Enkelletsel [richtlijn]
C.1.1 Behandeling van acuut enkelletsel
De mate waarin de doelstellingen zullen worden bereikt, hangt onder andere af van de geïnventariseerde belemmerende factoren voor een ‘normaal’ herstelproces. In een ‘normaal’ herstelproces zijn vier fasen van weefselherstel te onderscheiden: de ontstekingsfase, de proliferatiefase, de vroege remodelleringsfase en de late remodelleringsfase. De behandelfasen van de patiënt in deze richtlijn zijn gerelateerd aan deze vier fasen (zie de volgende tabel).
Fasen in het ‘normale’ herstelproces.
Als de bevindingen niet in overeenstemming zijn met een ‘normaal’ herstelproces staan, in iedere fase, de volgende vragen centraal:
- Wat zijn de mogelijke oorzaken van een afwijking van het ‘normale’ herstel zoals ‘niet te verklaren pijn’, bovenmatige ontstekingsreactie en absoluut onvermogen om op het aangedane been te staan?
- Welke belemmerende factoren staan een ‘normaal’ herstel in de weg? Zijn deze factoren beïnvloedbaar door fysiotherapie en kan de patiënt behandeld worden volgens de richtlijn?
De werkgroep benadrukt dat de indeling van het herstelproces, gerelateerd aan de tijdsduur, slechts als kapstok kan worden gebruikt. De fasen overlappen elkaar deels en daadwerkelijk herstel is afhankelijk van het individu. De fysiotherapeut kan een inschatting maken van de fase waarin de patiënt zich bevindt op basis van de tijdsduur na het ontstaan van het trauma en de klinische bevindingen, maar kan niet het daadwerkelijke weefselherstel vaststellen.
Als de patiënt binnen 0 tot 5 dagen na het letsel wordt verwezen, kan het beleid worden vastgesteld met behulp van de functiescore:
- Bij een functiescore ≤ 40 punten en een afwijkend herstelproces dient de behandelfrequentie te worden aangepast c.q. geïntensiveerd;
- Bij een functiescore > 40 punten is sprake van licht letsel.
- In het algemeen, bij normaal beloop en herstel, is geen specifieke fysiotherapeutische behandeling noodzakelijk; eventueel tapen en een controleafspraak maken.
- In het geval van sportspecifieke revalidatie kan behandeling tot terugkeer naar competitie geïndiceerd zijn.
Als de gewenste belastbaarheid niet in overeenstemming is met de gevraagde belasting in relatie tot werk, hobby’s en/of sportniveau, stelt de fysiotherapeut een individueel behandel-trainingsprogramma op, dat specifiek is voor het desbetreffende niveau van de sporter en de desbetreffende sporttak. Deze begeleiding c.q. behandeling vereist specifieke deskundigheid.
Algemene informatie
- Alle aanbevelingen
- Inleiding
- A.1 Doelstelling en doelgroep
- A.2 Acuut enkelletsel versus functionele instabiliteit
- A.3 Klinische vraagstellingen
- A.4 Epidemiologische gegevens
- A.5 Prognostische factoren
- A.6 Etiologie van functionele instabiliteit
- A.7 Screeningsproces
- A.7.1 Differentiaaldiagnostiek
- A.7.2 Informeren en adviseren
Diagnostisch proces
- Inleiding
- B.1 (Aanvullende) anamnese
- B.2 (Aanvullend) onderzoek
- B.3 Meetinstrumenten
- B.4 Analyse
- B.5 Conclusie
Therapeutisch proces
- Inleiding
- C.1 Acuut enkelletsel
- C.1.1 Doelstellingen
- C.1.2 Verrichtingen bij acuut enkelletsel
- C.1.2.1 IJs en compressie in de ontstekingsfase na acuut enkelletsel
- C.1.2.2 Functioneel behandelen na acuut enkelletsel
- C.1.2.3 Oefentherapie
- C.1.2.4 Spierkrachttraining
- C.1.2.5 Manuele mobilisatie
- C.1.2.6 Fysische therapie in engere zin
- C.2 Functionele instabiliteit van de enkel
- C.2.1 Doelstellingen bij functionele instabiliteit
- C.2.2 Verrichtingen bij functionele instabiliteit
- C.2.3 Evaluatie
- C.3 Preventie van enkelletsel
- C.3.1 Preventieve werking van tape en brace
- C.3.2 Preventieve werking van schoeisel
- C.3.3 Preventieve werking van warming-up en cooling-down
- C.4 Tijds- en doseringsindicaties
- C.5 Afsluiting en verslaglegging