Beroepscode voor de Fysiotherapeut

Beroepsuitoefening

1.1 Algemeen

1    De Beroepscode is van toepassing op fysiotherapeuten die lid zijn van het KNGF en/of ingeschreven staan in een kwaliteitsregister gehouden onder de verantwoording van het KNGF.

2    De fysiotherapeut laat zich bij de beroepsuitoefening leiden door de professionele standaard. De professionele standaard is het geheel van professionele waarden en normen dat beschrijft wat in een bepaalde situatie ‘goed hulpverlenerschap’ is. De professionele standaard komt tot uitdrukking in de voor de fysiotherapie geldende wetten, beroepsnormen zoals vastgelegd in richtlijnen, protocollen, kwaliteitsstandaarden, handreikingen, (tucht)rechterlijke uitspraken en de Beroepscode voor de Fysiotherapeut. Ook het beroepsprofiel, met domeinomschrijving en competentieprofiel, zowel voor de algemene als verbijzonderde fysiotherapie, geeft er uitdrukking aan. 

3    De fysiotherapeut neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht en houdt zijn kennis en vaardigheden op peil. De fysiotherapeut draagt waar mogelijk bij aan de ontwikkeling van het beroep.

4  Te allen tijde maakt de fysiotherapeut eigen afwegingen en keuzes over de in te zetten fysiotherapeutische zorg en neemt daarvoor verantwoordelijkheid.

5    Het gedrag van de fysiotherapeut ondersteunt het vertrouwen in de beroepsgroep, ook wanneer de fysiotherapeut niet beroepshalve optreedt.

6    Het recht van de patiënt op vrije fysiotherapeutenkeuze wordt door de fysiotherapeut gerespecteerd.

 

1.2 Beroepsdomein

7    Bij de beroepsuitoefening zijn de grenzen van het beroepsdomein relevant. Tijdens de beroepsuitoefening verricht de fysiotherapeut geen handelingen en geeft geen advies gelegen buiten het domein van de fysiotherapie en buiten de deskundigheid en/of bekwaamheid van de fysiotherapeut. 

8    Bij het ontbreken van specifieke deskundigheid is het aangewezen om advies te vragen of de patiënt over te dragen aan een ter zake deskundige en/of bekwame collega.

 

1.3 Dossiervoering

9    De fysiotherapeut richt voor iedere patiënt een dossier in, dat wordt bijgehouden conform de vigerende KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische dossiervoering. 

10    Alvorens tot behandeling over te gaan, stelt de fysiotherapeut vast of er een indicatie is voor fysiotherapie en of er sprake is van een binnen zijn competentiegebied vallende hulpvraag.

11    Indien na een aangevangen behandeling vastgesteld kan worden dat er geen indicatie meer is voor het voortzetten van de fysiotherapeutische behandeling, wordt de behandeling beëindigd overeenkomstig de vigerende regelgeving en wordt het dossier gesloten.