natasja-van-hove.jpg
18 oktober 2023

‘Als kleine praktijkhouder heb ik zorgen over het Kwaliteitskader’

Wat betekent het Kwaliteitskader Fysiotherapie en Oefentherapie voor solo of kleine praktijken? Over die vraag ging fysiotherapeut Nastasja van den Hoven in gesprek met KNGF-bestuurslid Ellen Toet.

Op 23 november a.s. kunnen leden tijdens de ALV zich uitspreken over wat zij vinden van het Kwaliteitskader, waarin staat beschreven wat we onder goede fysio- en oefentherapie verstaan. Er zijn veel positieve reacties op het kader, dat vooral als doel heeft de fysiotherapie een steviger positie te bieden in het zorglandschap. Maar er leven ook zorgen, onder meer bij kleine praktijken. Nastasja van den Hoven heeft zo’n kleine praktijk, samen met haar man, in Houten. Ze waren aanvankelijk met z’n vieren, maar recent namen twee collega’s afscheid.

‘We hebben veel over het Kwaliteitskader gehoord, maar het is pas onlangs gepubliceerd, zegt Nastasja hierover in een gesprek met KNGF-bestuurslid Ellen Toet: ‘Ik heb alleen de samenvatting kunnen lezen. Het voelt voor mij als een extra administratieve belasting, terwijl ik die tijd liever aan mijn patiënten besteed.’

Weinig extra werk
‘Ik begrijp wat je bedoelt,’ reageert Ellen. ‘Het is belangrijk dat administratieve lasten niet de overhand nemen. Het Kwaliteitskader vraagt ook zeker enige inspanning, bijvoorbeeld bij de vereisten voor visitatie, het inrichten van een reflecterende leeromgeving en data-uitwisseling. Maar we gaan het zo regelen dat de hoeveelheid extra werk tot een minimum beperkt blijft. Bijvoorbeeld door generieke meetinstrumenten voor alle ziektebeelden.’

Nastasja: ‘Ik waardeer jullie inspanningen, maar ik ben huiverig voor het lukraak verzamelen van data zonder een duidelijk doel.’

Ellen: ‘Dat ben ik met je eens, en als dat gebeurt moeten we daar een einde aan maken. Dat is een kwestie van zorgvuldige monitoring. En ik snap ook je aarzeling over de administratieve lasten. Maar het is tegelijkertijd goed om je te realiseren dat het Kwaliteitskader laat zien dat de fysiotherapie volwassen is geworden. We moeten ook ingaan op maatschappelijke vragen en laten zien dat we zinnig en zuinig met zorg omgaan. Sterker: dat fysiotherapeuten de zorg beter maken voor de patiënt en de totale zorgkosten minder doen stijgen’.

Nastasja: ‘Ja, dat wordt nu nog te weinig gezien. Andere zorgverleners lijken de fysiotherapie soms te weinig serieus te nemen. Ik ervaar dat ook wel persoonlijk, zeker als ik met artsen praat. Terwijl ik bij elkaar opgeteld twaalf jaar scholing achter de rug hebt, net zoveel als een medisch specialist.’

Last uit het verleden
Wat voor Nastasja ook meespeelt, geeft ze aan, is een last uit het verleden. ‘We hebben al zoveel geadministreerd. HKZ, Plus-praktijken, telkens weer nieuwe voorschriften en regels uit Den Haag. En dan nu weer zo’n nieuw Kwaliteitskader...’

Ellen: ‘Het is goed om daar even bij stil te staan. Het Kwaliteitskader is voor het overgrote deel niet nieuw. En we hebben nu een officieel document, waar partijen zich aan moeten houden, en op basis waarvan we kunnen laten zien en verder kunnen werken aan de positie die de fysiotherapie verdient, met alles wat daarbij hoort.’

Nastasja: ‘Dat is goed om te weten, misschien is de beeldvorming op dit punt niet helemaal correct. Ik zou in elk geval graag willen dat het Kwaliteitskader bijdraagt aan een situatie waarin we serieus worden genomen en onze kwaliteit als fysiotherapeuten wordt erkend. Maar eerlijk gezegd twijfel ik soms of dit de juiste weg is.’

Regionale samenwerking
Een stap die alle fysiotherapeuten zouden moeten nemen, aldus Ellen, is regionale samenwerking. Nastasja is het daarmee eens. ‘Ik ben aangesloten bij het regionale netwerk Vereniging Lekstroom Fysiotherapeuten.  We zijn deels ingestapt uit angst de boot te missen en vanwege vergoedingen. We zien wel de meerwaarde van een betere samenwerken in de eerste en tweede lijn en het samen nieuwe producten ontwikkelen. Maar als kleine praktijk hebben wij geen tijd voor zorgplannen. Wij werken voor 95 procent van de tijd aan nek- en rugklachten, en onze eigen specialismen. We hebben een wachtlijst en doen dus geen zorgplanzorg. Dus op dit moment kost het lidmaatschap tijd en geld, en is er geen directe winst voor onze kleine praktijk.’

Te leuk om te stoppen
Het valt werk Nastasja soms zwaar, zeker na het vertrek van de twee collega’s. ‘Ik vind mijn werk veel te leuk om te stoppen, en ik geloof in de kracht van ons vak. Maar ik moet wel kijken hoe ik dit vol kan houden.’

Ellen: ‘We doen alles om je daarbij te ondersteunen Maar ik ben er wel van overtuigd: dat we als beroepsgroep moeten veranderen om verder te komen. Pas als je laat zien wat je doet, word je serieus genomen. Want we bereiken zoveel… Pas weer: een pilot waaruit blijkt dat de doorverwijzing van artrosepatiënten met zestig procent daalt door de inzet van fysiotherapeuten. Ik gebruik vaak de metafoor van het zeilen. We hebben lang tegen de wind in gevaren. Het wordt nu tijd om het anders te doen.’

 

Over het Kwaliteitskader Fysiotherapie en Oefentherapie  
De afgelopen maanden hebben diverse zorgpartijen gewerkt aan het Kwaliteitskader Fysiotherapie en Oefentherapie. In dit kader staat beschreven wat onder goede fysio- en oefentherapie wordt verstaan en wat patiënten mogen verwachten. Ook zijn afspraken vastgelegd over hoe fysio- en oefentherapeuten deze zorg evalueren en borgen, met elkaar en samen met de patiënt. Daarnaast biedt het Kwaliteitskader een overzicht van ontwikkelpunten waar we als beroepsgroepen meer over willen leren en verbeteren. De ontwikkeling van het kwaliteitskader maakt onderdeel uit van een adviestraject dat moet leiden tot betere toegang tot fysiotherapeutische en oefentherapeutische zorg. Hier lees je meer over het Kwaliteitskader