KANS [richtlijn]
A.6 Tijdpad
De werkgroep heeft ervoor gekozen geen tijdsindeling te koppelen aan de drie patiëntenprofielen en is van mening dat de fysiotherapeut bij alle patiënten, dus ook bij patiënten met kortdurende pijn, alert moet zijn op factoren die de kans op het ontstaan van chronische pijn vergroten.
Langdurige pijnklachten kunnen op zich weer een ongunstige factor vormen voor herstel. De relatie tussen het langer voortduren van de pijn en een slechtere prognose kan met veel factoren samenhangen: een langere duur van het pathofysiologische proces, de ontwikkeling van een chronisch pijnsyndroom waarbij fysieke en psychologische factoren en hun sociale gevolgen niet meer te scheiden zijn of een verankering van symptomen binnen een strijd om (juridische) erkenning.
Algemene informatie
Diagnostisch proces
Therapeutisch proces
- Inleiding
- C.1 Behandeldoelen
- C.1.1 Fysiotherapeutische behandeling
- C.1.1.1 Behandeling van nekpijn
- C.1.1.2 Behandeling van schouderaandoeningen
- C.1.1.3 Behandeling van epicondylitis lateralis
- C.1.1.4 Behandeling van carpaletunnelsyndroom
- C.1.1.5 Chronische pijn (niet specifiek KANS-gerelateerd)
- C.1.2 Behandeling volgens gedragsgeoriënteerde principes
- C.2 Behandeling per patiëntenprofiel I
- C.2.1 Patiëntenprofiel I
- C.2.2 Patiëntenprofiel II
- C.2.3 Patiëntenprofiel III
- C.3 Accenten in de therapie
- C.4 Multidisciplinaire benadering
- C.5 Hulpmiddelen
- C.6 Evaluatie
- C.7 Afsluiting, verslaggeving en -legging
- C.8 Hypothesen over ontstaans mechanismen