Kwetsbare ouderen [richtlijn]

B.2 Communicatie met kwetsbare ouderen

Aanbevelingen

Formuleer eerst de communicatiedoelen: wát wil de zorgverlener samen met de kwetsbare oudere bereiken? Bepaal vervolgens welke strategie het effectiefst is voor het overbrengen van de boodschap die gecommuniceerd dient te worden: hóé geeft de zorgverlener dit vorm?

Wees daarbij alert op voldoende begrip bij de kwetsbare oudere en of er sprake is van beperkingen in de visus en/of gehoor die de communicatie kunnen beïnvloeden. Betrek, indien wenselijk en in overleg met de kwetsbare oudere, een mantelzorger.

Hieronder staan voorbeelden van veel gebruikte communicatiestrategieën en stappen in de communicatie om effectief te communiceren met kwetsbare ouderen.

Aanbevolen communicatiedoelen- en strategieën:
  • Een goede relatie opbouwen met de kwetsbare oudere.
  • Informatie verzamelen bij de kwetsbare oudere. Vraag eventueel toestemming voor een heteroanamnese.
  • Duidelijke informatie geven. Wees daarbij attent op kwetsbare ouderen met lage gezondheidsvaardigheden.
  • De kwetsbare oudere betrekken bij het nemen van beslissingen*
  • Gewenst gedrag stimuleren door middel van communicatiestrategieën.
  • Reageer op emoties.
* Stappen in de communicatie met kwetsbare ouderen bij het nemen van beslissingen:

Deze stappen bevorderen betrokkenheid van de kwetsbare oudere en het proces van samen beslissen:

  1. Voorbereiding: Kijk naar de voorgeschiedenis van de kwetsbare oudere en naar de acute problemen. Controleer eerder gemaakte afspraken, deze kunnen behulpzaam zijn om het gesprek te openen en richting geven.
  2. Doelen: Bespreek met de kwetsbare oudere dat er een gezondheidsprobleem is en dat er meerdere mogelijkheden zijn voor behandeling en zorg. Vertel dat het goed is om eerst een aantal algemene zaken te bespreken.
  3. Keuzes: Vat samen wat er tot nu toe besproken is en leg de kwetsbare oudere uit dat hij een keuze heeft. Maak duidelijk waar de keuze over gaat en formuleer het belangrijkste behandeldoel.
  4. Opties: Bepaal aan de hand van het behandeldoel wat de opties zijn en bespreek de voor- en nadelen van elke optie.
  5. Besluitvorming: Vraag of de kwetsbare oudere klaar is om een beslissing te nemen. Misschien heeft de kwetsbare oudere meer tijd nodig en heeft hij nog vragen. Formuleer samen het besluit. Het kan zijn dat de kwetsbare oudere liever heeft dat de (paramedische) zorgprofessional het besluit neemt. Benoem dit dan expliciet en sluit aan bij de waarden en doelen van de kwetsbare oudere.
  6. Evaluatie: Bespreek met de kwetsbare oudere of hij tevreden is over het gesprek en het genomen besluit.

Aanvullende tips zijn te vinden in bijlage B.2.1. Ten aanzien van diëtetiek is dit model uitgewerkt in F.2 ‘Gezamenlijke besluitvorming over dieetinterventies en kwaliteit van leven’. Raadpleeg G.3 ‘Multidisciplinaire benadering bij probleemgedrag’ voor zeer complexe communicatievraagstukken bij kwetsbare ouderen met gedrags- en/of communicatieproblemen.

Aanleiding

Het toepassen van communicatiestrategieën bij kwetsbare ouderen kan een positieve bijdrage leveren aan de therapeut- patiëntrelatie, de patiënttevredenheid, de patiëntenparticipatie, het zelfmanagement en het gevoel van autonomie (Simmons- Mackie 2010; Simmons-Mackie 2016; Van Rijssen 2021). Vanuit de praktijk bestaat de behoefte om meer handvatten te krijgen voor effectieve en prettige communicatie-strategieën met kwetsbare ouderen. Niet alleen is er bij kwetsbare ouderen soms sprake van onderliggende aandoeningen die de communicatie kunnen beïnvloeden, ook hebben kwetsbare ouderen soms een ander perspectief op het begrip kwetsbaarheid. Voor paramedische professionals (fysiotherapie, oefentherapie, ergotherapie, huidtherapie, logopedie, diëtetiek) is het daarom belangrijk te weten op welke manier het beste met de kwetsbare ouderen kan worden gecommuniceerd over de problemen en doelstellingen.

Een communicatiestrategie betreft: keuzes die gemaakt kunnen worden door de zorgverlener of kwetsbare oudere (een van de communicerende partijen) over de wijze waarop informatie gedeeld wordt.
Hieronder kunnen bijvoorbeeld vallen:

  • Het gebruik van bepaalde hulpmiddelen, zoals afbeeldingen, geschreven tekst (zin of woord)
  • De inzet van motivational interviewing-technieken
  • Het nemen van extra tijd
  • Een kwetsbare oudere die iemand meeneemt naar een consult
  • Zorgen voor een rustige ruimte, zonder achtergrondgeluid (radio/tv)

Hierbij is het niet zozeer van belang wat het effect of resultaat is van de gegeven zorg, maar welke rol communicatie heeft gespeeld in de patiëntervaring. Een voorbeeld is patiënttevredenheid met betrekking tot samen beslissen.

Uitgangsvraag

Welke aspecten zijn belangrijk in de communicatie met kwetsbare ouderen en het systeem hieromheen?

Conclusies op basis van de literatuur

Conclusie systematisch literatuuronderzoek

Geconcludeerd werd dat patiëntgerichte communicatiestrategieën die gericht zijn op gepersonaliseerde zorg, patiëntparticipatie en ‘samen beslissen’ effectief zijn (op patiëntparticipatie) bij oudere patiënten. Er zijn verschillende strategieën waarmee tot zelfmanagementdoelstellingen gekomen kan worden.

Conclusie niet-systematisch literatuuronderzoek

De meeste ouderen willen altijd samen beslissen (67%). Dit leidt tot positieve effecten op het gebied van patiënt- tevredenheid, beter geïnformeerde patiënten (en hierdoor minder angstig), therapietrouw, betere relatie tussen zorgprofessional, patiënt en naasten, gevoel van autonomie van de patiënt, aansluiting bij daadwerkelijke problemen van de oudere, en gevoel van meerwaarde van zorgprofessionals.

Rationale van de aanbeveling

Verschillende communicatiedoelen en -strategieën leiden tot een betere therapeut-patiëntrelatie, patiëntparticipatie en tot betere behandelplannen en -beslissingen. Door de geïncludeerde literatuur wordt hiervan een overzicht gegeven door middel van zes communicatiedoelen met bijbehorende strategieën én een zes-stappenplan dat leidt tot betere patiëntparticipatie en ‘samen beslissen’. De werkgroep is van mening dat de voordelen van toepassing van de communicatiestrategieën opwegen tegen de extra tijd die het zorgverleners wellicht zal kosten om de strategieën te implementeren.
De werkgroep is van mening dat het toepassen van de communicatiestrategieën een belangrijke bijdrage levert aan het leveren van goede zorg.

Daarom beveelt de werkgroep aan om de communicatiestrategieën, zoals besproken in deze module, aan te bevelen in de communicatie met kwetsbare ouderen.

Literatuur: zoeken en selecteren

Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag en uitgangsvraag is op twee verschillende manieren, parallel, naar literatuur gezocht. De te beantwoorden uitgangsvraag in deze module is een zeer breed gestelde vraag. Daarbij is het niet zozeer van belang wat het effect of resultaat is van de gegeven zorg of behandelinterventie, maar welke rol communicatie heeft gespeeld in de patiëntervaring en (succesvolle) informatieoverdracht. De werkgroep heeft daarom aangegeven om, naast een systematische literatuursearch die beperkt blijft tot vergelijkende studies, aanvullende literatuur te willen verzamelen. De literatuurconclusies die hieruit volgen, zullen het startpunt zijn van het evidenc-to-decision-proces (EtD-proces).

Twee zoekstrategieën naar literatuur:

  1. Een (smalle) systematische search op basis van een PICO en strikte eisen ten aanzien van het onderzoeksdesign (RCT’s of ander vergelijkend onderzoek). Deze search sluit nauw aan bij de geformuleerde onderzoeksvraag.
  2. Door de werkgroep aangedragen literatuur, rapporten en andere documenten. Deze search sluit beter aan bij de uitgangsvraag. Hiervoor zijn aangepaste inclusiecriteria opgesteld.
Motivatie voor aanvullende literatuursearch

De werkgroep geeft aan dat het zoeken naar literatuur op twee manieren een bredere kijk geeft op communicatie met kwetsbare ouderen. Een systematische (smalle) search levert naar verwachting weinig studies en informatie op over dit onderwerp. Studies naar communicatietools, -hulpmiddelen en -strategieën kennen vaak andere studiedesigns dan RCT’s en zijn vaak niet-vergelijkend van aard. Zo wordt er regelmatig kwalitatief onderzoek ingezet in onderzoek naar dit onderwerp. Daarnaast leveren twee verschillende zoekmethoden verschillende bronnen op, zoals wetenschappelijke artikelen, boeken, onderzoeksrapporten en andere (online) bronnen, waardoor de kans op het vinden van relevante informatie wordt vergroot die anders mogelijk over het hoofd zou worden gezien. Door zowel breed als gericht te zoeken, wordt een beter overzicht verkregen van het bestaande onderzoek naar communicatie met kwetsbare ouderen. De werkgroep is van mening dat de gekozen strategie een waardevolle aanpak is en bijdraagt aan het behalen van sterkere en beter gefundeerde resultaten. Dit zal tevens het EtD-proces ten goede komen.

Systematisch literatuuronderzoek
Onderzoeksvraag

Om de uitgangsvraag te kunnen beantwoorden is een systematische literatuuranalyse verricht naar de volgende onderzoeksvraag (PICO):

Wat is het effect van het gebruik van communicatietechnieken, communicatietools en communicatiestrategieën ten opzichte van gebruikelijke gespreksstrategieën op patiënttevredenheid bij kwetsbare ouderen?

  • P:  kwetsbare ouderen
  • I*: communicatietechnieken, communicatietools, communicatiehulpmiddelen en communicatiestrategieën
  • C: gebruikelijke gespreks- en communicatietechnieken
  • O: PREMS: patiënt reported experience measures, zoals patiënttevredenheid, werkalliantie, patiënt-therapeutrelatie, waardering, begrip, (succesvolle) informatieoverdracht, motivatie

* Ten aanzien van de definitie van het begrip communicatie: het betreft hier keuzes die gemaakt kunnen worden door de zorgverlener of kwetsbare oudere (een van de communicerende partijen) voor de wijze waarop informatie gedeeld wordt. Daaronder kunnen bijvoorbeeld vallen: 1) het gebruik van bepaalde hulpmiddelen, zoals afbeeldingen, visualisaties, beamer; 2) de inzet van motivational interviewing-technieken; 3) het nemen van extra tijd; 4) een patiënt die iemand meeneemt naar een consult.

Relevante uitkomstmaten

De werkgroep achtte patiënttevredenheid een voor de besluitvorming cruciale uitkomstmaat; en werkalliantie, patiënt- therapeutrelatie, waardering, begrip, (succesvolle) informatieoverdracht en motivatie voor de besluitvorming belangrijke uitkomstmaten. Daarnaast zullen ongewenste effecten als gevolg van communicatiestrategieën in kaart worden gebracht.

Zoekactie

Op 20 april 2023 is door een informatiespecialist (H.W.J. Deurenberg, zelfstandig informatiespecialist) een systematische zoekactie afgerond in Medline en Cinahl (zie bijlage B.2.2a en B.2.2b voor de zoekverantwoordingen). De systematische zoekactie leverde 271 unieke treffers op. Na screening van de titel en het abstract op de inclusiecriteria (zie onderstaande overzicht) zijn 265 artikelen geëxcludeerd. Van 6 artikelen is het volledige artikel gescreend; uiteindelijk leverde de zoekactie 2 systematische reviews op.

Geïncludeerde reviews: Kfrerer 2023

Zie bijlage B.2.3 voor het stroomdiagram van het inclusieproces. De systematische reviews die op basis van de volledige tekst zijn geëxcludeerd en de reden van exclusie, zijn weergegeven in bijlage B.2.4. (Dallimore 2017; Dwinger 2020; Lakke 2019; Salisbury 2013).

Karakteristieken van geïncludeerde studies
Kfrerer 2023

De studie van Kfrerer (2023) betreft een scoping review met als doel het effect van het gebruik van humor in het revalidatieproces op gezondheid en welzijn te onderzoeken. Hierbij ging het om revalidatie onder begeleiding van revalidatieprofessionals. Belangrijkste inclusiecriteria: 1) empirische studies; 2) context: de vakgebieden audiologie, logopedie, fysiotherapie en ergotherapie; 3) humor is geïdentificeerd als key-concept.
Een brede definitie van humor werd hierbij aangehouden: “Broad and multifaceted term that represents anything that people say or do that is perceived as funny and tends to make them laugh, as well as the mental processes that go into both creating and perceiving such an amusing stimulus, and also the emotional response of mirth involved in the enjoyment of it” (Martin 2018).
Uit 4922 studies die uit de search zijn gekomen, zijn 57 empirische studies geïncludeerd, samengevat en narratief uitgewerkt.

Lawless 2021

De studie van Lawless (2021) betreft een systematische literatuurreview met als doel een overzicht te verkrijgen van communicatiestrategieën (in de communicatie tussen de zorgprofessional, de oudere patiënt, en verzorgers/ mantelzorgers) met betrekking tot patiëntbetrokkenheid, zelfmanagementdoelstellingen en -acties. Belangrijkste inclusiecriteria: 1) 60 jaar of ouder; 2) audio- en/of audiovisuele opnames van de therapiesessie met aanwezigheid van patiënt, verzorger en zorgverlener; 3) gebruikgemaakt van ‘conversation analysis’ of ‘conversation analysis’-verwante methodologie (bijvoorbeeld discursieve psychologie) als primaire analytische benadering; 4) onderzoeksvraag én analyse richten zich op het communicatieproces met betrekking tot gezondheidsgerelateerde (zelfmanagement)doelen en acties)). Naast zelfmanagement kent deze review een sterke focus op shared decision making (SDM) (Lawless 2021).
Uit 990 studies die uit de search zijn gekomen, zijn 8 studies geïncludeerd voor een kwalitatieve analyse. De settings binnen de geïncludeerde studies bestonden uit: eerstelijnsgezondheidszorg (n=2), ziekenhuis (n=2), fysiotherapie (n=1), revalidatiecentra (n=1) en community/thuissetting (n=3).

Studiekwaliteit (ROBIS)

Het risico op vertekening van de reviews is door WG gescoord met behulp van de ROBIS-tool (University of Bristol 2022). Een overzicht van de beoordeling van de studiekwaliteit (RoB) per studie is hieronder weergegeven in tabel B.2.1.

Bewijskracht

De ‘confidence in the evidence’ of vertrouwen in bewijs is beoordeeld met behulp van de GRADE CERQual-methodiek.
Dit is de GRADE-tool om de kwaliteit van kwalitatieve studies te beoordelen op methodologische kwaliteit, coherentie, adequaatheid en relevantie. De eindbeoordeling geeft weer hoeveel vertrouwen er is in het effect van de communicatiestrategie op de gevonden uitkomstmaten. Er is een redelijke bewijskracht gevonden voor ‘patiëntgerichte communicatiestrategieën die gericht zijn op gepersonaliseerde zorg’ op patiëntparticipatie en zelfmanagement. Daarnaast is er een lage bewijskracht gevonden voor het gebruik van humor op therapeut-patiëntrelatie en groepscohesie in de revalidatiesetting (zie bijlage B.2.5).

Resultaten en conclusies op basis van systematisch literatuuronderzoek

Kfrerer 2023

Bij 5 van de 57 studies betrof de populatie ‘ouderen’. Bij deze ouderen was meestal sprake van een onderliggende aandoening. Zie tabel B.2.2 voor de key-findings van deze 5 studies.

Geconcludeerd werd dat de resultaten het belang benadrukken van het gebruik van humor in revalidatieberoepen. Humor kan hierbij op verschillende manieren worden ingezet.

Algemene implicaties voor de praktijk:

  • Gebruik van humor door de professionals binnen de audiologie, logopedie, fysiotherapie en ergotherapie draagt bij aan een gevoel van ‘verbondenheid’.
  • Humor kan een effectieve manier zijn om de relatie tussen patiënt en zorgverlener te verbeteren.
  • Humor kan tot verbetering van de groepscohesie in revalidatiesettings leiden.
  • Binnen de audiologie, logopedie, fysiotherapie en ergotherapie kan non-verbale humor gebruikt worden bij patiënten met communicatieproblemen.
Lawless 2021

Geconcludeerd werd dat patiëntgerichte communicatiestrategieën die gericht zijn op gepersonaliseerde zorg, patiëntparticipatie en ‘samen beslissen’ effectief zijn (op patiëntparticipatie) bij oudere patiënten. Er zijn verschillende strategieën waarmee tot zelfmanagementdoelstellingen gekomen kan worden (Lawless 2021).

Implicatie voor de praktijk:
Zorgverleners wordt aangeraden ‘samen beslissen’ toe te passen en gebruik te maken van patiëntparticipatie- communicatiestrategieën (zie tabel B.2.3). Deze strategieën dragen bij aan het identificeren van verschillende doelstellingen die bovendien haalbaar en relevant zijn voor de patiënt. De kolom ‘aanbevolen strategie’ in tabel B.2.3 is gebaseerd op de primaire uitkomst van de studie.

Literatuur aangedragen door de werkgroep (niet-systematisch)

Karakteristieken van geïncludeerde studies

Naast de systematische literatuursearch zijn door de werkgroep literatuur, rapporten of andere documenten aangedragen. Deze niet-systematische search sluit beter aan bij de uitgangsvraag en geeft daarmee een waardevol startpunt voor het EtD-proces. De volgende aangepaste inclusiecriteria zijn voor deze aanvullende bronnen opgesteld:

  • Ze zijn Engels- of Nederlandstalig.
  • Ze hebben betrekking hebben op kwetsbare ouderen.
  • Er worden communicatietechnieken, -tools, -strategieën en -kenmerken besproken die door fysiotherapeuten, oefentherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, diëtisten en huidtherapeuten ingezet kunnen worden (alle 6 paramedische disciplines binnen de huidige richtlijn).
  • De gevonden communicatietechnieken, -tools, -strategieën en -kenmerken zijn te linken aan patiënt reported experience measures (PREMS), zoals patiënttevredenheid, begrip, (succesvolle) informatieoverdracht of motivatie.
  • Studiedesign: alle designs. Kwalitatieve studies en ander niet-vergelijkend onderzoek kunnen worden meegenomen.

De werkgroep heeft 11 studies en andere bronnen aangedragen. Deze bronnen zijn door een werkgroeplid (CD) full-tekst doorgenomen. Hierna is CD tot dataextractie overgegaan, waarbij uit 4 bronnen de communicatiedoelen, de relevantie en de strategiebeschrijving in een tabel zijn geplaatst (zie tabel B.2.4). De overige 7 bronnen gaven dezelfde informatie en inzichten en waren daarmee niet aanvullend op de geïncludeerde 4 bronnen.

Dit betreft de volgende vier bronnen: De Haes (2009), Murugesu (2018), Pel-Littel (2018) en Robben (2012) (zie tabel B.2.4).

Resultaten en conclusies op basis van het niet-systematisch literatuuronderzoek (literatuur aangedragen door werkgroep)

Tabel B.2.5 heeft betrekking op communicatie in bredere zin. Elementen met betrekking tot communicatie met kwetsbare ouderen komen samen in de infographic van Pel-Littel (2018; 2019).
Deze stappen zijn:

  1. Voorbereiding.  Eerdere afspraken en de probleemanalyse: kijk naar de voorgeschiedenis van de kwetsbare oudere en naar de acute problemen. Controleer eerder gemaakte afspraken; die kunnen behulpzaam zijn om het gesprek te openen en richting te geven.
  2. Doelen.  ‘Levensdoelen en waarden’ en de rol van de partner in besluitvorming: bespreek met de kwetsbare oudere dat er een gezondheidsprobleem is en dat er meerdere mogelijkheden zijn voor behandeling en zorg. Vertel dat het goed is om eerst een aantal algemene zaken te bespreken.
  3. Keuzes.  Samenvatten van voorgaande stappen en formuleren van het behandeldoel: vat samen wat er tot nu toe besproken is en leg de kwetsbare oudere uit dat hij een keuze heeft. Maak duidelijk waar de keuze over gaat en formuleer het belangrijkste behandeldoel.
  4. Opties.  Voor- en nadelen van de opties en het bespreken van patiëntvoorkeuren: bepaal aan de hand van het behandeldoel wat de opties zijn en bespreek de voor- en nadelen van elke optie.
  5. Besluitvorming.  Nemen van een besluit en aansluiten bij de waarden en doelen van de kwetsbare oudere: vraag of de kwetsbare oudere er klaar voor is om een beslissing te nemen. Misschien heeft hij meer tijd nodig en heeft hij nog vragen. Formuleer samen het besluit. Het kan zijn dat de kwetsbare oudere liever heeft dat de dokter het besluit neemt. Benoem dit dan expliciet en sluit aan bij de waarden en doelen van de kwetsbare oudere.
  6. Evaluatie.  Evalueren van het besluitvormingsproces en opstellen van een behandelplan: bespreek met de kwetsbare oudere of hij tevreden is over het gesprek en het genomen besluit.
    Aanvullende bronnen: Pel-Littel (2018); Pel-Littel (2019); Vilans (2021); Vilans (2018)

De meeste ouderen willen altijd samen beslissen (67%) en dit leidt tot positieve effecten op het gebied van patiënttevredenheid, beter geïnformeerde patiënten (en hierdoor minder angstige), therapietrouw, betere relatie tussen zorgprofessional, patiënt en naasten, gevoel van autonomie van de patiënt, aansluiting bij daadwerkelijke problemen van de oudere, gevoel van meerwaarde van zorgprofessionals.
Uit een Delphi-studie van Pel-Littel (2018) onder ouderen en hun naasten noemen ouderen de volgende gespreks- onderwerpen:

  • Dagelijks functioneren
  • Geestelijke gezondheid
  • Sociaal functioneren
  • Kwaliteit van leven
  • Stress
  • Omgaan met ziekte

Naasten vinden deze onderwerpen belangrijk:

  • De zwaarte van de zorg
  • De mogelijkheden voor hulp

Van bewijs naar aanbeveling

Uit de gevonden literatuur valt op te maken dat er verschillende communicatiedoelen te definiëren zijn. Uit de dataextractie van de door de werkgroep aangeleverde literatuur zijn zes communicatiedoelen gedefinieerd met bijpassende aandachtspunten en strategieën.

  1. Een goede relatie opbouwen met de kwetsbare oudere.
  2. Informatie verzamelen bij de kwetsbare oudere. Vraag eventueel toestemming voor een heteroanamnese.
  3. Duidelijke informatie geven. Wees daarbij attent op kwetsbare ouderen met lage gezondheidsvaardigheden.
  4. De kwetsbare oudere betrekken bij het nemen van beslissingen
  5. Gewenst gedrag stimuleren door middel van communicatiestrategieën.
  6. Reageer op emoties.

De uit de systematische literatuursearch gevonden studie van Kfrerer (2023) met betrekking tot het gebruik van humor, sluit hierbij goed aan en heeft betrekking op stap 1, de therapeut-patiëntrelatie in de revalidatiesetting.

Daarnaast komt uit de literatuur naar voren dat communicatie gericht op patiëntparticipatie en ‘samen beslissen’ zeer gewaar- deerd wordt door ouderen en bovendien leidt tot behandeldoelstellingen die beter aansluiten bij de situatie en verwachtingen van de kwetsbare oudere. De studie van Pel-Littel (2019) en de daarop gebaseerde infographic (Pel-Littel 2018) geven in zes stappen aan hoe tot optimale patiëntparticipatie en ‘samen beslissen’ kan worden gekomen, met do’s-and-don’ts.
Dit betreft de volgende zes stappen, die uitgebreider zijn toegelicht in bovenstaande paragraaf “Resultaten en conclusies op basis van het niet-systematisch literatuuronderzoek (literatuur aangedragen door werkgroep)“: 1) Voorbereiding; 2) Doelen; 3) Keuzes; 4) Opties; 5) Besluitvorming; 6) Evaluatie.

De studie van Lawless (2021) bevestigt het belang van communicatie gericht op samen beslissen, het betrekken van de patiënt in de te maken keuzes, het gezamenlijk doornemen van opties en het, indien mogelijk, geven van een actieve rol aan de patiënt in dit proces.

Perspectief werkgroep:
De werkgroep stelt op basis van de gevonden literatuur én de expertopinie twee belangrijke aspecten centraal ten aanzien van communicatie met kwetsbare ouderen, namelijk:

  1. Samen beslissen → Wát wil je als zorgverlener (samen met de kwetsbare oudere) bereiken?
  2. Effectieve communicatie → Hoé geeft de zorgverlener ‘samen beslissen’ goed vorm?

Effectieve communicatie wordt hierbij gezien als een voorwaarde om de kwetsbare oudere actief te betrekken bij het beslissingsproces in het opstellen van behandeldoelen en -plannen (samen beslissen).

De werkgroep geeft verder aan content te zijn over de uitkomst van humor (als tool) uit de systematische search. Daarbij wordt wel opgemerkt dat humor een smal construct is en gezien kan worden als effectieve methode die kan bijdragen aan een goede therapeut-patiëntrelatie. De werkgroep plaatst ook kanttekeningen bij de inzet van humor. Niet iedereen heeft hetzelfde gevoel voor humor. Humor zal daardoor niet voor elke patiënt aanvaardbaar zijn. Het is daarom juist bij het gebruik van humor belangrijk dat de zorgverlener zich aanpast aan de patiënt. Bovendien ligt humor niet in de aard van elke professional.

De presentiebenadering van professor Andries Baart sluit goed aan op een goede therapeut-patiëntrelatie en geeft handvatten voor de opstelling van de therapeut ten opzichte van de patiënt. De presentiefilosofie en de daarbij aansluitende praktijk zijn gericht op het scheppen van rechtvaardige en liefdevolle menselijke verhoudingen. In plaats van verzakelijkte, marktgerichte en op productiegeoriënteerde zorgverlening streeft de zorgverlener naar ‘er zijn met’ en ‘er zijn voor’ de patiënt. Een goede zorgverlener besteedt aandacht en toewijding aan kwetsbare mensen en biedt hun steun, hulp en zorg, waardoor de patiënt zich gezien en gehoord voelt.

De werkgroep geeft aan zich te kunnen vinden in de zes stappen en de zes communicatiedoelen die voortkomen uit de gevonden literatuur. Daarbij zijn enkele aanvullende aandachtspunten geformuleerd die van belang zijn in de communicatie met kwetsbare ouderen:

  1. Schriftelijke communicatie. Hiervoor is een leidraad ontwikkeld door Hogeschool Zuyd (Dalemans 2021). Daarnaast is het van belang schriftelijk te communiceren op niveau B1. Verschillende websites met tips en checklists zijn hiervoor te raadplegen. De zorgverlener kan gebruikmaken van pictogrammen, smileys of andere visualisaties. Dit kan met name bij het zenden (door de zorgverlener) een geschikt hulpmiddel zijn. Pictogrammen of smileys kunnen in sommige situaties behulpzaam zijn, maar sluit hierbij zoveel mogelijk aan bij de belevingswereld van de oudere.
  2. Het meegeven, of op een andere manier toegankelijk maken, van op maat gemaakte informatie is zeer waardevol voor de kwetsbare oudere. Thuis, of op een later tijdstip, kan de kwetsbare oudere deze informatie nogmaals raadplegen.
  3. Alle opties bespreken. Bespreek alle mogelijke opties met de kwetsbare oudere, met bijbehorende voor- en nadelen. Ga daarbij progressie- en oplossingsgericht te werk.
  4. Ten aanzien van het erbij betrekken van partner of anderen (begeleider, mantelzorger) bij het verzamelen van informatie, het bespreken van levensdoelen en -waarden, en de besluitvorming: er is hier sprake van een risico dat er te veel óver de oudere wordt gepraat.
  5. Ten aanzien van therapeut-patiëntrelatie: geef ruimte voor emoties en benoem wat je als zorgverlener ziet.
Criteria
Gewenste effecten

Verschillende communicatiestrategieën laten positieve effecten zien op therapeut-patiëntrelatie, patiënttevredenheid, succesvolle informatieoverdracht (beter geïnformeerde patiënten), gevoel van autonomie van de patiënt, aansluiting bij daadwerkelijke problemen van de kwetsbare oudere en gevoel van meerwaarde van zorgprofessionals. De geïncludeerde literatuur maakt het niet mogelijk een effectgrootte voor de uitkomstmaten te bepalen.

Ongewenste effecten

Uit de literatuur zijn geen ongewenste effecten van het gebruik van communicatieverbeterende strategieën voor kwetsbare ouderen gevonden. De werkgroep geeft aan dat er geen ongewenste effecten van deze communicatieverbeterende strategieën zijn.

Kwaliteit van bewijs

Er is een redelijke bewijskracht gevonden voor ‘patiëntgerichte communicatiestrategieën die gericht zijn op gepersonaliseerde zorg’ op patiëntparticipatie en zelfmanagement. Daarnaast is er een lage bewijskracht gevonden voor het gebruik van humor op therapeut-patiëntrelatie en groepscohesie in de revalidatiesetting (zie bijlage B.2.5). Aanvullende, door de werkgroep aangedragen en niet op kwaliteit beoordeelde bronnen, geven voor ‘patiëntgerichte communicatiestrategieën’ eenzelfde beeld. Ook de ervaring en expertise uit de werkgroep onderstrepen deze uitkomsten. De werkgroep beoordeelt de bewijskracht van de gewenste effecten daarmee als hoog.
De werkgroep beoordeelt de bewijskracht van de ongewenste effecten als afwezig.

Waarden en voorkeuren van patiënten

De werkgroep beoordeelt dat de kwetsbare ouderen grote waarde hechten aan de communicatieverbeterende strategieën en dat daar geen variatie in zit tussen kwetsbare ouderen. Persoonsgerichte communicatie leidt tot beter passende behandeldoelen en een hogere patiënttevredenheid bij kwetsbare ouderen.

Balans gewenste en ongewenste effecten

De werkgroep is tot het volgende oordeel gekomen: de gewenste effecten overtreffen zeker de ongewenste effecten.

Economische overwegingen en kosteneffectiviteit

De werkgroep geeft aan dat genoemde zes communicatiestappen en communicatiedoelen met bijbehorende communicatiestrategieën de zorgverlener meer tijd kosten. Met name in de beginperiode van een implementatiefase, waarbij zorgverleners moeten investeren in aangepast en op maat gemaakt communicatiemateriaal. Echter, deze tijdsinvestering betaalt zich op verschillende manieren terug op maatschappelijk niveau. Een goede therapeut-patiëntrelatie, het verkrijgen van een goed en compleet beeld van de kwetsbare oudere en diens situatie leidt tot een beter en effectiever behandelplan. Uit de literatuur blijkt dat effectieve communicatie zorgt voor behandeldoelen die beter passen bij de persoonlijke situatie van de oudere. Onduidelijkheden in de communicatie kunnen leiden tot suboptimale behandelplannen en beslissingen die in een later stadium extra tijdsinvestering kunnen vragen, bij zowel zorgverlener als kwetsbare oudere.

De werkgroep beoordeelt de benodigde middelen voor het inzetten van communicatiestrategieën als matig en beoordeelt dat deze communicatiestrategieën kosteneffectief zijn voor de maatschappij.

Gelijkheid

Effectieve en op maat gemaakt informatie, waarbij de zorgverlener aansluit bij de belevingswereld van de kwetsbare oudere, zal leiden tot behandelplannen en -doelen die beter passen bij de patiënt. Met name voor kwetsbare ouderen met een cognitieve beperking of lage gezondheidsvaardigheden zal het inzetten van op maat gemaakte informatie een gewenste ontwikkeling zijn. Daarom verwacht de werkgroep dat de interventie zal leiden tot een afname van gezondheidsongelijkheid.

Aanvaardbaarheid

De werkgroep verwacht dat alle key stakeholders de interventie zullen accepteren. De tijdsinvestering door de zorgverlenders zelf, waarbij niet declarabele uren gemaakt worden voor het op maat maken, visualiseren of op een andere manier verbeteren van de communicatiestrategie, is een aandachtspunt.

Haalbaarheid

De werkgroep verwacht de implementatie van de besproken communicatiestrategieën als realistisch.

Deze implementatie zal naar verwachting niet in één keer kunnen plaatsvinden, maar stapsgewijs. Scholing voor paramedische zorgprofessionals zal hierin een rol kunnen spelen. Kennis van de communicatiestrategieën is wellicht onvoldoende. Het veranderen van communicatiegedrag (oude communicatiepatronen) bij professionals vraagt daarom wellicht om aanvullende scholing. Overigens zal niet elke zorgverlener hiervoor scholing nodig hebben.

Kennislacunes

Er is een redelijke body of knowledge ten aanzien van effectieve communicatie op verschillende uitkomstmaten. Echter, bij de populatie kwetsbare ouderen is niet of nauwelijks vergelijkend onderzoek gedaan naar het effect van communicatiestrategieën op ‘patiënt reported experience measures’.

    • Dalemans R, Stans S, Von Helden S. Leidraad communicatievriendelijk meten. 2021. Beschikbaar via: https://www.zuyd.nl/binaries/ content/assets/zuyd/onderzoek/factsheets/ap-leidraad-communicatievriendelijk-meten-definitief.pdf.
    • Dallimore R, Asinas-Tan M, Chan D, Hussain S, Willett C, Zainuldin R. A randomised, double-blinded clinical study on the efficacy of multimedia presentation using an iPad for patient education of postoperative hip surgery patients in a public hospital in Singapore. smedj. 2017;58(9):562-8.
    • de Haes H, Bensing J. Endpoints in medical communication research, proposing a framework of functions and outcomes. Patient Educ Couns. 2009;74(3):287-94.
    • Dwinger S, Rezvani F, Kriston L, Herbarth L, Härter M, Dirmaier J. Effects of telephone-based health coaching on patient-reported outcomes and health behavior change: A randomized controlled trial. PLOS ONE. 2020;15(9):e0236861.
    • Kfrerer ML, Rudman DL, Aitken Schermer J, Wedlake M, Murphy M, Marshall CA. Humor in rehabilitation professions: a scoping review. Disability and Rehabilitation. 2023;45(5):911-26.
    • Lakke S, Foijer M, Dehner L, Krijnen W, Hobbelen H. The added value of therapist communication on the effect of physical therapy treatment in older adults; a systematic review and meta-analysis. Patient Educ Couns. 2019;102(2):253-65.
    • Lawless MT, Drioli-Phillips P, Archibald MM, Ambagtsheer RC, Kitson AL. Communicating with older adults with long-term conditions about self-management goals: A systematic review and thematic synthesis. Patient Education and Counseling. 2021;104(10):2439-52.
    • Martin RA, Ford T. The psychology of humor: an integrative approach. London (UK): Academic Press; Elsevier; 2018.
    • Murugesu L, Heijmans M, Fransen MP, Rademakers J. Beter omgaan met beperkte gezondheidsvaardigheden in de curatieve zorg: kennis, methoden en tools. Utrecht: NIVEL; 2018.
    • Pel-Littel R, Van de Pol M, De Boer M, Delmee L. Infographic samen beslissen kwetsbare ouderen: Vilans; 2018 2018.
    • Pel-Littel RE, Buurman BM, van de Pol MH, Yilmaz NG, Tulner LR, Minkman MM, Scholte op Reimer WJM, Elwyn G, van Weert JCM. Measuring triadic decision making in older patients with multiple chronic conditions: Observer OPTIONMCC. Patient Educ Couns. 2019;102(11):1969-76.
    • Robben S, van Kempen J, Heinen M, Zuidema S, Olde Rikkert M, Schers H, Melis R. Preferences for receiving information among frail older adults and their informal caregivers: a qualitative study. Family Practice. 2012;29(6):742-7.
    • Salisbury C, Foster N, Hopper C, Bishop A, Hollinghurst S, Coast J, Kaur S, Pearson J, Franchini A, Hall J, Grove S, Calnan M, Busby J, Montgomery A. A pragmatic randomised controlled trial of the effectiveness and cost-effectiveness of ‘PhysioDirect’ telephone assessment and advice services for physiotherapy. Health Technology Assessment. 2013;17(2):1-157.
    • University of Bristol. ROBIS tool. 2022. Beschikbaar via: https://www.bristol.ac.uk/population-health-sciences/projects/robis/robis-tool/.
    • Vilans. Stappenplan implementatie samen beslissen. 2021. Beschikbaar via: https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/thema/persoonsgerichte-zorg/stappenplan-implementatie-samen-beslissen.pdf.
    • Vilans. Toolbox samen beslissen met topics sf. 2018. Beschikbaar via: https://www.zorgvoorbeter.nl/zorgvoorbeter/media/documents/toolbox-samen-beslissen-met-topics-sf_2023.pdf.