Beroerte [richtlijn]

D.2 Prognostische determinanten voor verandering in de chronische fase

Op de lange termijn blijkt een groot percentage van de patiënten nog beperkingen te hebben bij het uitvoeren van activiteiten. Hoewel het merendeel van de patiënten in de periode die volgt op de eerste zes maanden na het CVA niet verder herstelt, blijkt, afhankelijk van de uitkomstmaat, 10 tot 40% van de patiënten ook daarna nog verder te verbeteren of juist geleidelijk aan te verslechteren buiten de 95%-grenzen van de meetfout. Significante verslechtering of zich voortzettende verbetering legitimeert het continueren of opnieuw starten van fysiotherapie in de chronische fase.

Hoofdstuk E, F en G