KANS [richtlijn]
C.5 Hulpmiddelen
De werkgroep is van mening dat bij patiënten die passen in profiel III terughoudend moet worden omgegaan met het adviseren van ergonomische hulpmiddelen. Zowel het adviseren van hulpmiddelen als het gebruik ervan kunnen inadequaat pijngedrag in stand houden doordat hulpmiddelen de aandacht vestigen op de symptomen en het denken aan externe oplossingen bestendigen.
Algemene informatie
Diagnostisch proces
Therapeutisch proces
- Inleiding
- C.1 Behandeldoelen
- C.1.1 Fysiotherapeutische behandeling
- C.1.1.1 Behandeling van nekpijn
- C.1.1.2 Behandeling van schouderaandoeningen
- C.1.1.3 Behandeling van epicondylitis lateralis
- C.1.1.4 Behandeling van carpaletunnelsyndroom
- C.1.1.5 Chronische pijn (niet specifiek KANS-gerelateerd)
- C.1.2 Behandeling volgens gedragsgeoriënteerde principes
- C.2 Behandeling per patiëntenprofiel I
- C.2.1 Patiëntenprofiel I
- C.2.2 Patiëntenprofiel II
- C.2.3 Patiëntenprofiel III
- C.3 Accenten in de therapie
- C.4 Multidisciplinaire benadering
- C.5 Hulpmiddelen
- C.6 Evaluatie
- C.7 Afsluiting, verslaggeving en -legging
- C.8 Hypothesen over ontstaans mechanismen