KANS [richtlijn]

C.1 Behandeldoelen

Er is een duidelijk onderscheid tussen de behandeling van patiënten met patiëntenprofiel I en II enerzijds en patiënten met patiëntenprofiel III anderzijds. Binnen alle patiëntenprofielen is echter het verstrekken van informatie, al dan niet gekoppeld aan een advies, een belangrijke verrichting.

De volgende algemene behandeldoelen gelden dan ook voor patiënten binnen alle drie de profielen:

  • de patiënt heeft meer kennis over en inzicht in de klachten;
  • de patiënt heeft de klachten onder controle;
  • de patiënt heeft kennis over en inzicht in eigen functioneren;
  • de patiënt heeft kennis over en inzicht in de factoren die van invloed zijn op het herstel van het gezondheidsprobleem;
  • de patiënt verwerft controle over het dynamische evenwicht tussen enerzijds belasting (externe factoren) en anderzijds belastbaarheid (persoonlijke factoren). 

ZIe ook het stroomdiagram dat het gezondheidsprobleem binnen het kader van de ICF plaatst.

Daarnaast verstrekt de fysiotherapeut profielspecifieke informatie. 

  • Bij patiënten met profiel I ligt de nadruk op informatie over het gezondheidsprobleem. Deze patiënten krijgen het advies om de belasting tijdelijk te verlagen om het herstel in gang te zetten.
  • Bij patiënten met profiel II ligt de nadruk op het leren afstemmen van de belasting op de belastbaarheid. Het stimuleren van gezond beweeggedrag staat centraal. 
  • Bij patiënten met profiel III is de informatie ook gericht op het adequaat leren omgaan met het gezondheidsprobleem, maar deze patiënten hebben intensievere begeleiding nodig in de vorm van een oefenprogramma. Daarin wordt gewerkt aan het geleidelijk opbouwen van de lichamelijke en mentale belastbaarheid.

De patiënt leert de informatie eerst toepassen in de oefensituatie en vervolgens in het dagelijks leven, in het bijzonder op het werk. De fysiotherapeut adviseert de patiënt zo veel mogelijk in zijn dagelijkse routine te blijven (aan het werk te blijven). Bij ziekteverzuim adviseert de fysiotherapeut de patiënt het werk te hervatten, zo nodig met (tijdelijk) aangepaste werktijden en -taken en eventueel een aangepaste werkplek (in overleg met de Arboarts).

De fysiotherapeut kiest samen met de patiënt welke behandeldoelen van toepassing zijn en of er aanvullende subdoelen nodig zijn.

Als algemeen behandeldoel geldt het vergroten van de kennis en het inzicht van de patiënt over het gezondheidsprobleem, het functioneren van de patiënt, factoren die voor de patiënt van invloed zijn op het herstel en over de wijze waarop deze factoren te beïnvloeden zijn, ongeacht het gezondheidsprofiel van de patiënt.

Met het oog op het verbeteren van de zelfredzaamheid dient de patiënt zelf controle te verwerven over het dynamische evenwicht tussen de belasting (de externe factoren) en de belastbaarheid (de persoonlijke factoren). Zie de volgende figuur.

Het gezondheidsprobleem binnen het kader van de Internationale Classificatie van het Menselijk Functioneren (ICF).

De patiënt leert dit inzicht allereerst toe te passen in de oefensituatie en vervolgens in het dagelijks leven (en in het geval van arbeidsgerelateerde klachten met name op het werk). Indien mogelijk dient, ongeacht het patiënten-profiel, voorkómen te worden dat de symptomen aanhouden of recidiveren en dat ernstige beperkingen in activiteiten en participatieproblemen ontstaan.

In geval van ziekteverzuim dient de patiënt te worden geadviseerd om zo veel mogelijk in zijn dagelijkse routine te blijven, te blijven werken, dan wel het werk te hervatten met zo nodig (tijdelijke) aanpassingen in werktijden, -taken en eventueel -plek (in overleg met de bedrijfsarts).