Enkelletsel [richtlijn]

C.2.2 Verrichtingen bij functionele instabiliteit

Voorlichting en advies

  • Informeer de patiënt over het te verwachten herstel: Wanneer u verwacht dat het herstel niet volledig zal plaatsvinden, bespreekt u dit met de patiënt. Formuleer, in samenspraak met de patiënt, zo concreet mogelijk de haalbare doelen, op functieniveau en op het niveau van activiteiten en participatie. Relateer het behalen van (sub)doelen zo mogelijk aan de tijd (tijdcontingente strategie), mits de belastbaarheid van de enkel een tijdcontingente opbouw toelaat.
  • Instrueer de patiënt over het afstemmen van de belasting in de adl op geleide van de belastbaarheid van de enkel en voer de belasting op aan de hand van (gewrichts)reacties. Leg hierbij uit dat pijn, zwelling, stijfheid en functieverlies tekenen kunnen zijn van overbelasting (bijvoorbeeld door een te snelle opbouw).
  • Adviseer, indien gewenst, het gebruik van een tape, een bandage of een brace bij klachten, provocerende bewegingen en/of bezigheden (zoals werkhervatting). Advies over gedoseerd gebruik van tape, bandage of brace is daarbij essentieel.
  • Bespreek het belang van thuis oefenen, en benadruk hierbij het belang van aandacht voor een goed gangpatroon tijdens de dagelijkse bezigheden, met goed staan, goed afwikkelen enzovoort.

Oefenen van functies en activiteiten

  • Gangpatroon: Streef naar een symmetrisch en dynamisch gangpatroon om te voorkomen dat de patiënt de klachten onderhoudt. Oefen tevens dagelijkse activiteiten zoals het opstaan en het gaan zitten, traplopen, enzovoort.
  • Coördinatie en balans:
    • Oefen het statisch evenwicht (balans) met toenemende moeilijkheidsgraad (bijvoorbeeld: open/gesloten ogen, groot/klein steunvlak, stabiele/wankele ondergrond, op voldoende hoge (> 30° supinatie) oefentol, zonder/met externe verstoringen, enz.) en, in het verlengde daarvan, het dynamisch evenwicht (bijvoorbeeld van enkelvoudige oefeningen naar functionele oefeningen met complexe dubbeltaken op verschillende ondergronden). Ook mentale taken (hoofdrekenen) kunnen als dubbeltaken worden ingebracht tijdens de balansoefeningen.
    • Zorg voor een opbouw van cyclische bewegingen naar niet-cyclische (abrupte en onregelmatige) bewegingen.
    • Gebruik eventueel een proprioceptieve tape (bijvoorbeeld twee stijgbeugels rond de instabiele enkel) om de patiënt zich bewust te laten worden van de stand en de beweging van de enkel.
  • Kracht en uithoudingsvermogen:
    • Schenk bij het trainen van kracht, aandacht aan lokale krachtoefeningen. Oefen ook in functionele situaties. Zowel bij krachtoefeningen als bij het oefenen in functionele situaties dient aandacht te worden besteed aan spieruithoudingsvermogen.
    • Bouw voldoende rusten herstelmomenten in binnen en tussen de trainingen.
  • Snelheid:
    • Voer de snelheid van bewegingen binnen het oefenen van functies en vaardigheden op.
    • Zorg voor een opbouw van cyclische bewegingen naar niet-cyclische (abrupte en onregelmatige) bewegingen.
  • Beweeglijkheid:
    • Oefen, na iedere toename van de passief of actief gewonnen beweeglijkheid (dorsale flexie) direct de proprioceptie en stabiliteit om de stabiliteit ook in het gewonnen traject te verbeteren.
    • Tape, bandage of brace:
      • Adviseer patiënten die frequent het gevoel hebben te zwikken, tape of een brace te gebruiken gedurende de periode dat opbouw van de belasting plaatsvindt.
      • Adviseer tape of een brace bij zwaardere belasting, zoals het hervatten van (risicovolle) werkzaamheden en/of sportactiviteiten. Zodra goede musculaire stabiliteit is bereikt, en zodra de patiënt functionele oefenvormen kan uitvoeren, geniet het afbouwen van externe ondersteuning de voorkeur.

Belasting op hoog (sport)niveau

Wanneer hoge eisen aan de belastbaarheid van de enkel worden gesteld, zoals bij prestatiegerichte sporters en maximale sporters, kan de sportspecifieke revalidatie worden gecontinueerd tot het noodzakelijk geachte niveau van belastbaarheid is bereikt.

De eisen kunnen dermate specifiek worden dat competenties op het niveau van de sportfysiotherapeut vereist zijn.