Zorg op afstand

B.4 Samen beslissen rondom de inzet van zorg op afstand

Aanbevelingen

Maak beslissingen rondom de inzet van zorg op afstand altijd samen met de patiënt. Houd hierbij rekening met de volgende aandachtspunten:

  • Leg aan de patiënt uit wat je bedoelt met zorg op afstand, en geef voorbeelden van de verschillende vormen en de voor- en nadelen per vorm (zie module B.2). Leg uit dat zorg op afstand een volwaardig onderdeel van het behandeltraject is.
    • Potentiële voordelen van zorg op afstand kunnen zijn: vergroten van eigen regie en zelfmanagement, betere integratie van therapie in dagelijks leven en eigen context, betere toegang tot (specialistische) fysio/oefentherapeutische zorg, geen of minder reistijd en reiskosten, continuïteit van de behandeling, bij videoconsulten voelt de patiënt zich mogelijk thuis veiliger of vrijer, bij het gebruik van apps en wearables ontstaat er mogelijk een beter inzicht in eigen behandelproces.
    • Potentiële nadelen van zorg op afstand kunnen zijn: minder persoonlijk contact, gemis van peer support en gemis van fysiek contact.
  • Inventariseer wat de verwachtingen van de patiënt rondom zorg op afstand zijn, en geef uw eigen verwachtingen aan.
  • Bespreek eventuele onzekerheden en misvattingen van patiënten over zorg op afstand, en neem deze waar mogelijk weg.
  • Voer een open gesprek en betrek zo nodig andere zorgprofessionals, eventuele partner of mantelzorger.
  • Bespreek de eventuele inzet van zorg op afstand op verschillende momenten in het behandeltraject: aan het begin, op het moment dat er tijdens het behandeltraject iets verandert dat maakt dat een andere vorm van zorg de voorkeur heeft, en op het moment dat de behandeling geëvalueerd wordt.
  • Probeer een indruk te krijgen van onderstaande persoonlijke aspecten van de patiënt en of deze aspecten beïnvloedbaar zijn, en bepaal op basis daarvan of zorg op afstand geschikt is voor de patiënt en zo ja, in welke vorm(en):
    • de hulpvraag;
    • de behandeldoelen;
    • het type klacht;
    • de persoonlijke voorkeur van de patiënt;
    • eerdere ervaringen, wensen en behoeften van de patiënt;
    • of de patiënt openstaat voor zorg op afstand;
    • of de patiënt gemotiveerd is of kan worden;
    • of de patiënt toereikende digitale vaardigheden heeft (bijv. in te schatten met een quickscan);
    • of de patiënt voldoende taalbegrip heeft;
    • of de patiënt voldoende gezondheidsvaardigheden heeft;
    • of de patiënt voldoende zelfstandigheid en zelfbekwaamheid heeft;
    • of de patiënt toereikende middelen heeft;
    • en of de patiënt cognitieve beperkingen of culturele barrières ervaart.
  • Laat de patiënt tussentijds de persoonlijke opbrengsten en ervaringen met zorg op afstand inzien. Dit kan bijdragen aan de motivatie om door te gaan met zorg op afstand.
  • Wijs de patiënt zo nodig op de ‘helpdesk digitale zorg’ voor ondersteuning bij de inzet van zorg op afstand.

Aanleiding

Met zorg op afstand wordt bedoeld: alle zorgactiviteiten tussen patiënt en zorgverleners terwijl die zich niet in eenzelfde fysieke ruimte bevinden. Deze richtlijn richt zich specifiek op vormen van zorg op afstand die zorg in de praktijk geheel of gedeeltelijk vervangen, en niet op vormen die een aanvulling zijn op de reguliere behandeling.

De knelpuntenanalyse (zie de module Auteurs | Ontwikkeling) bracht aan het licht dat het onduidelijk was voor therapeuten hoe ze samen met de patiënt kunnen beslissen over de inzet van zorg op afstand. Het bleek bijvoorbeeld onduidelijk hoe je als therapeut kunt afstemmen op de verwachtingen van patiënten over zorg op afstand, hoe je de behoefte van patiënten in kaart kunt brengen over zorg op afstand, en hoe je de patiënt op een goede manier kunt informeren over het gebruik van zorg op afstand. Deze knelpunten leidden samen tot de uitgangsvraag rondom samen beslissen.

 

Uitgangsvraag
  1. Hoe kun je samen met de patiënt tot keuzes komen rondom de inzet van zorg op afstand?

 

Conclusies op basis van de literatuur en interviews

De systematische literatuuranalyse van kwalitatieve en ‘mixed-methods’-studies en semi-gestructureerde interviews leveren geen directe input voor de bewijskracht of effecten voor het beantwoorden van de uitgangsvraag. De literatuurstudie en interviews met patiënten en therapeuten geven inzicht in de aspecten die belangrijk zijn bij samen beslissen. Er zijn daarin drie thema’s onderscheiden: de manier waarop samen wordt besloten (inhoud en aanpak), het moment van beslissen, en persoonlijke factoren die meewegen om te bepalen of zorg op afstand geschikt is voor de patiënt.

 

Rationale van de aanbeveling

Er zijn verschillende aspecten van belang bij samen beslissen. De waarden en voorkeuren van patiënten en therapeuten variëren nauwelijks. Daarom acht de werkgroep het van belang om middels een conditionele aanbeveling samen met de patiënt tot een keuze te komen rondom de inzet van zorg op afstand waarbij de inhoud en de aanpak, de persoonlijke aspecten van de patiënt en het moment van samen beslissen een rol spelen. De werkgroep geeft aan dat de inzet van zorg op afstand altijd als mogelijkheid moet worden geopperd op het moment dat de invulling van het behandeltraject besproken wordt. Ook kan de inzet van zorg op afstand besproken worden als het onverhoopt niet mogelijk is voor patiënt en therapeut om fysiek af te spreken.

De overwegingen (zoals de haalbaarheid en aanvaardbaarheid) die in het proces van bewijs naar aanbeveling zijn genoemd zijn in overeenkomst met de overwegingen uit module B.1.

Literatuur en interviews

Om de uitgangsvraag in deze module te beantwoorden is een ’mixed-methods’-studie uitgevoerd. Er is eerst een kwalitatieve systematische literatuuranalyse uitgevoerd. In semi-gestructureerde interviews met patiënten, fysiotherapeuten en oefentherapeuten is vervolgens gevraagd of de resultaten hiervan herkend werden binnen de Nederlandse context. De resultaten zijn waar nodig aangevuld, op basis van interviews.

 

Zoekactie van de literatuur

De zoekactie voor literatuur van de uitgangsvraag is gelijk aan de zoekactie die is uitgevoerd voor de uitgangsvragen in module B.1. Van 794 artikelen is het volledige artikel gescreend om na te gaan welke artikelen voldeden aan de inclusiecriteria van de zoekvragen van deze module (zie onderstaande tabel). Deze screening op het volledige artikel leverde 40 relevante artikelen op. Zie Bijlage B.4-1 voor het stroomdiagram van het inclusieproces.

 

 

Karakteristieken geïncludeerde studies

De kenmerken van de geïncludeerde studies zijn weergegeven in Bijlage B.4-2. De 40 ingesloten studies includeerden patiënten met verschillende aandoeningen, namelijk neurologische aandoeningen, knieartrose, multiple sclerosis, chronische pijn, bronchiëctasie, diverse niet-urgente aandoeningen, musculoskeletale pijn of problemen, hartaandoeningen, bariatrische chirurgie, covid-19, incontinentie, chronische of niet-specifieke lage rugpijn, achillespeestendinopathie, traumatisch hersenletsel en/of ruggenmergletsel, cerebrale parese, COPD, orthopedische aandoeningen, vestibulaire disfunctie, schouderinstabiliteit, schoudergewrichtvervanging, totale knieprothese, beroerte, borstkanker, temporomandibulaire aandoening, en Rett-syndroom .

De studies zijn uitgevoerd in Canada, de Verenigde Staten van Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland, Saudi-Arabië, Koeweit, Nigeria, India, Noorwegen, Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Nederland, Frankrijk, Zweden, en Ierland. In 14 studies bestond de interventie uit gedeeltelijke zorg op afstand (twee of meer sessies fysiek), in de overige 26 studies vond de interventie geheel op afstand plaats. In 9 studies was er tijdens de behandeling alleen synchroon contact tussen de therapeut en de patiënt, in 4 studies alleen asynchroon contact en in de overige 27 studies was er zowel synchroon als asynchroon contact. De onderzoeksmethode bestond uit interviews (33 studies) of focusgroepstudies (4 studies), of een combinatie van interviews en focusgroepstudies (3 studies). Het perspectief lag bij de patiënt (20 studies), de fysio- of ergotherapeut (8 studies), patiënten en fysiotherapeuten (5 studies) of anders (7 studies). In totaal namen er 391 patiënten, 140 fysio- of ergotherapeuten en 96 anderen (o.a. verpleegkundigen, managers van verzekeringsdiensten, docenten) deel aan interviews of focusgroepen in de studies.

De leeftijd van de patiënten varieerde tussen 14 en 76 jaar en de leeftijd van de fysio- of ergotherapeuten varieerde tussen 24 en 83 jaar.

 

Interviews

Een onderzoeker met ervaring in kwalitatief onderzoek nam semi-gestructureerde interviews af bij 8 fysio-/oefentherapeuten en 7 patiënten. De therapeuten zijn geworven door het KNGF en de VvOCM via de zogenaamde ‘regioadviseurs’ die contacten onderhouden met de leden; daarnaast zijn nieuwsbrieven en social media ingezet bij de werving. Patiënten zijn geworven door Patiëntenfederatie Nederland. Om maximale variatie te verkrijgen in patiëntkarakteristieken, is doelgericht geworven. De belangrijkste criteria hiervoor waren het opleidingsniveau van de patiënt en de ervaring met zorg op afstand (positief versus negatief).

 

Karakteristieken van geïnterviewde therapeuten

Bij de interviews die voor deze module zijn uitgevoerd is gesproken 6 fysiotherapeuten en 2 oefentherapeuten: 7 vrouwen en 1 man. De leeftijd varieerde van 31 tot 55 jaar. Vier van de geïnterviewden hadden een master afgerond (2 master geriatriefysiotherapie, 2 master manueel therapie). De ervaring van de geïnterviewden met fysio- en/of oefentherapie op afstand was voor 4 positief, voor 1 negatief en voor 3 zowel positief als negatief.

 

Karakteristieken van geïnterviewde patiënten

In totaal zijn voor deze module 7 patiënten geïnterviewd: 4 vrouwen en 3 mannen. De leeftijd varieerde van 32 tot 72 jaar. De hoogst afgeronde opleiding was lagere school (n=1), middelbaar algemeen onderwijs (n=1), middelbaar beroepsonderwijs (n=2), hoger beroepsonderwijs (n=1), wetenschappelijk onderwijs (n=1) en postacademisch onderwijs (n=1). Hun ervaring met fysio- en/of oefentherapie op afstand was voor 2 positief, voor 3 zowel positief als negatief en voor 2 negatief.

 

 

Data-extractie

 

Literatuuranalyse

De resultatensecties van de geïncludeerde artikelen zijn gecodeerd in drie stappen in Atlas.ti 23. Gestart is met open codering, Vervolgens heeft één onderzoeker de codes samengebracht tot categorieën via axiale codering. Selectieve codering heeft geleid tot overkoepelende thema’s en een beschrijving van de resultaten per uitgangsvraag. Zie Bijlage B.4-3 voor de definitieve codeboom van het kwalitatieve literatuuronderzoek. Hierin staan de codes per uitgangsvraag weergegeven. Ook is inzichtelijk gemaakt welke artikelen resultaten leverden voor de uitgangsvraag in deze module. 15 artikelen leverden input voor de uitgangsvraag deze bij module. Een uitgebreid overzicht hiervan is te vinden in het Excel-bestand ‘UV3, 4, 5 - Artikelen per uitgangsvraag’. Daarnaast is inzichtelijk gemaakt welke codes voortkwamen uit welk artikel, onderverdeeld in de overige uitgangsvragen. Een uitgebreid overzicht hiervan is te vinden in het Excel-Bestand ‘UV3, 4, 5 - Codes per artikel’.

Beide Excel-bestanden zijn op te vragen bij de Kerngroep. Op basis van de overkoepelende thema’s en axiale codes is een interviewleidraad voor fysio-/oefentherapeuten en patiënten opgesteld (zie Bijlage B.4-4).

 

Kwalitatieve analyse

De interviews zijn opgenomen en na afloop woordelijk getranscribeerd. De transcripten zijn gecodeerd in drie stappen in Atlas.ti 23. Gestart is met codering, gebruikmakend van de codeboom uit het kwalitatieve literatuuronderzoek (Bijlage B.4-3). Aan deze codeboom zijn codes toegevoegd, die nog niet uit het kwalitatieve literatuuronderzoek naar voren waren gekomen. Zie Bijlage B.4-5 voor de additionele codes uit de interviews. Dit heeft geleid tot een uitbreiding van de codeboom die volgde uit het kwalitatieve literatuuronderzoek. Bijlage B.4-6 bevat de definitieve codeboom, waarin de codering van het kwalitatieve literatuuronderzoek en de interviews zijn gecombineerd. Vervolgens hebben twee onderzoekers gezamenlijk de codes samengebracht tot categorieën via axiale codering. Selectieve codering heeft geleid tot overkoepelende thema’s en een beschrijving van de resultaten per uitgangsvraag.

 

Resultaten kwalitatieve analyse

De resultaten van de systematische literatuuranalyse van kwalitatieve en ‘mixed-methods’-studies en semi-gestructureerde interviews worden in deze paragraaf samengevat. De resultaten geven inzicht in de aspecten die belangrijk zijn om samen te beslissen. Deze aspecten zijn ingedeeld in drie thema’s, namelijk inhoud en aanpak (wat/hoe), moment (wanneer), en betrokkenen (wie).

 

Inhoud en aanpak.

Om samen tot een keuze te komen over de inzet van zorg op afstand is het van belang te weten wat er besproken moet worden (inhoud) en hoe dat gedaan kan worden (aanpak). Uit de literatuur en de interviews komt naar voren komen dat het bespreken van voor- en nadelen over zorg op afstand kan helpen het vertrouwen en de acceptatie van zorg op afstand te vergroten. Daarnaast geven therapeuten aan dat het nodig is om onzekerheden van patiënten te bespreken en eventuele misvattingen over zorg op afstand weg te nemen. Voorbeelden hiervan zijn dat de therapeut in het huis van de patiënt kan kijken (privacyschending), of dat de patiënt zich niet kan identificeren met de persoon in een opgenomen video. Therapeuten geven daarnaast aan dat het belangrijk is om ruimte te bieden voor de mening van patiënten over de inzet van zorg op afstand. In lijn daarmee, blijkt het belangrijk om van tevoren te inventariseren wat de verwachtingen rondom zorg op afstand zijn, zodat zowel therapeut als patiënt weten waar ze aan toe zijn.

Sommige patiënten blijken aanvankelijk sceptisch tegenover zorg op afstand te staan, door de angst voor gebrek aan fysiek en visueel contact, of het verwachte gebrek aan vaardigheden. Na afloop blijken velen positief verrast, doordat zorg op afstand makkelijker blijkt dan gedacht, het niveau van inspanning gelijk blijkt aan fysieke behandelingen, en het gebrek aan fysiek en visueel contact geen probleem blijkt te zijn. Daarnaast blijkt dat het inzien van de eigen therapietrouw patiënten motiveert om oefeningen te doen.

De therapeut kan in samenspraak met de patiënt beslissen of de situatie geschikt is om zorg op afstand in te zetten. Dit hangt onder andere af van de digitale vaardigheden, capaciteiten, en middelen van de patiënt. Ook moet de patiënt openstaan voor de inzet van zorg op afstand en moet het passen bij het behandeldoel.

Therapeuten geven aan dat het wenselijk is om een tool te gebruiken om samen met de patiënt te bepalen welke aspecten een bevorderende en welke aspecten een belemmerende rol spelen bij de inzet van zorg op afstand. Met zo’n tool kan een therapeut makkelijk inzichtelijk krijgen of een patiënt klaar is voor het gebruik van zorg op afstand, wat de behoeften van de patiënt zijn en of de patiënt hulp nodig heeft bij de inzet van zorg op afstand.

Ook wijst één van de therapeuten op de ‘helpdesk digitale zorg’. Als organisatie kun je je aansluiten bij deze helpdesk, waarna al je patiënten bij de helpdesk hulp mogen vragen bij de inzet van zorg op afstand.

 

Moment

Er zijn vier momenten waarop samen met de patiënt tot keuzes gekomen kan worden rondom de inzet van zorg op afstand:

  • als het behandeltraject besproken wordt;
  • als de behandeling geëvalueerd wordt;
  • als digitale zorg niet passend blijkt en overgeschakeld moet worden op fysieke zorg;
  • als het voor de patiënt onverhoopt niet mogelijk is om naar de praktijk te komen en ad hoc overgegaan wordt tot een online afspraak.

Daarbij komt naar voren dat het belangrijk is om flexibel te zijn bij de inzet van zorg op afstand. Therapeuten geven aan dat een online overleg over het algemeen makkelijker in te plannen is dan een fysiek overleg.

 

Betrokkenen

Therapeuten geven aan dat de voorkeur van de patiënt het zwaarst weegt en dat de keuze voor zorg op afstand daarom altijd samen met de patiënt gemaakt moet worden. Het is namelijk belangrijk dat de patiënt gemotiveerd is om met zorg op afstand aan de slag te gaan en dat therapeuten rekening houden met de wensen en behoeften van de patiënt. Therapeuten geven aan dat het belangrijk is een open gesprek te voeren en zorg op afstand niet aan patiënten op te leggen.

Therapeuten geven daarnaast aan dat zorg op afstand altijd als mogelijkheid besproken zou moeten worden met de patiënt. Tegelijkertijd geven ze aan dat ze het nog niet standaard als onderdeel van het gesprek met de patiënt meenemen.

Ook wordt genoemd dat er ongelijkheid kan optreden bij de inzet van zorg op afstand. Zo kan slechts een deel van de patiënten gebruik maken van zorg op afstand, namelijk patiënten met voldoende financiële middelen om benodigdheden voor zorg op afstand aan te schaffen, oudere patiënten die hulp van kleinkinderen krijgen en patiënten met voldoende intellectuele capaciteiten.

De therapeut speelt een rol in het duiden van de resultaten van een wearable of app. Zo kunnen ze doorvragen naar ervaringen van de patiënt en de resultaten interpreteren.

 

Criteria voor het formuleren van de aanbevelingen

Van bewijs naar aanbeveling          

Er zijn internationaal erkende criteria gehanteerd voor het beoordelen van het bewijs dat ten grondslag ligt aan de aanbevelingen. Dit zijn de gewenste effecten, ongewenste effecten, kwaliteit van bewijs, waarden en voorkeuren van patiënten, balans gewenste en ongewenste effecten, economische overwegingen en kosteneffectiviteit, gelijkheid, aanvaardbaarheid en ten slotte haalbaarheid. Deze criteria, evenals de overige overwegingen die de werkgroep formuleerde, bepalen de sterkte van de aanbeveling.

 

Gewenste effecten                             

De systematische literatuuranalyse van kwalitatieve en ‘mixed-methods’-studies en semi-gestructureerde interviews leveren geen directe input voor de bewijskracht of effecten voor het beantwoorden van de uitgangsvraag. Hierdoor heeft de werkgroep geen gewenste effecten geformuleerd.

 

Ongewenste effecten

De werkgroep is van mening dat er geen ongewenste effecten te verwachten zijn bij samen beslissen als fysieke zorg (gedeeltelijk) door zorg op afstand is vervangen.

 

Kwaliteit van bewijs

De systematische literatuuranalyse van kwalitatieve en ‘mixed-methods’-studies en semi-gestructureerde interviews leveren geen directe input voor de bewijskracht of effecten voor het beantwoorden van de uitgangsvraag. Hierdoor heeft de werkgroep geen kwaliteit van bewijs geformuleerd.

 

Waarden en voorkeuren van patiënten

De werkgroep beoordeelt dat patiënten grote waarde hechten aan samen beslissen en dat daar weinig variatie in zit tussen patiënten.

De werkgroep beaamt dat de keuze voor zorg op afstand altijd samen met de patiënt gemaakt moet worden. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de wensen en behoeften van de patiënt. Een open gesprek tussen therapeut en patiënt is van belang. Er moet worden voorkomen dat zorg op afstand aan patiënten wordt opgelegd.

Belangrijke aspecten waar rekening mee moet worden gehouden bij de inzet van zorg op afstand zijn het type klacht en de hulpvraag. Daarnaast hebben patiënten een persoonlijke voorkeur. Sommigen gaan ervan uit dat er fysiek wordt behandeld omdat dat de gewoonte is en dat daarom niet altijd aan zorg op afstand als behandelmogelijkheid wordt gedacht.

De motivatie van de patiënt is ook een belangrijk aspect; zo is het van belang na te gaan hoeveel tijd patiënten aan de behandeling willen besteden en hoe gemotiveerd ze zijn om zelfstandig aan de slag te gaan met hun herstel. De werkgroep beaamt het belang van de zelfstandigheid en zelfbekwaamheid van de patiënt.

Veiligheid is ook een belangrijk aspect. Met name bij een kwetsbare patiënt dient de veiligheid meegewogen te worden. Oefeningen kunnen worden aangepast of er kan bijvoorbeeld (mantel)zorg worden betrokken.

Leeftijd bleek in de meeste gevallen niet direct van invloed op de keuze voor zorg op afstand.

Andere aspecten die van invloed zijn op de overweging van zorg op afstand zijn: digitale vaardigheden, taalbegrip/accent, culturele barrières en cognitieve beperkingen/intelligentie.

Uit het literatuuronderzoek en de interviews blijkt dat een deel van de patiënten eerst sceptisch tegenover zorg op afstand staat, door de angst voor gebrek aan persoonlijk contact, of het verwachte gebrek aan benodigde vaardigheden voor de inzet van zorg op afstand. Velen blijken na gebruik van zorg op afstand positief verrast. Dit bevestigt dat zorg op afstand altijd als keuze besproken zou moeten worden met patiënten.

 

Balans gewenste en ongewenste effecten

De werkgroep acht het belangrijk om samen met de patiënt tot keuzes te komen rondom de inzet van zorg op afstand voor een succesvolle behandeling wanneer fysieke zorg (gedeeltelijk) door zorg op afstand is vervangen. Hierbij zijn geen ongewenste effecten te verwachten.

 

Economische overwegingen en kosteneffectiviteit

De werkgroep verwacht geen extra kosten bij het samen met de patiënt tot keuzes komen rondom de inzet van zorg op afstand als fysieke zorg (gedeeltelijk) door zorg op afstand is vervangen.

 

Gelijkheid

De werkgroep verwacht dat het samen met de patiënt tot keuzes komen geen invloed heeft op gelijkheid als fysieke zorg (gedeeltelijk) door zorg op afstand is vervangen.

 

Aanvaardbaarheid

De werkgroep beoordeelt dat het samen met de patiënt tot keuzes komen rondom de inzet van zorg op afstand aanvaardbaar is als fysieke zorg (gedeeltelijk) door zorg op afstand is vervangen.

De werkgroep oordeelt dat het aanvaardbaar is om alleen de vormen van zorg op afstand met de patiënt te bespreken die de therapeut ter beschikking heeft. Vormen van zorg op afstand bespreken die wel bestaan, maar in die praktijk niet mogelijk zijn vindt de werkgroep niet nodig gezien de uitkomsten van module B.1 over meerwaarde. Het uitgangspunt moet hierbij wel zijn om de meest passende zorg te bieden. Mocht de therapeut op de hoogte zijn van een beter passende vorm van zorg op afstand, of heeft de patiënt de voorkeur voor een specifieke vorm van zorg op afstand, en biedt de therapeut deze vorm niet aan, dan dient de therapeut de opties (alternatieven, alsnog aanschaffen, of doorverwijzen) te bespreken met de patiënt en samen een definitieve keuze te maken.

 

Haalbaarheid

Het samen met de patiënt tot keuzes komen rondom de inzet van zorg op afstand wordt door de werkgroep als realistisch beoordeeld.

De werkgroep geeft aan dat het volledig potentieel van samen beslissen nog niet benut wordt. Dit heeft te maken met de haalbaarheid om alle opties rondom zorg op afstand te bespreken (tijd, geld). Een mogelijkheid is om alleen de opties te bespreken die de therapeut aanbiedt, dat maakt het haalbaarder vergeleken met het bespreken van alle opties op het gebied van zorg op afstand.

 

Additionele overwegingen

De werkgroep is van mening dat de volgende overwegingen ook van belang zijn om samen te beslissen als fysieke zorg (gedeeltelijk) door zorg op afstand is vervangen:

  • Voor- en nadelen over zorg op afstand bespreken kan helpen bij het vertrouwen in en de acceptatie van zorg op afstand te vergroten. Voordelen van zorg op afstand die door patiënten genoemd werden zijn: betere toegang tot (specialistische) zorg (ook bij weinig vergoeding), geen reistijd en reiskosten, doorwerking van behandeling na afsluiting, betere integratie in dagelijks leven/eigen context, continuïteit van de behandeling en beter inzicht in eigen behandelproces. Genoemde nadelen zijn: mogelijk minder fysieke manipulatie/mobilisatie, gemis van peer support en sociaal contact. Meer eigen regie in het herstel werd als voordeel en als nadeel gezien door patiënten. Therapeuten zagen het vergroten van eigen regie en zelfredzaamheid van de patiënt juist als belangrijk voordeel. De werkgroep beaamt dit.
  • Onzekerheden van patiënten bespreken en eventuele misvattingen over zorg op afstand wegnemen. Voorbeelden van onzekerheden zijn dat de therapeut in het huis van de patiënt kan kijken, of dat de patiënt zich niet kan identificeren met de persoon in een opgenomen video.
  • Ruimte bieden voor de mening van patiënten over de inzet van zorg op afstand.
  • Verwachtingen inventariseren rondom zorg op afstand, zodat zowel therapeut als patiënt weten waar ze aan toe zijn.
  • De rol van de therapeut bij samen beslissen ligt in het duiden van de resultaten van een wearable of app. Voorbeelden zijn het doorvragen naar ervaringen van de patiënt en het interpreteren van de resultaten.
  • De mogelijkheden van de patiënt zijn van belang: zij geven aan dat soms een online overleg makkelijker in te plannen kan zijn dan een fysiek overleg.

Momenten waarop samen met de patiënt tot keuzes gekomen kan worden rondom de inzet van zorg op afstand, zijn:

  • wanneer het behandeltraject besproken wordt;
  • wanneer de behandeling geëvalueerd wordt;
  • wanneer blijkt dat zorg op afstand niet passend is en overgeschakeld moet worden op fysieke zorg;
  • wanneer de patiënt onverhoopt niet naar de praktijk kan komen en ad hoc telefonisch of via videobellen afgesproken wordt.

Op elk moment is het belangrijk dat de therapeut flexibel is bij de inzet van zorg op afstand.

 

Kennislacunes

De werkgroep heeft geen kennislacunes opgesteld.

    • Abramsky, H., Kaur, P., Robitaille, M., Taggio, L., Kosemetzky, P. K., Foster, H., Gibson, B. E., Bergeron, M., & Jachyra, P. (2018). Patients’ perspectives on and experiences of home exercise programmes delivered with a mobile application. Physiotherapy Canada, 70(2), 171–178. https://doi.org/10.3138/ptc.2016-87
    • Akl EA, Welch V, Pottie K, Eslava-Schmalbach J, Darzi A, S. I., Katikireddi SV, Singh J Murad MH, Meerpohl, J, Stanev R, Lang E, Matovinovic E, Shea B, Agoritsas T, Alexander PE, Snellman A, Brignardello-Petersen R, Gloss D, Thabane L, Shi C, Stein AT, Sharaf R, Briel M, Guyatt G, Schunemann H, Tugwell P. (2017). GRADE equity guidelines 2: considering health equity in GRADE guideline development: equity extension of the guideline development checklist. J Clin Epidemiol, 90, 68–75. https://doi.org/10.1016/j.jclinepi.2017.01.017
    • Albahrouh, S. I., & Buabbas, A. J. (2021). Physiotherapists’ perceptions of and willingness to use telerehabilitation in Kuwait during the COVID-19 pandemic. BMC Medical Informatics and Decision Making, 21(1). https://doi.org/10.1186/s12911-021-01478-x
    • Alrushud, A., Alamam, D., Alharthi, A., Shaheen, A., Alotaibi, N., AlSabhan, R., Alharbi, S., Ali, N., Mohammed, E., & Sweeh, J. (2022). Physical therapists’ perceptions of and satisfaction with delivering telerehabilitation sessions to patients with knee osteoarthritis during the Covid-19 pandemic: Preliminary study. Musculoskeletal Care, 20(4), 926–936. https://doi.org/10.1002/msc.1666
    • Barton, C. J., Ezzat, A. M., Merolli, M., Williams, C. M., Haines, T., Mehta, N., & Malliaras, P. (2022). “It’s second best”: A mixed-methods evaluation of the experiences and attitudes of people with musculoskeletal pain towards physiotherapist delivered telehealth during the COVID-19 pandemic. Musculoskeletal Science and Practice, 58. https://doi.org/10.1016/j.msksp.2021.102500
    • Bernal-Utrera, C., Anarte-Lazo, E., De-La-barrera-aranda, E., Fernandez-Bueno, L., Saavedra-Hernandez, M., Gonzalez-Gerez, J. J., Serrera-Figallo, M. A., & Rodriguez-Blanco, C. (2021). Perspectives and attitudes of patients with covid-19 toward a telerehabilitation programme: A qualitative study. International Journal of Environmental Research and Public Health, 18(15). https://doi.org/10.3390/ijerph18157845
    • Brennan, L., Kessie, T., & Caulfield, B. (2020). Patient experiences of rehabilitation and the potential for an mhealth system with biofeedback after breast cancer surgery: Qualitative study. JMIR MHealth and UHealth, 8(7). https://doi.org/10.2196/19721
    • Buabbas, A. J., Albahrouh, S. E., Alrowayeh, H. N., & Alshawaf, H. (2022). Telerehabilitation during the COVID-19 Pandemic: Patients and Physical Therapists’ Experiences. Medical Principles and Practice, 31(2), 156–164. https://doi.org/10.1159/000523775
    • Cartledge, S., Rawstorn, J. C., Tran, M., Ryan, P., Howden, E. J., & Jackson, A. (2022). Telehealth is here to stay but not without challenges: a consultation of cardiac rehabilitation clinicians during COVID-19 in Victoria, Australia. European Journal of Cardiovascular Nursing, 21(6), 548–558. https://doi.org/10.1093/eurjcn/zvab118
    • Casillas, A., Valdovinos, C., Wang, E., Abhat, A., Mendez, C., Gutierrez, G., Portz, J., Brown, A., & Lyles, C. R. (2022). Perspectives from leadership and frontline staff on telehealth transitions in the Los Angeles safety net during the COVID-19 pandemic and beyond. Frontiers in Digital Health, 4. https://doi.org/10.3389/fdgth.2022.944860
    • Chen, Y., Chen, Y., Zheng, K., Dodakian, L., See, J., Zhou, R., Chiu, N., Augsburger, R., McKenzie, A., & Cramer, S. C. (2020). A qualitative study on user acceptance of a home-based stroke telerehabilitation system. Topics in Stroke Rehabilitation, 27(2), 81–92. https://doi.org/10.1080/10749357.2019.1683792
    • Damhus, C. S., Emme, C., & Hansen, H. (2018). Barriers and enablers of COPD telerehabilitation – A frontline staff perspective. International Journal of COPD, 13, 2473–2482. https://doi.org/10.2147/COPD.S167501
    • Eiken, A. G., Nordanger, D., Nes, L. S., & Varsi, C. (2022). Patients’ Experiences of Using an eHealth Pain Management Intervention Combined With Psychomotor Physiotherapy: Qualitative Study. JMIR Formative Research, 6(3). https://doi.org/10.2196/34458
    • Eriksson, L., Lindström, B., & Ekenberg, L. (2011). Patients’ experiences of telerehabilitation at home after shoulder joint replacement. Journal of Telemedicine and Telecare, 17(1), 25–30. https://doi.org/10.1258/jtt.2010.100317
    • Firet, L., Teunissen, T. A. M., Kool, R. B., van Doorn, L., Aourag, M., Lagro-Janssen, A. L. M., & Assendelft, W. J. J. (2021). Women’s adoption of a web-based intervention for stress urinary incontinence: a qualitative study. BMC Health Services Research, 21(1). https://doi.org/10.1186/s12913-021-06585-z
    • Geraldo, A., Dores, A. R., Carvalho, I. P., Guerreiro, S., Castro-Caldas, A., & Barbosa, F. (2022). At-distance neurocognitive rehabilitation during COVID-19 pandemic: A first glance of patients’ perspectives about the process and an online platform. Applied Neuropsychology:Adult. https://doi.org/10.1080/23279095.2022.2100993
    • Gilbert, A. W., Jaggi, A., & May, C. R. (2019). What is the acceptability of real time 1:1 videoconferencing between clinicians and patients for a follow-up consultation for multi-directional shoulder instability? Shoulder and Elbow, 11(1), 53–59. https://doi.org/10.1177/1758573218796815
    • Hasani, F., Malliaras, P., Haines, T., Munteanu, S. E., White, J., Ridgway, J., Nicklen, P., Moran, A., & Jansons, P. (2021). Telehealth sounds a bit challenging, but it has potential: participant and physiotherapist experiences of gym-based exercise intervention for Achilles tendinopathy monitored via telehealth. BMC Musculoskeletal Disorders, 22(1). https://doi.org/10.1186/s12891-020-03907-w
    • Higgins JPT, & Green S. (2011). Cochrane Handbook for Systematic Reviews of Interventions. The Cochrane Collaborations; 2011 [updated March 2011].
    • Hoaas, H., Andreassen, H. K., Lien, L. A., Hjalmarsen, A., & Zanaboni, P. (2016). Adherence and factors affecting satisfaction in long-term telerehabilitation for patients with chronic obstructive pulmonary disease: A mixed methods study eHealth/ telehealth/ mobile health systems. BMC Medical Informatics and Decision Making, 16(1). https://doi.org/10.1186/s12911-016-0264-9
    • Jassil, F. C., Richards, R., Carnemolla, A., Lewis, N., Montagut-Pino, G., Kingett, H., Doyle, J., Kirk, A., Brown, A., Chaiyasoot, K., Devalia, K., Parmar, C., & Batterham, R. L. (2022). Patients’ views and experiences of live supervised tele-exercise classes following bariatric surgery during the COVID-19 pandemic: The BARI-LIFESTYLE qualitative study. Clinical Obesity, 12(2). https://doi.org/10.1111/cob.12499
    • Kairy, D., Tousignant, M., Leclerc, N., Côté, A. M., & Levasseur, M. (2013). The patient’s perspective of in-home telerehabilitation physiotherapy services following total knee arthroplasty. International Journal of Environmental Research and Public Health, 10(9), 3998–4011. https://doi.org/10.3390/ijerph10093998
    • Knox, K. B., Nickel, D., Donkers, S. J., & Paul, L. (2022). Physiotherapist and participant perspectives from a randomized-controlled trial of physiotherapist-supported online vs. paper-based exercise programs for people with moderate to severe multiple sclerosis. Disability and Rehabilitation. https://doi.org/10.1080/09638288.2022.2055159
    • Lawford, B. J., Delany, C., Bennell, K. L., & Hinman, R. S. (2018). “I was really sceptical…But it worked really well”: a qualitative study of patient perceptions of telephone-delivered exercise therapy by physiotherapists for people with knee osteoarthritis. Osteoarthritis and Cartilage, 26(6), 741–750. https://doi.org/10.1016/j.joca.2018.02.909
    • Lawford, B. J., Delany, C., Bennell, K. L., & Hinman, R. S. (2019). I was really pleasantly surprised: Firsthand experience and shifts in physical therapist perceptions of telephone-delivered exercise therapy for knee osteoarthritis–A qualitative study. Arthritis Care and Research, 71(4), 545–557. https://doi.org/10.1002/acr.23618
    • Lee, A. L., Tilley, L., Baenziger, S., Hoy, R., & Glaspole, I. (2022). The Perceptions of Telehealth Physiotherapy for People with Bronchiectasis during a Global Pandemic-A Qualitative Study. Journal of Clinical Medicine, 11(5). https://doi.org/10.3390/jcm11051315
    • Lotan, M., Ippolito, E., Favetta, M., & Romano, A. (2021). Skype Supervised, Individualized, Home-Based Rehabilitation Programs for Individuals With Rett Syndrome and Their Families – Parental Satisfaction and Point of View. Frontiers in Psychology, 12. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2021.720927
    • Martínez De La Cal, J., Fernández-Sánchez, M., Matarán-Peñarrocha, G. A., Hurley, D. A., Castro-Sánchez, A. M., & Lara-Palomo, I. C. (2021). Physical Therapists’ Opinion of E-Health Treatment of Chronic Low Back Pain. Public Health, 18, 1889. https://doi.org/10.3390/ijerph
    • Odole, A. C., Afolabi, K. O., Ushie, B. A., & Odunaiya, N. A. O. (2020). Views of physiotherapists from a low resource setting about physiotherapy at a distance: a qualitative study. European Journal of Physiotherapy, 22(1), 14–19. https://doi.org/10.1080/21679169.2018.1549272
    • Pahwa, P. K., Sharma, S., & Mani, S. (2021). The Content and Structure of Tele-physiotherapy module (i-TelePT) for the management of children with Cerebral Palsy in an inclusive educational settings: A Qualitative Study. In European Journal of Molecular & Clinical Medicine, 8(3).
    • Palazzo, C., Klinger, E., Dorner, V., Kadri, A., Thierry, O., Boumenir, Y., Martin, W., Poiraudeau, S., & Ville, I. (2016). Barriers to home-based exercise program adherence with chronic low back pain: Patient expectations regarding new technologies. Annals of Physical and Rehabilitation Medicine, 59(2), 107–113. https://doi.org/10.1016/j.rehab.2016.01.009
    • Pollock, A., D’Cruz, K., Scheinberg, A., Botchway, E., Harms, L., Amor, D. J., Anderson, V., Bonyhady, B., & Knight, S. (2022). Family-centred care for children with traumatic brain injury and/or spinal cord injury: a qualitative study of service provider perspectives during the COVID-19 pandemic. BMJ Open, 12(6). https://doi.org/10.1136/bmjopen-2021-059534
    • Renard, M., Gaboury, I., Michaud, F., & Tousignant, M. (2022). The acceptability of two remote monitoring modalities for patients waiting for services in a physiotherapy outpatient clinic. Musculoskeletal Care, 20(3), 616–624. https://doi.org/10.1002/msc.1622
    • Shaw, T., McGregor, D., Brunner, M., Keep, M., Janssen, A., & Barnet, S. (2017). What is eHealth (6)? Development of a conceptual model for ehealth: Qualitative study with key informants. Journal of Medical Internet Research. https://doi.org/10.2196/jmir.8106
    • Skolasky, R. L., Kimball, E. R., Galyean, P., Minick, K. I., Brennan, G., McGee, T., Lane, E., Thackeray, A., Bardsley, T., Wegener, S. T., Hunter, S. J., Zickmund, S., & Fritz, J. M. (2022). Identifying Perceptions, Experiences, and Recommendations of Telehealth Physical Therapy for Patients With Chronic Low Back Pain: A Mixed Methods Survey. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation, 103(10), 1935–1943. https://doi.org/10.1016/j.apmr.2022.06.006
    • Smaerup, M., Grönvall, E., Larsen, S. B., Laessoe, U., Henriksen, J. J., & Damsgaard, E. M. (2017). Exercise gaming–a motivational approach for older adults with vestibular dysfunction. Disability and Rehabilitation: Assistive Technology, 12(2), 137–144. https://doi.org/10.3109/17483107.2015.1104560
    • Szturm, T., Imran, Z., Pooyania, S., Kanitkar, A., & Mahana, B. (2021). Evaluation of a Game Based Tele Rehabilitation Platform for In-Home Therapy of Hand-Arm Function Post Stroke: Feasibility Study. PM and R, 13(1), 45–54. https://doi.org/10.1002/pmrj.12354
    • van der Meer, H. A., Doomen, A., Visscher, C. M., Engelbert, R. H. H., Nijhuis-van der Sanden, M. W. G., & Speksnijder, C. M. (2022). The additional value of e-Health for patients with a temporomandibular disorder: a mixed methods study on the perspectives of orofacial physical therapists and patients. Disability and Rehabilitation: Assistive Technology, 0(0), 1-19. https://doi.org/10.1080/17483107.2022.2094000
    • van Tilburg, M., Kloek, C., Staal, J. B., Bossen, D., & Veenhof, C. (2022). Feasibility of a stratified blended physiotherapy intervention for patients with non-specific low back pain: a mixed methods study. Physiotherapy Theory and Practice, 38(2), 286–298. https://doi.org/10.1080/09593985.2020.1756015
    • Vorrink, S., Huisman, C., Kort, H., Troosters, T., & Lammers, J. W. (2017). Perceptions of patients with chronic obstructive pulmonary disease and their physiotherapists regarding the use of an eHealth intervention. JMIR Human Factors, 4(3). https://doi.org/10.2196/humanfactors.7196
    • Warland, A., Paraskevopoulos, I., Tsekleves, E., Ryan, J., Nowicky, A., Griscti, J., Levings, H., & Kilbride, C. (2019). The feasibility, acceptability and preliminary efficacy of a low-cost, virtual-reality based, upper-limb stroke rehabilitation device: a mixed methods study. Disability and Rehabilitation, 41(18), 2119–2134. https://doi.org/10.1080/09638288.2018.1459881
    • Wittmeier, K. D. M., Hammond, E., Tymko, K., Burnham, K., Janssen, T., Pablo, A. J., Russell, K., Pierce, S., Costello, C., & Protudjer, J. L. P. (2022). “Another Tool in Your Toolkit”: Pediatric Occupational and Physical Therapists’ Perspectives of Initiating Telehealth during the COVID-19 Pandemic. Physical and Occupational Therapy in Pediatrics, 42(5), 465–481. https://doi.org/10.1080/01942638.2022.2065898
    • Ziani, M., Trépanier, E., & Goyette, M. (2022). Voices of Teens and Young Adults on the Subject of Teleconsultation in the COVID-19 Context. Journal of Patient Experience, 9. https://doi.org/10.1177/23743735221092565
    • Zorginstituut Nederland. (2021). AQUA-Leidraad (voorheen Leidraad voor kwaliteitsstandaarden).  https://www.zorginzicht.nl/ontwikkeltools/ontwikkelen/aqua-leidraad