Kosteneffectiviteit van subgroepspecifieke oefentherapie bij knieartrose

Fysiotherapie bij knieartrose is effectief, de effectiviteit bij subgroep-specifieke therapie is niet voldoende onderzocht. In dit door het WCF gefinancierde onderzoek wordt gestratificeerde fysiotherapie vergeleken met standaard fysiotherapie bij knieartrose (volgens de KNGF-richtlijn artrose dd. 2010). Het effect op kniepijn, fysiek functioneren, ervaren herstel en medische en maatschappelijke kosten wordt onderzocht door middel van een cluster-gerandomiseerde trial (RCT).

In 2017 heeft het Wetenschappelijk College Fysiotherapie (WCF) van het KNGF een onderzoekscall uitgezet. Voor deze call konden onderzoeksvoorstellen op basis van de kennishiaten zoals beschreven in de Onderzoeksagenda Fysiotherapie ingediend worden voor financiering door het KNGF en ZonMw. Effectiviteit en kosteneffectiviteit van gestratificeerde, subgroepspecifieke oefentherapie bij patiënten met knieartrose in de eerstelijnsfysiotherapie is één van de vier projecten gesubsidieerd vanuit deze call.

Aanleiding

Oefentherapie gegeven door een fysiotherapeut bij mensen met knieartrose is effectief in het verminderen van pijn en verbeteren van fysiek functioneren en mogelijk ook in het uitstellen van operatieve ingrepen. De zorg die in richtlijnen wordt beschreven, is vaak gebaseerd op grote groepen patiënten, wat leidt tot een soort ‘one-size-fits-all’-benadering, ondanks grote heterogeniteit in de patiëntenpopulatie. Gestratificeerde fysiotherapie, waarbij patiënten in subgroepen verdeeld worden, kan mogelijk het effect van de interventies optimaliseren en kostenbesparend werken.

Opzet onderzoek

In dit onderzoek wordt gestratificeerde fysiotherapie vergeleken met standaard fysiotherapie bij knieartrose (volgens de richtlijn artrose dd. 2010). Dit wordt onderzocht door middel van een cluster-gerandomiseerde trial (RCT) waarin 400 patiënten met knieartrose behandeld worden. In de experimentele groep (n = 200) worden patiënten op basis van de intake in de subgroep hoge spierkracht, lage spierkracht of obesitas ingedeeld en volgens een subgroepspecifieke oefentherapie behandeld. In de controlegroep (n = 200) ontvangen patiënten reguliere oefentherapie, volgens de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie uit 2010. De uitkomstmaten zijn pijn in de knie, fysiek functioneren, ervaren herstel en medische en maatschappelijke kosten. De metingen worden gedaan bij aanvang van de therapie, na 3 maanden en na 12 maanden.

Verwachte resultaten

Deze studie zal inzicht geven in de (kosten)effectiviteit van gestratificeerde fysiotherapie bij drie subgroepen ten opzichte van standaard fysiotherapie bij mensen met knieartrose in de eerste lijn. Daarmee geeft het fysiotherapeuten inzicht hoe zij hun therapie kunnen afstemmen op specifieke subgroepen van mensen met knieartrose, om zo de kwaliteit en effectiviteit van de therapie te optimaliseren.

Hoofdaanvrager: prof. dr. Raymond Ostelo, hoogleraar evicence-based fysiotherapie (VU). I.s.m. Reade, VUmc, LUMC, University of Melbourne en ReumaNetAmsterdam.

 

 

 

Je moet inloggen om deze content te bekijken.