Meniscectomie [richtlijn]

B.4 Analyse

Op basis van de verwijsgegevens, de gegevens uit de anamnese en het functieonderzoek wordt er in de analyse een antwoord geformuleerd op de volgende vragen: 

  1. Wat zijn de belangrijkste gezondheidsproblemen (zie paragraaf A.3.1) van de patiënt (met de nadruk op instabiliteit/beweeglijkheid en de gevolgen daarvan op (bewegend) functioneren)? Is er alleen sprake van meniscectomie of is er ook sprake van artrotische verschijnselen, instabiliteit en dergelijke? Zijn er alarmsignalen (rode vlaggen)? 
  2. Zijn er verbanden tussen de stoornissen in anatomische eigenschappen en functies, beperkingen in activiteiten en participatieproblemen? Zo ja, welke? 
  3. Zijn er prognostische belemmerende en/of bevorderende factoren, externe en persoonlijke factoren (bijvoorbeeld angst, verminderd inzicht), die invloed hebben op het functioneel herstel? Zo ja, welke? 
  4. In welke fase van herstel bevindt de patiënt zich en is er sprake van een normaal of een vertraagd herstelproces? 
  5. Vindt instroom in het therapeutisch proces plaats in de minder belaste of in de belaste fase?

    Het antwoord op deze vragen vormt de fysiotherapeutische diagnose.

Aansluitend moeten ook de volgende vragen nog worden beantwoord:

  1. Is er een indicatie voor fysiotherapeutische behandeling (zijn de gezondheidsproblemen door fysiotherapie te beïnvloeden)? 
  2. Kan de patiënt worden behandeld volgens de 'KNGF-richtlijn Meniscectomie'?

Als het antwoord op de laatste twee vragen ‘ja’ is, kan worden gestart met het opstellen van het behandelplan. Als vraag 6 met ‘nee’ wordt beantwoord, wordt de patiënt terugverwezen naar de verwijzer. Als de patiënt gebruik had gemaakt van DTF wordt overlegd met of verwezen naar de huisarts of de specialist die de operatie heeft uitgevoerd.

Als vraag 7 met ‘nee’ wordt beantwoord, wordt de motivatie hiervoor genoteerd in dossier van de patiënt.

Een van de belangrijkste vragen die in deze fase beantwoord dient te worden, is of er sprake is van normaal herstel en of de geconstateerde problemen, direct of indirect, te beïnvloeden zijn door fysiotherapeutische interventies. De volgende vragen kunnen hier richting aan geven: 

Met betrekking tot het gezondheidsprobleem:

  • Welke gezondheidsproblemen (in termen van stoornissen in fysiologische functies, anatomische eigenschappen, beperkingen in activiteiten en participatieproblemen) zijn er? Zijn er alarmsignalen (rode vlaggen) die verwijzing behoeven naar de huisarts?
  • Welke verbanden zijn er tussen de stoornissen, beperkingen en participatieproblemen? In welke mate zijn de stoornissen van invloed op de beperkingen en participatieproblemen?
  • Welke klachten staan op de voorgrond?

Met betrekking tot de fase van herstel:

  • In welke fase van herstel zit de patiënt?
  • Is er sprake van een normaal of een vertraagd herstelproces, zijn de bevindingen in overeenstemming met het normale herstelproces (mate van herstel, duur van het herstel)?
  • Komt de patiënt in de belaste of minder belaste fase in het therapeutisch proces?

Met betrekking tot prognostische factoren:

  • Zijn er belemmerende factoren die mogelijk de duur van het normale herstel negatief beïnvloeden? Zo ja, welke?

De antwoorden op deze vragen zijn het fundament voor het kunnen stellen van de fysiotherapeutische diagnose.

Daarna worden nog de volgende vragen gesteld:

  • Zijn de gezondheidsproblemen (in termen van stoornissen, beperkingen en participatieproblemen) met fysiotherapie te beïnvloeden, ofwel is er fysiotherapie geïndiceerd?
  • Kan de patiënt worden behandeld volgens de KNGF-richtlijn ‘Meniscectomie’?

Indien (een van) de laatste twee vragen negatief wordt beantwoord, is het van belang na te gaan wat de oorzaak hiervan is. Overleg met de verwijzer kan nodig zijn, zeker wanneer de patiënt via DTF bij de fysiotherapeut komt. Het is mogelijk dat er wél een indicatie is voor fysiotherapie, maar dat de patiënt niet behandeld kan worden volgens de KNGF-richtlijn Meniscectomie (bijvoorbeeld als er een meniscectomie én een kruisbandletsel is).

Bij een positief antwoord op de vragen kan het behandelplan worden opgesteld en worden gestart met het therapeutisch proces.