Stress (urine-)incontinentie [richtlijn]

Alle aanbevelingen

Afbakening van het gezondheidsprobleem

1 Inventarisatie van etiologische factoren 
Aanbevolen wordt etiologische factoren systematisch te inventariseren om een idee te krijgen van de aard van de stoornis in het continentiemechanisme. 

 

Diagnostisch proces

2 Vaststellen van het type incontinentie (niveau 4)
De werkgroep adviseert de 3IQ-test te gebruiken voor het vaststellen van het type incontinentie.

3 Palpatie (niveau 4)  
De werkgroep adviseert bij het bepalen van de functie van de bekkenbodem gebruik te maken van het assessmentschema zoals beschreven in deze richtlijn. 

4 Functieonderzoek (niveau 4) 
De werkgroep adviseert ademhaling, houdingsregulatie, toilethouding en -gedrag te onderzoeken in samenhang met de functie van de bekkenbodemmusculatuur.

5 PRAFAB-vragenlijst (niveau 4)
De werkgroep adviseert voor het meten van de veranderingen in de gezondheidstoestand en het effect van de fysiotherapeutische interventie de PRAFAB-vragenlijst te gebruiken.

6 Mictiedagboek
De werkgroep adviseert een mictiedagboek te laten bijhouden voor het inventariseren van de ernst van het urineverlies en het evalueren van het resultaat van de behandeling.

7 Kwantificeren van de mate van urineverlies (niveau 4)
De werkgroep adviseert bij onduidelijkheid over de mate van urineverlies dit urineverlies te kwantificeren met de 24-uursverbandtest. 

8 Patiënt Specifieke Klachten (PSK) (niveau 4)
De werkgroep adviseert om zowel bij het inventariseren van het gezondheidsprobleem als bij het evalueren van het effect van de behandeling de PSK te gebruiken.

9 Globaal Ervaren Effect (GEE) (niveau 4)
De werkgroep adviseert voor het evalueren van de ervaren verbetering van het gezondheidstoestand de GEE te gebruiken.

 

Therapeutisch proces

10 Informeren en adviseren (niveau 4)
De werkgroep adviseert bij het informeren en adviseren gebruik te maken van anatomische platen en fantomen van de bekkenbodem en van voorlichtingsmaterialen zoals leefstijladviezen.

11 Vergroten van de algemene belastbaarheid (niveau 4)
De werkgroep adviseert het vergroten van de algemene belastbaarheid een plaats te geven binnen het behandelplan.

12 Frequentie en uitvoering van bekkenbodemspieroefeningen (BBSO) (niveau 4)
De werkgroep adviseert bij de behandeling van SUI BBSO van voldoende intensiteit en duur dagelijks toe te passen, waarbij aandacht wordt geschonken aan de correcte uitvoering daarvan en waarbij de oefeningen moeten zijn geïntegreerd in de activiteiten van het dagelijks leven.

13 Selectieve aanspanning van de bekkenbodemspieren (niveau 4)
De werkgroep adviseert bij patiënten die hun bekkenbodemspieren niet bewust en/of selectief kunnen aanspannen het oefenen van de bekkenbodemspieren te combineren met elektrostimulatie.

 

Preventie van SUI 

14 Trainen van de bekkenbodemspieren ter bevordering van postoperatieve herstel na een prostatectomie (niveau 4)
De werkgroep adviseert bij mannen die een prostatectomie moeten ondergaan preoperatieve training van de bekkenbodemspieren.