Osteoporose [richtlijn]
Inleiding
De herziening van de 'KNGF-richtlijn Osteoporose' van het Koninklijk Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) dient als leidraad voor mensen met gezondheidsproblemen die samenhangen met osteoporose en de rol van de fysiotherapeut hierbij. In de richtlijn wordt het diagnostisch en therapeutisch proces beschreven conform het methodisch fysiotherapeutisch handelen. De Praktijkrichtlijn dient als leidraad voor het fysiotherapeutisch handelen; in de Verantwoording worden de in de Praktijkrichtlijn gemaakte keuzes toegelicht. Deze herziene richtlijn kan worden gezien als een beroepsspecifieke invulling van de multidisciplinaire 'CBO-richtlijn Osteoporose en Fractuurpreventie' die in 2011 is ontwikkeld door een multidisciplinaire werkgroep van onder andere medisch specialisten, huisartsen en fysiotherapeuten, onder auspiciën van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. De inhoud van de richtlijn is op hoofdlijnen afgestemd op de aanbevelingen zoals beschreven in de 'NHG-Standaard Osteoporose' en genoemde multidisciplinaire richtlijn.
Hoewel de aandoening osteoporose op zichzelf geen verwijsindicatie voor fysiotherapie hoeft te zijn, kunnen de met osteoporose samenhangende problemen, bijvoorbeeld pijn, bewegingsangst, houdingsproblemen, verminderde spierkracht of een afgenomen balans, fysiotherapeutische behandeling behoeven. Ook kunnen fysiotherapeuten patiënten (voor een ander gezondheidsprobleem) behandelen, die mogelijk (ook) osteoporose hebben of kunnen ontwikkelen. In dat geval is case-finding van belang.
Deze richtlijn vervangt de oorspronkelijke richtlijn (2001) en de update ervan uit 2005.
De richtlijn beschrijft de rol van de fysiotherapeut vanuit een breed perspectief. De fysiotherapeut moet zelf de informatie selecteren die van belang is voor de individuele patiënt.
De 'KNGF-richtlijn Osteoporose' is een leidraad voor het fysiotherapeutisch handelen bij patiënten met osteoporose en met osteoporose samenhangende gezondheidsproblemen. In de richtlijn worden het diagnostisch en therapeutisch proces beschreven conform het methodisch fysiotherapeutisch handelen. Op dit moment zijn er in Nederland 2 andere richtlijnen over diagnostiek en behandeling bij osteoporose beschikbaar, namelijk de 'NHG-standaard Osteoporose'1 en de multidisciplinaire 'CBO-richtlijn Osteoporose en Fractuurpreventie' (van het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO)2
De 'KNGF-richtlijn Osteoporose' is afgestemd op de multidisciplinaire richtlijn en vervangt de 'KNGF-richtlijn Osteoporose' van 2001 en de daaropvolgende update van 2005.
Algemene informatie
- Alle aanbevelingen
- Leeswijzer
- Inleiding
- A.1 Doelstellingen en doelgroep
- A.2 Afbakening en omvang van het probleem
- A.3 Epidemiologische gegevens
- A.4 Risicofactoren voor ontstaan van osteoporose
- A.5 Risicofactoren voor fracturen
- A.6 Gevolgen van fracturen
- A.7 Risicofactoren voor vallen
- A.8 Beïnvloeden van risicofactoren
- A.9 Rol van de fysiotherapie
- A.10 Probleemgebieden
Diagnostisch proces
- B.1 Aanmelding en verwijzing
- B.2 DTF
- B.2.1 Inventarisatie hulpvraag
- B.2.2 Screening pluis/niet-pluis
- B.2.3 Informeren en adviseren
- B.3 Anamnese
- B.4 (Aanvullend) onderzoek
- B.4.1 Inspectie/observatie en palpatie
- B.4.2 Lichamelijk onderzoek
- B.4.3 Aanvullend (lichamelijk) onderzoek
- B.5 Meetinstrumenten
- B.6 Analyse en behandelplan
Therapeutisch proces
- C.1 Doelstellingen
- C.2 Beschrijving geïncludeerde studies
- C.3 Conclusies ten aanzien van het effect van lichaamsbeweging op osteoporose
- C.3.1 Effecten van lichaamsbeweging op botdichtheid of botsterkte
- C.3.2 Effecten van lichaamsbeweging op val- en fractuurincidentie
- C.3.3 Effecten van lichaamsbeweging op spierkracht
- C.3.4 Effecten van lichaamsbeweging op balans
- C.3.5 Effecten van lichaamsbeweging op uithoudingsvermogen
- C.3.6 Effecten van lichaamsbeweging op loopsnelheid
- C.3.7 Effecten van lichaamsbeweging op adl-activiteiten
- C.4 Het bevorderen van gedragsverandering
- C.5 Oefenen en trainen
- C.5.1 Inclusie- en exclusiecriteria voor een oefenprogramma
- C.5.2 De intake voor een oefenprogramma
- C.5.3 Meetinstrumenten ter evaluatie van een oefenprogramma
- C.6 Evaluatie
- C.7 Nazorg en preventie