Osteoporose [richtlijn]
B.4.3 Aanvullend onderzoek
Bij een vermoeden van een verhoogd valrisico als gevolg van een verminderde spierkracht of balans kunnen in het aanvullend onderzoek verschillende meetinstrumenten worden afgenomen.
In aanvulling op de aanbevolen meetinstrumenten, die in paragraaf B.5 worden benoemd, kan de fysiotherapeut, indien gewenst, de volgende aanvullende onderzoeken verrichten (optionele meetinstrumenten):
- Situatieanalyse, bestaande uit omgevings- en schoeiselcontrole. Patiënten kunnen de veiligheid in en om hun huis zelf controleren met behulp van de checklist ‘Veiligheid en valpreventie in en om het huis’ van de Osteoporose Stichting.
- Kwaliteit van leven. De Qualitiy of life vragenlijst QUALEFFO kan worden gebruikt om bevindingen te objectiveren en het handelen te evalueren.
- Relatie belasting-belastbaarheid. De fysiotherapeut test de conditie met behulp van de 6-Minuten wandeltest, de Astrand-fietstest (AF) of een wandeltest met oplopende snelheid.
Algemene informatie
- Alle aanbevelingen
- Leeswijzer
- Inleiding
- A.1 Doelstellingen en doelgroep
- A.2 Afbakening en omvang van het probleem
- A.3 Epidemiologische gegevens
- A.4 Risicofactoren voor ontstaan van osteoporose
- A.5 Risicofactoren voor fracturen
- A.6 Gevolgen van fracturen
- A.7 Risicofactoren voor vallen
- A.8 Beïnvloeden van risicofactoren
- A.9 Rol van de fysiotherapie
- A.10 Probleemgebieden
Diagnostisch proces
- B.1 Aanmelding en verwijzing
- B.2 DTF
- B.2.1 Inventarisatie hulpvraag
- B.2.2 Screening pluis/niet-pluis
- B.2.3 Informeren en adviseren
- B.3 Anamnese
- B.4 (Aanvullend) onderzoek
- B.4.1 Inspectie/observatie en palpatie
- B.4.2 Lichamelijk onderzoek
- B.4.3 Aanvullend (lichamelijk) onderzoek
- B.5 Meetinstrumenten
- B.6 Analyse en behandelplan
Therapeutisch proces
- C.1 Doelstellingen
- C.2 Beschrijving geïncludeerde studies
- C.3 Conclusies ten aanzien van het effect van lichaamsbeweging op osteoporose
- C.3.1 Effecten van lichaamsbeweging op botdichtheid of botsterkte
- C.3.2 Effecten van lichaamsbeweging op val- en fractuurincidentie
- C.3.3 Effecten van lichaamsbeweging op spierkracht
- C.3.4 Effecten van lichaamsbeweging op balans
- C.3.5 Effecten van lichaamsbeweging op uithoudingsvermogen
- C.3.6 Effecten van lichaamsbeweging op loopsnelheid
- C.3.7 Effecten van lichaamsbeweging op adl-activiteiten
- C.4 Het bevorderen van gedragsverandering
- C.5 Oefenen en trainen
- C.5.1 Inclusie- en exclusiecriteria voor een oefenprogramma
- C.5.2 De intake voor een oefenprogramma
- C.5.3 Meetinstrumenten ter evaluatie van een oefenprogramma
- C.6 Evaluatie
- C.7 Nazorg en preventie