadequate pijncoping geselecteerd zijn, is besloten om deze studies wel te gebruiken voor de beantwoording van deze uitgangsvraag, vanwege de inhoud van de onderzochte interventie.

Zie de flowchart voor een totaaloverzicht van de systematische literatuurstudie.

Systematische literatuurstudie naar de effectiviteit van aanpassingen van oefentherapie vanwege inadequate pijncoping.

Beschrijving studies

  • Bennell et al., 2016.[1] De RCT is uitgevoerd in Australië. Er werden 222 patiënten met knieartrose geïncludeerd. De patiënten werden gerandomiseerd toegewezen aan drie groepen: één groep kreeg oefentherapie aangevuld met pijneducatie en training in cognitieve en gedragsmatige pijncopingsvaardigheden (n = 73), één groep kreeg enkel oefentherapie (n = 75) en één groep kreeg enkel pijneducatie en coaching over coping met pijn (n = 63). Follow-up: 52 weken.
  • Hunt et al., 2013.[2] Deze pilot-RCT is uitgevoerd in Canada. Er werden 20 patiënten met knieartrose geïncludeerd. De patiënten werden gerandomiseerd toegewezen aan twee groepen: één groep kreeg oefentherapie aangevuld met pijneducatie en training in cognitieve en gedragsmatige pijncopingsvaardigheden (n = 10) en één groep kreeg enkel oefentherapie (n = 10). Follow-up: 52 weken.

Kwaliteit bewijs

Uitkomstmaat ‘fysiek functioneren’ (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten). Beide studies hebben een laag RoB, dus er vindt geen afwaardering plaats op basis van design. Inconsistentie en indirectheid waren niet van toepassing en behoefden geen afwaardering. Onnauwkeurigheid was van toepassing vanwege het geringe aantal deelnemers (n = 242). De kwaliteit van bewijs is redelijk. 

Methodologische kwaliteit van de geïncludeerde studies.

Effectiviteit

Uitkomstmaat ‘fysiek functioneren’ (door de patiënt gerapporteerde uitkomsten). Bennell et al. toonden aan dat de gecombineerde interventie een significant groter effect heeft op het fysiek functioneren van patiënten met knieartrose (n = 222), in vergelijking met de monogeoriënteerde interventies (i.e., enkel oefentherapie of enkel pijneducatie en pijncopingstraining).[1] Ook op de secundaire uitkomstmaten (o.a. pijn, kwaliteit van leven en psychologische uitkomstmaten zoals pijncoping, catastrofering, self-efficacy, depressie en angst) werd een meerwaarde aangetoond van de gecombineerde interventie. (tabel 20.4) Hunt et al. toonden aan dat de gecombineerde interventie met oefentherapie en pijncopingstraining geen significant groter effect had op het fysiek functioneren van patiënten met knieartrose in combinatie met chronische pijnklachten (n = 20) in vergelijking met de monogeoriënteerde interventie die enkel uit oefentherapie bestond.[2] De studie van Hunt et al. bevatte echter zeer weinig patiënten en deze studie was bovendien opgezet als pilotstudie. 

Evidencetabel effectiviteit oefentherapie bij heup- en/of knieartrose en inadequate pijncoping.

Aantal studies

GRADE

Aantal patiënten en effectenschattingend

Kwaliteit van bewijs

 

Designa

Inconsistentieb

Indirectheid

Onnauwkeurigheidc

Overig

 

 

Outcome QALY

2, n = 242

laag RoB

nee

nee

ja, n = 242

nee

Bennell et al. tonen aan dat een gecombineerde interventie, bestaande uit oefentherapie en pijncopingstraining, een significant groter effect heeft op het fysiek functioneren van patiënten met knieartrose plus chronische pijnklachten (n = 222), dan de monogeoriënteerde interventies (i.e., enkel oefentherapie of enkel pijncopingstraining.[1] Hunt et al. tonen aan dat een gecombineerde interventie, bestaande uit oefentherapie en pijncopingstraining, geen significant groter effect heeft op het fysiek functioneren van patiënten met knieartrose plus chronische pijnklachten (n = 20) dan de monogeoriënteerde interventie met enkel oefentherapie.[2]

redelijk1

a Laag risico op bias (RoB): randomisatie adequaat + allocation concealed + intention to treat (ITT); hoog RoB: < 3 items laag risico; matig RoB: overige. b I2 > 40%; c Dichotome uitkomstmaat populatie (n > 300); continue uitkomstmaat populatie (n > 400); d Positief: effect is in het voordeel van oefentherapie.
1 Afwaardering voor onnauwkeurigheid.

 

  • 1. Bennell KL, Ahamed Y, Jull G, et al. Physical therapist-delivered pain coping skills training and exercise for knee osteoarthritis: randomized controlled trial. Arthritis Care Res (Hoboken). 2016;68(5):590-602.

  • 2. Hunt MA, Keefe FJ, Bryant C, et al. A physiotherapist-delivered, combined exercise and pain coping skills training intervention for individuals with knee osteoarthritis: a pilot study. Knee. 2013;20(2):106-12.