B.1 Anamnese

Vraag tijdens de anamnese relevante informatie uit en maak hierbij gebruik van de aspecten zoals benoemd in onderstaand overzicht. Vraag indien nodig bij de verwijzer additionele verwijsgegevens op om de resultaten aan te vullen.

Maak onderscheid tussen twee anamnestische aspecten:

Samen met de hulpvraag zijn zowel de aangrijpingspunten als de contextgebonden factoren bepalend voor het lichamelijk onderzoek en de therapeutische behandeling van de patiënt met COPD. Relevante informatie met betrekking tot de anamnese staat beschreven in het volgende overzicht.
 


Informatie uit de anamnese

Gerelateerd aan de therapeutische aangrijpingspunten:

  • de hulpvraag van de patiënt
  • symptomen van vermoeidheid in rust, bij inspanning, de huidige toestand en het beloop van de symptomen (CIS8Ropt en/of Borgschaal vermoeidheidopt)
  • symptomen van kortademigheid in rust, bij inspanning, de huidige toestand en het beloop van de symptomen (mMRCopt en/of Borgschaal kortademigheidopt)
  • tekenen van een gestoord adembewegingsapparaat, zoals hoesten en mogelijkheid tot mucusklaring (item-CATaanbev)
  • tekenen van afgenomen fysieke capaciteit
  • tekenen van verminderde fysieke activiteit
  • tekenen van verminderde balans/valrisico (TUGopt)
  • beperkingen in activiteiten of participatie (PSGaanbev)

Informatie over de context:

  • andere, niet direct aan COPD gerelateerde, symptomen, zoals pijn (NPRSopt), slaapproblemen of incontinentie
  • aanwezigheid van een longaanval, aantal longaanvallen in het afgelopen jaar en de ernst van de longaanvallen (met of zonder ziekenhuisopname)
  • aanwezige comorbiditeit en gerelateerde ervaren beperkingen in activiteiten en participatie
  • huidig medicatiegebruik
  • gebruik van andere hulpmiddelen, zoals medische zuurstof
  • contact met andere zorgverleners
  • ervaren gezondheidstoestand/symptoomlast (CCQaanbev of CATaanbev)
  • kennis van COPD en ziekte-inzicht
  • zelfredzaamheid, zelfmanagement en eigen regie met betrekking tot (omgang met) fysiek functioneren
  • angst- of depressieve gevoelens/klachten (HADSopt)
  • voedingstoestand (MUSTopt en/of SARC-Fopt)
  • bereidheid, motivatie en beheersingsstrategieën (zelfeffectiviteit, coping)
  • risico- en prognostische factoren die een invloed hebben op het ontstaan c.q. verergeren van symptomen (o.a. roken of blootstelling aan schadelijke gassen)
  • arbeidsstatus
  • hobby’s
  • thuissituatie, waaronder ook het functioneren van directe betrokkenen en/of mantelzorger
  • belemmerende en bevorderende factoren voor fysieke activiteit

Parameters kunnen worden geobjectiveerd met behulp van een aanbevolen (aanbev) of een optioneel (opt) meetinstrument (zie B.3.1 ‘Aanbevolen en optionele meetinstrumenten’).

CAT = ‘COPD Assessment Test’; CCQ = ‘Clinical COPD Questionnaire’; CISR8 = Checklist Individuele Spankracht; HADS = ‘Hospital Anxiety and Depression Scale’; mMRC = ‘modified Medical Research Council Dyspnoe’ schaal; NPRS = ‘Numeric Pain Rating Scale’; MUST = ‘Malnutrition Universal Screening Tool’; PSG = Patiënt Specifieke Goal-setting methode; ‘Timed Up & Go test’.


 

 

 

Uitgangsvraag

Welke informatie wordt tijdens de anamnese bij een patiënt met COPD verzameld?

Bij het inwinnen van informatie in een therapeutische anamnese wordt onderscheid gemaakt tussen: a) aspecten die de aangrijpingspunten voor het therapeutisch handelen in kaart brengen, en b) aspecten die geen behandelbare grootheden vormen, maar waarmee wel de context in kaart wordt gebracht waarbinnen de patiënt de therapeutische behandeling krijgt.

Patiënten die een longaanval doormaken of recent een longaanval doormaakten, hebben speciale aandacht nodig. Deze patiënten hebben een verhoogd risico op een nieuwe longaanval (Hurst 2010) en een (verdere) achteruitgang van het fysiek functioneren, de dagelijkse fysieke activiteit en de kwaliteit van leven (Seemungal 2009; Spruit 2003; Troosters 2013). Zij hebben ondersteuning nodig om niet in een negatieve spiraal van verdere achteruitgang te raken (Groenewegen 2003; GOLD 2020; Miller 2013).

Met betrekking tot comorbiditeit is het van belang dat de therapeut die patiënten met COPD behandelt kennis heeft van frequent voorkomende lichamelijke en psychische comorbiditeit. Er is speciale aandacht nodig voor comorbiditeit en de daaraan gerelateerde medicatie die interfereren met de fysieke therapeutische interventies en fysieke activiteit (Beekman 2013). Mogelijk is aanpassing van de gestelde doelen en/of het behandelplan noodzakelijk.

De psychosociale gegevens (cognitie, motivatie, coping en omgevingsaspecten) worden verzameld ter ondersteuning van de analyse van de gezondheidsproblemen, de interpretatie van de testresultaten en de formulering van de behandeldoelen.

In overleg met de werken klankbordgroep is besloten om geen systematische zoekactie uit te voeren voor deze uitgangsvraag, maar de informatie op niet-systematische wijze te vergaren. 

    • Beekman E, Mesters I, de Rooij M, de Vries N, Werkman M, Hulzebos E, et al. Therapeutic consequences for physical therapy of comorbidity highly prevalent in COPD: a multi-case study. J Aller Ther. 2013;S2(004).
    • GOLD. Global strategy for the diagnosis, management, and prevention of chronic obstructive pulmonary disease. Fontana, CA, VS: Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease (GOLD); 2020.
    • Groenewegen KH, Schols AM, Wouters EF. Mortality and mortality-related factors after hospitalization for acute exacerbation of COPD. Chest. 2003;124(2):459-67.
    • Hurst JR, Vestbo J, Anzueto A, Locantore N, Müllerova H, Tal-Singer R, et al. Susceptibility to exacerbation in chronic obstructive pulmonary disease. N Engl J Med. 2010;363(12):1128-38.
    • Miller J, Edwards LD, Agusti A, Bakke P, Calverley PM, Celli B, et al. Comorbidity, systemic inflammation and outcomes in the ECLIPSE cohort. Respir Med. 2013;107(9):1376-84.
    • Seemungal TA, Hurst JR, Wedzicha JA. Exacerbation rate, health status and mortality in COPD – A review of potential interventions. Int J Chron Obstruct Pulmon Dis. 2009;4:203-23.
    • Spruit MA, Gosselink R, Troosters T, Kasran A, Gayan-Ramirez G, Bogaerts P, Bouillon R, Decramer M. Muscle force during an acute exacerbation in hospitalised patients with COPD and its relationship with CXCL8 and IGF-I. Thorax. 2003 Sep;58(9):752-6.
    • Troosters T, van der Molen T, Polkey M, Rabinovich RA, Vogiatzis I, Weisman I, et al. Improving physical activity in COPD: towards a new paradigm. Respir Res. 2013;14:115.