Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn [richtlijn]

C.7 Afsluiting, verslaglegging, verslaggeving

Bij de afsluiting van de behandeling dient in ieder geval de datum en de reden van afsluiting (doelen wel, gedeeltelijk of niet bereikt) te worden genoteerd. Ook specifieke afspraken die met de patiënte zijn gemaakt, dienen te worden genoteerd.

Verslaglegging vindt gedurende het hele behandelproces plaats volgens de stappen van het methodisch handelen (zie de vigerende KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische dossiervoering). Zo dient te worden genoteerd dat de behandeling plaatsvindt volgens de 'KNGF-richtlijn Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn'.

Tevens dienen afwijkingen van de richtlijn plus de reden daarvoor altijd vastgelegd te worden, evenals contra-indicaties voor verdere fysiotherapeutische behandeling. Bij beëindiging van de behandeling dient de huisarts, verloskundige en, indien de patiënte werd verwezen door de gynaecoloog, ook deze laatste geïnformeerd te worden over het behandelresultaat. Indien van toepassing, worden gegevens over de nazorg gerapporteerd. Wanneer er sprake was van directe toegankelijkheid dient eventueel overleg met de huisarts of verloskundige plaats te vinden.

Bij een controleconsult bij de gynaecoloog of verloskundige dient de fysiotherapeut verslag te doen aan de huisarts over het verloop en de resultaten van de behandeling. Voor een goede afstemming kan gebruikgemaakt worden van (een van de vijf) handreikingen voor samenwerking tussen huisarts en fysiotherapeut.

De behandeling wordt gestopt als de patiënte de behandeldoelen heeft bereikt of als de patiënte de behandeldoelen gedeeltelijk heeft bereikt terwijl de patiënte naar verwachting de behandeldoelen zelfstandig kan bereiken. De verwijzer wordt (eventueel) tussentijds, en in ieder geval na het beëindigen van de behandelperiode, geïnformeerd over de behandeling, de behandeldoelen en -resultaten en de gegeven adviezen (zie 'KNGF-richtlijn Gestructureerde informatie-uitwisseling tussen huisarts en fysiotherapeut'(voorheen 106). De behandeling wordt ook gestopt als de patiënte de behandeldoelen niet bereikt heeft en de fysiotherapeut inschat dat de patiënte het maximale heeft bereikt. Dan wordt de patiënte terugverwezen naar de verwijzer. Wanneer de patiënte zonder toestemming (DTF) bij de fysiotherapeut is gekomen, vindt, met toestemming van de patiënt, eventueel overleg plaats met de huisarts en/of verloskundige.

Voor verslaglegging wordt verwezen naar de vigerende 'KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische dossiervoering' (voorheen 107)  Het is wenselijk om in het eindverslag, naast de minimaal vereiste gegevens, te vermelden of er volgens de KNGF-richtlijn Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn is behandeld, op welke punten van deze richtlijn is afgeweken en of er afspraken zijn gemaakt betreffende controlebehandelingen en nazorg. Voor een goede afstemming van de communicatie met de verwijzer (onder andere voor de inhoud van de verslaggeving) kan gebruik gemaakt worden van de vijf handreikingen voor de samenwerking tussen huisarts en fysiotherapeut, oefentherapeut Cesar en oefentherapeut Mensendieck inzake indicatiestelling, consultatie, verwijsbrief, tussentijds contact en verslaggeving.