Lage rugpijn en lumbosacraal radiculair syndroom [richtlijn]

A.2.2 Maatschappelijke impact

Lage rugpijn is nationaal en internationaal een van de belangrijkste oorzaken van beperkingen in het dagelijks leven. De vele beperkingen bij een minderheid van de mensen met lage rugpijn in combinatie met het veelvuldig vóórkomen van de lage rugpijn zorgt voor een zeer grote maatschappelijke impact. De medische kosten van de zorg voor nek- en rugklachten bedroegen 937 miljoen euro in 2017. Dat komt overeen met 14% van de totale zorgkosten die gemaakt werden voor ziekten van het bewegingsstelsel en bindweefsel en 1,07% van de totale kosten van de gezondheidszorg in Nederland. Van de zorguitgaven voor nek- en rugklachten werd 62% besteed aan ziekenhuiszorg, 12% aan eerstelijnszorg, en 11% aan overige aanbieders. Vergelijkbare cijfers voor niet-medische kosten (zoals werkverzuim of productiviteitsverlies) zijn niet beschikbaar, maar de verhouding tussen medische en niet-medische kosten wordt geschat op 12% voor medische en 88% voor niet-medische kosten.

Lage rugpijn is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van leven met een beperking. Tussen 1990 en 2007 nam het aantal geleefde jaren met beperkingen als gevolg van lage rugpijn toe met 30% (met een range van 28-32%) (GBD 2017 Disease Injury Incidence Prevalence Collaborators 2018). De meeste mensen met lage rugpijn hebben een laag niveau van beperkingen. Echter, de hoge prevalentie van lage rugpijn in combinatie met een grote mate van beperkingen in een kleine minderheid van de gevallen zorgt voor een zeer grote maatschappelijke impact (Hartvigsen 2018). De algehele toename van de wereldwijde maatschappelijke impact van lage rugpijn is bijna volledig te wijten aan de toename van de bevolking en vergrijzing, aangezien de prevalentie niet lijkt toe te nemen (Hoy 2010). Beperkingen als gevolg van lage rugpijn zijn het hoogst in de 25- tot 65-jarige beroepsbevolking (Hartvigsen 2018).

De kosten voor lage rugpijn worden in het algemeen gerapporteerd als medische kosten (gezondheidszorg) en niet-medische kosten (werkverzuim of productiviteitsverlies). Andere niet-medische kosten, zoals die voor vervoer naar afspraken, bezoeken aan complementaire en alternatieve artsen en informele hulp die niet door het gezondheidszorgsysteem is vastgelegd, worden meestal niet gerapporteerd. Dit betekent dat de meeste studies de totale maatschappelijke kosten van lage rugpijn onderschatten.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu rapporteert dat de medische kosten in Nederland voor nek- en rugklachten in 2017 937 miljoen euro bedroegen (Volksgezondheidenzorg.info), ofwel 14% van de totale zorgkosten die in dat jaar gemaakt werden voor ziekten van het bewegingsstelsel en bindweefsel en 1,07% van de totale kosten van de gezondheidszorg in Nederland. Van de kosten voor nek- en rugklachten werd 62% besteed aan ziekenhuiszorg, 12% aan eerstelijnszorg en 11% aan overige aanbieders. In vergelijking met 2017 waren de medische kosten in Nederland voor nek- en rugklachten in 2011 hoger (1,3 miljard euro) en procentueel waren er lagere kosten voor ziekenhuiszorg (38%) en hogere kosten voor eerstelijnszorg (29%) (Volksgezondheidenzorg.info).

In een onderzoek van Lambeek naar de ziektekosten zijn relevante gegevens verzameld uit nationale registers, rapporten van onderzoeksinstituten, beschrijvende studies en bedrijfsgezondheidszorg (Lambeek 2011). Het doel van deze studie was om de totale kosten van rugpijn voor de Nederlandse samenleving voor de jaren 2002-2007 te schatten op basis van medische en niet-medische kosten voor lage rugpijn (Lambeek 2011). De totale maatschappelijke kosten van rugpijn daalden van 4,3 miljard euro in 1991 tot 3,5 miljard euro in 2007 (Lambeek 2011). Het aandeel van deze kosten bedroeg ongeveer 0,9% van het bruto nationaal product (BNP) in 2002 en 0,6% van het BNP in 2007. De verhouding tussen medische en niet-medische kosten is in de loop van de jaren niet merkbaar veranderd, dat wil zeggen 12% voor medische en 88% voor niet-medische kosten. De daling van de kosten in de periode 1991 tot 2007 lijkt voornamelijk het gevolg geweest te zijn van een wijziging van de wetgeving voor arbeidsgeschiktheidspensioenen en implementatie van evidence-based zorg (Lambeek 2011).

    • GBD 2017 Disease Injury Incidence Prevalence Collaborators. Global, regional, and national incidence, prevalence, and years lived with disability for 354 diseases and injuries for 195 countries and territories, 1990-2017: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2017. Lancet (London, England). 2018;392(10159):1789-858.
    • Hartvigsen J, Hancock MJ, Kongsted A, Louw Q, Ferreira ML, Genevay S, Hoy D, Karppinen J, Pransky G, Sieper J, Smeets RJ, Underwood M, Lancet Low Back Pain Series Working G. What low back pain is and why we need to pay attention. Lancet (London, England). 2018;391(10137):2356-67.
    • Hoy D, Bain C, Williams G, March L, Brooks P, Blyth F, Woolf A, Vos T, Buchbinder R. A systematic review of the global prevalence of low back pain. Arthritis Rheum. 2012;64(6):2028-37.
    • Hoy D, March L, Brooks P, Woolf A, Blyth F, Vos T, Buchbinder R. Measuring the global burden of low back pain. Best Pract Res Clin Rheumatol. 2010;24(2):155-65.
    • Lambeek LC, van Tulder MW, Swinkels IC, Koppes LL, Anema JR, van Mechelen W. The trend in total cost of back pain in The Netherlands in the period 2002 to 2007. Spine. 2011;36(13):1050-8.
    • Volksgezondheideninfo.nl. Nek- en rugklachten, kosten, zorguitgaven. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Beschikbaar via: https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/nek-en-rugklachten/kosten/zorguitgaven#. Geraadpleegd op 3 oktober 2019.