Osteoporose [richtlijn]

Alle aanbevelingen

Diagnostisch proces

 

(1) Rode vlaggen
Bij elke patiënt dient de fysiotherapeut na te gaan of er rode vlaggen aanwezig zijn. In geval van een of meerdere rode vlaggen moet de patiënt worden geïnformeerd en krijgt de patiënt het advies om contact op te nemen met de huisarts (in geval van Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie, DTF) of verwijzend arts (niveau 4).
Kwaliteit van de gevonden artikelen: D.

 

(2) Anamnese
Bij het inventariseren van de gezondheidsproblemen van mensen met osteoporose moet de fysiotherapeut de gezondheidstoestand in kaart brengen door, volgens het ICF-model, gebruik te maken van de gezondheidsdomeinen: functies en anatomische eigenschappen, activiteiten, participatie, externe en persoonlijke factoren (niveau 4).
Kwaliteit van de gevonden artikelen: D.

 

Therapeutisch proces

 

(3) Bevorderen of in stand houden van de botmineraaldichtheid (niveau 1 t/m 4)
Oefeningen ter bevordering of instandhouding van de botmineraaldichtheid moeten langdurig worden volgehouden; het duurt ongeveer 1 jaar voordat een effect op de botdichtheid zichtbaar is. Het verdient aanbeveling om oefeningen ter behoud of bevordering van de botdichtheid dagelijks uit te voeren.

Oefeningen ter bevordering of instandhouding van de botmineraaldichtheid moeten bij voorkeur gewichtsdragend zijn, bijvoorbeeld gewichtsdragende oefeningen in de vorm van krachttraining of wandelen. De intensiteit van deze oefeningen moet voldoende zijn:

  • krachtoefeningen moeten een intensiteit hebben van 70-90% van het 1RM;
  • er moet worden gewandeld met een snelheid van meer dan 6 km/uur.

Indien veilig en mogelijk voor de patiënt, verdienen zogeheten high-impactoefeningen, zoals springen, de voorkeur boven low-impactoefeningen.

Ter bevordering van de botdichtheid van de pols worden krachtoefeningen van de armen aanbevolen, omdat in de pols van gewichtsdragende oefeningen geen effect wordt verwacht. Om het effect van krachttraining op de botdichtheid te optimaliseren, wordt aanbevolen om oefeningen met een snelle, meer explosieve krachtopbouw te kiezen.

Kwaliteit van de gevonden artikelen: A1 (Asikainen et al., 2004160; Bonaiuti et al., 2002138; De Kam et al., 2009140; Ernst et al., 1998243; Kelley et al., 2001241; Palombaro 2005171; Sheth et al., 1999162;Wolff et al., 1999172; Zehnacker et al., 2007165), A2 (Chillibeck et al., 2002177; Hourigan et al., 2008143; Korpelainen et al., 2006121; Liu-Ambrose et al., 2004131; Papaioannou et al., 2003146; Sinaki et al., 2002188; Uusi-Rasi et al., 2003190; Woo et al., 2007191), B (Borer et al., 2007173; Chan et al., 2004175; Cheng et al., 2002176; Englund et al., 2005180; Going et al., 2003182; Gusi et al., 2006183; Huuskonen et al., 2001244; Karinkanta et al., 2007184; Kontulainen et al., 2004245; Maddalozzo et al., 2007185; Milliken et al., 2003186; Rhodes et al., 2000187; Stengel et al., 2005119 en 2007120; Swanenburg et al., 2007148; Vainionpäa et al., 2005133; Wu et al., 2006117) en D.

 

(4) Val- en fractuurincidentie (niveau 1 t/m 3)
Ter verlaging van de val- en fractuurincidentie bij mensen met osteoporose worden functionele oefeningen voor kracht en balans aanbevolen.

A1 (Baker et al., 2007161; Gillespie et al. 2009113), A2 (Beyer et al., 2007197; Freiberger et al., 2007199; Korpelainen et al., 2006121; Lin et al., 2007200; Lord et al., 2005201; Luukinen et al., 2007126; Mahoney et al., 2007202; Means et al., 2005203; Voukelatos et al., 2007205en Woo et al., 2007191)en B (Faber et al., 2006198; Li et al., 2004127, 2005128; Sakamoto et al., 2006204 en Weerdesteyn et al., 2006206).

 

(5) Spierkracht (niveau 1 en 2)
Ter verbetering van de spierkracht wordt geadviseerd om 2-3 keer per week te trainen met 8-10 verschillende oefeningen voor de grote spiergroepen, en een intensiteit van minstens 50% van het 1RM. Ter versterking van de rugspieren worden extensieoefeningen van de rug met een lage intensiteit geadviseerd.

Kwaliteit van de gevonden artikelen: A1 (Asikainen et al., 2004160), A2 (Baker et al., 2007213;Beyer et al., 2007197; Chilibeck et al., 2002177; De Vreede et al. 2005217) en B (Beneka et al., 2005214; Chien et al., 2005154; Going et al., 2003182, Henwood et al., 2006221; Hongo et al., 2007155; Kalapotharakos et al., 2005222;Karinkanta et al., 2007184; Maddalozzo et al., 2007185; Orr et al., 2006227; Rhodes et al., 2008187 en Stewart et al., 2005189).

 

(6) Balans (niveau 1 t/m 3)
Ter verbetering van de balans worden functionele balansoefeningen geadviseerd in een frequentie van 3 keer per week. Daarnaast kan vibratietraining de balans helpen verbeteren.

Kwaliteit van de gevonden artikelen: A1 (de Kam et al., 2009140), A2 (Beyer et al., 2007197; De Bruin et al., 2007216; Freiberger et al., 2007199; Lin et al., 2007200; Means et al., 2005203; Voukelatos et al., 2007205 en Yang et al., 2007238), B (Bogaerts et al., 2007124; Bruyere et al., 2005234; Cheung et al., 2007235; Donat et al., 2007208; Gusi et al., 2006183; Karinkanta et al., 2007184; Li et al., 2004127 en 2005128, Rosendahl et al., 2006228; Weerdesteyn et al., 2006206 en Zhang et al., 2006210).

 

(7) Uithoudingsvermogen Iniveau 2)
Ter verbetering van het uithoudingsvermogen wordt een aerobe trainingsvorm geadviseerd in een frequentie van minstens 3 keer per week en een intensiteit die overeenkomt met minstens 50% van de VO2max of HRreserve of 12-13 op de BORG RPE-schaal.

Kwaliteit van de gevonden artikelen: B (Asikainen et al., 2006212; Chubak et al., 2006178; Kalapotharakos et al., 2006223; Marsh et al., 2006236 en Stewart et al., 2005189) en A2 (Evans et al., 2007181).

 

(8) Loopsnelheid (niveau 2)

Ter verbetering van de loopsnelheid wordt in elk geval geadviseerd om in het programma een aerobe training in de vorm van lopen op te nemen.

Kwaliteit van de gevonden artikelen: A1 (Baker et al., 2007161) en A2 (Baker et al., 2007213 en Freiberger et al., 2007199).

 

(9) adl-activiteiten (niveau 2)
Ter bevordering van de adl-activiteiten wordt geadviseerd om adl-gerichte oefenvormen te kiezen.

Kwaliteit van de gevonden artikelen: A2 (De Vreede et al., 2005217).