Nekpijn [richtlijn]
C.3.3 Behandelprofiel C
Nekpijn graad I/II-afwijkend beloop
Nekpijn welke (in meer of mindere mate) interfereert met activiteiten in het dagelijks leven en een afwijkend beloop in herstel van pijn en activiteiten heeft, en waarbij psychosociale herstelbelemmerende factoren dominant aanwezig zijn.
Behandeling moet zich richten op het beïnvloeden van díe prognostische factoren die gerelateerd zijn aan een vertraagd herstel, in het bijzonder psychosociale herstelbelemmerende factoren. Dit kunnen fysieke of niet-fysieke factoren zijn. Het is binnen dit behandelprofiel minder effectief om zich te richten op de pijn van de patiënt, omdat dit wellicht bij de patiënt tot een toename van de aandacht voor pijn en het bijbehorende pijngedrag leidt.
Informatie en advies
Als bij behandelprofiel B, plus:
- Benadruk dat de psychosociale factoren van de patiënt (angst, onrust, depressieve gevoelens, angst voor bewegen (kinesiofobie), catastrofering, etc.) een negatieve invloed kunnen hebben op het herstel.
- Bij bewegingsangst (kinesiofobie) of pijngerelateerde angst: leg uit dat toenemende activiteit het herstel bevordert en motiveer tot meer bewegen.
- Bespreek regelmatig de invloed van psychosociale herstelbelemmerende factoren, om te controleren of deze factoren veranderd zijn en of hun invloed op de nekpijn verminderd is.
- Indien de psychosociale herstelbelemmerende factoren de oorzaak zijn van het uitblijven van herstel: neem zelf contact op met of moedig de patiënt aan om contact op te nemen met de huisarts, psycholoog en/of psychosomatisch fysiotherapeut en bespreek de behandelmogelijkheden.
Aanbevolen aanvullende therapie
Als bij behandelprofiel B, plus:
- Leg bij de oefentherapie meer nadruk op gedragsmatige principes en graduele toename in blootstelling aan bewegingen.
Te overwegen therapie (bij onvoldoende effect)
Als bij behandelprofiel B.
Afgeraden therapie
Als bij behandelprofiel B.
Aanvullend bij werkgerelateerde nekpijn
Als bij behandelprofiel B.
Afsluiting
Als bij behandelprofiel B.
Algemene informatie
Diagnostisch proces
- Inleiding
- B.1 Anamnese
- B.2 Lichamelijk onderzoek
- B.3 Meetinstrumenten
- B.4 Diagnostische beeldvorming
- B.5 Analyse
- B.6 Premanipulatieve besluitvorming
Therapeutisch proces
- Inleiding
- C.1 Fysiotherapeutische interventies
- C.1.1 Cognitieve gedragstherapie (CBT)/graded activity
- C.1.2 Dry needling
- C.1.3 Elektrotherapie
- C.1.4 Gewrichtsmobilisatie
- C.1.5 Informatie en advies
- C.1.6 (Kinesio)tape
- C.1.7 Lage-intensiteit laser
- C.1.8 Massage
- C.1.9 Medische hulpmiddelen
- C.1.10 Oefentherapie
- C.1.11 Tractie
- C.1.12 Ultrageluid/shockwave
- C.1.13 Warmte- en koudetherapie
- C.1.14 Werkplaatsinterventies
- C.1.15 Zenuwmobilisatietechnieken
- C.2 Manueel-therapeutische interventies
- C.2.1 Manipulatie van de thoracale wervelkolom
- C.2.2 Manipulatie van de cervicale wervelkolom
- C.2.3 Combinatie van manipulatie of mobilisatie en oefentherapie van de cervicale wervelkolom
- C.3 Behandelprofielen
- C.3.1 Behandelprofiel A
- C.3.2 Behandelprofiel B
- C.3.3 Behandelprofiel C
- C.3.4 Behandelprofiel D
- C.4 Afronding van de behandeling