Meniscectomie [richtlijn]

B.5 Behandelplan

In overleg met de patiënt worden de individuele behandeldoelen bepaald. Het algemene beoogde einddoel van de fysiotherapeutische behandeling is gericht op begeleiding van de patiënt naar een ‘zo volledig mogelijk functieherstel’. De hulpvraag van de patiënt en het individuele functieniveau van vóór de operatie bepalen in grote mate hoe ‘zo volledig mogelijk functieherstel’ wordt omschreven. Er is sprake van een ‘volledig functieherstel’ als minimaal hetzelfde niveau van functioneren wordt bereikt als vóór het letsel het geval was. ‘Volledig functieherstel’ zal niet bij alle patiënten mogelijk zijn. Aan de hand van de hoofddoelstelling worden de subdoelen (afgeleide doelen) en tussendoelen bepaald. Ook hier wordt gekeken of deze doelen, direct of indirect, fysiotherapeutisch te beïnvloeden zijn.

Het behandelplan moet worden opgesteld in samenspraak met de patiënt. De patiënt moet de gelegenheid hebben gekregen te reageren op of wijzigingen aan te brengen in het voorgestelde plan en (mondelinge) goedkeuring hebben gegeven om te starten met de behandeling.

In het individuele behandelplan worden verder de behandelstrategie, de verrichtingen, de verwachte duur van de behandelepisode, het verwachte aantal sessies, de behandelfrequentie per fase en de datum, wijze en frequentie van de evaluatie opgenomen, inclusief eventuele multidisciplinaire afspraken met bijvoorbeeld de medisch specialist, de huisarts en/of de bedrijfsarts. De duur van de behandelepisode is gekoppeld aan de prognose. Tijdens de behandeling moet er een afname van stoornissen en een toename van activiteiten en participatie meetbaar zijn. Het stagneren van verbetering is een indicatie om contact op te nemen met de medisch behandelaar/arts.

Na de anamnese en het onderzoek formuleert de fysiotherapeut in overleg met de patiënt het behandelplan. Het behandelplan omvat de fysiotherapeutische behandeldoelen en de prioritering ervan. De hoofddoelstelling, die in het behandelplan centraal staat, sluit aan bij de hulpvraag van de patiënt.

Bij de formulering van de behandeldoelen en de hoofddoelstelling wordt rekening gehouden met de motivatie, de mogelijkheden en het begrip van de patiënt. Na formulering van de behandeldoelen kiest de fysiotherapeut verrichtingen om de geformuleerde doelen te bereiken. Dat kan zijn het sturen en/of oefenen van functies en/of activiteiten, maar ook het geven van informatie en adviezen. De behandeldoelstellingen en verrichtingen voor patiënten na een meniscectomie komen in paragraaf C.1 uitgebreid aan de orde.

Behalve de behandeldoelen en de verrichtingen bevat het behandelplan het verwachte aantal sessies, de behandelfrequentie en de behandellocatie (aan huis, in de praktijk, in een instelling). Uitgangspunt voor het voorlichtingsplan is de behoefte aan informatie, adviezen en coaching die tijdens het diagnostisch proces in kaart is gebracht.