Osteoporose [richtlijn]
B.4 (Aanvullend) onderzoek
Het onderzoek bestaat uit: inspectie/observatie, palpatie, lichamelijk onderzoek en vaardigheidsanalyse. De omvang van en de strategie voor het onderzoek zijn afhankelijk van de hulpvraag en het (de) probleemgebied(en) van de patiënt. Doel is het inventariseren van actuele stoornissen en beperkingen in relatie tot de participatieproblemen.
Prognostische factoren voor een verhoogd valrisico
- Niet zonder handen uit de stoel kunnen opstaan.
- Verminderd evenwicht tijdens draaien (360º).
- Verminderd evenwicht bij het staan op één been en omhoog reiken.
- Stoppen met lopen tijdens praten.
- Lagere staphoogte (voet niet helemaal van de grond)
- Kortere staplengte (voet niet voorbij andere voet)
- Minder stapcontinuïteit (stoppen tussen passen)
- Moeite met draaien tijdens het lopen (niet vloeiend).
Deze factoren worden getest met de Get-Up-and-Go test (GUG). In zijn algemeenheid geldt dat er sprake is van een verhoogd valrisico als de GUG langer duurt dan 20 seconden.
Algemene informatie
- Alle aanbevelingen
- Leeswijzer
- Inleiding
- A.1 Doelstellingen en doelgroep
- A.2 Afbakening en omvang van het probleem
- A.3 Epidemiologische gegevens
- A.4 Risicofactoren voor ontstaan van osteoporose
- A.5 Risicofactoren voor fracturen
- A.6 Gevolgen van fracturen
- A.7 Risicofactoren voor vallen
- A.8 Beïnvloeden van risicofactoren
- A.9 Rol van de fysiotherapie
- A.10 Probleemgebieden
Diagnostisch proces
- B.1 Aanmelding en verwijzing
- B.2 DTF
- B.2.1 Inventarisatie hulpvraag
- B.2.2 Screening pluis/niet-pluis
- B.2.3 Informeren en adviseren
- B.3 Anamnese
- B.4 (Aanvullend) onderzoek
- B.4.1 Inspectie/observatie en palpatie
- B.4.2 Lichamelijk onderzoek
- B.4.3 Aanvullend (lichamelijk) onderzoek
- B.5 Meetinstrumenten
- B.6 Analyse en behandelplan
Therapeutisch proces
- C.1 Doelstellingen
- C.2 Beschrijving geïncludeerde studies
- C.3 Conclusies ten aanzien van het effect van lichaamsbeweging op osteoporose
- C.3.1 Effecten van lichaamsbeweging op botdichtheid of botsterkte
- C.3.2 Effecten van lichaamsbeweging op val- en fractuurincidentie
- C.3.3 Effecten van lichaamsbeweging op spierkracht
- C.3.4 Effecten van lichaamsbeweging op balans
- C.3.5 Effecten van lichaamsbeweging op uithoudingsvermogen
- C.3.6 Effecten van lichaamsbeweging op loopsnelheid
- C.3.7 Effecten van lichaamsbeweging op adl-activiteiten
- C.4 Het bevorderen van gedragsverandering
- C.5 Oefenen en trainen
- C.5.1 Inclusie- en exclusiecriteria voor een oefenprogramma
- C.5.2 De intake voor een oefenprogramma
- C.5.3 Meetinstrumenten ter evaluatie van een oefenprogramma
- C.6 Evaluatie
- C.7 Nazorg en preventie