A.3.3 Aangrijpingspunten voor fysio- en oefentherapie C/M

Fysiotherapie en oefentherapie C/M bij patiënten met COPD is, afhankelijk van de gediagnosticeerde beperkingen, gericht op een of meer van de volgende drie aangrijpingspunten:

  • de fysieke capaciteit
  • de fysieke activiteit
  • het adembewegingsapparaat

Uitgangsvraag

Wat zijn de belangrijkste aangrijpingspunten voor fysio- en oefentherapie C/M bij patiënten met COPD?

Ondanks een optimale medische behandeling door huisarts en/of longarts ervaren veel patiënten met COPD dagelijks een milde tot hoge symptoomlast. Kortademigheid en vermoeidheid zijn hierbij de meest voorkomende symptomen (Goertz 2019; Janssen 2011). De dagelijkse symptomen kunnen leiden tot een afname in de dagelijkse fysieke activiteit en een verlies van fysieke capaciteit. Hierdoor komen patiënten met COPD in een vicieuze cirkel terecht van fysieke deconditionering, wat uiteindelijk kan leiden tot psychische problemen, een slechtere kwaliteit van leven en een verminderde autonomie en participatie (Gimeno-Santos 2014). Dit proces kan worden versneld door ernstige longaanvallen, die resulteren in een ziekenhuisopname (Pitta 2006; Ramon 2018; Spruit 2003).

Om de vicieuze cirkel van fysieke deconditionering te doorbreken of te vertragen, richten het diagnostisch en therapeutisch proces van de therapeut zich op de aangrijpingspunten ‘fysieke capaciteit’, ‘fysieke activiteit’ en ‘adembewegingsapparaat’. De relevante aangrijpingspunten voor fysio- en oefentherapie C/M bij COPD zijn opgenomen in de volgende figuur.De fysieke capaciteit betreft het vermogen om activiteiten uit te voeren die fysieke acties vereisen (Puente Maestu 2016). Fysieke capaciteit wordt uitgedrukt in een aantal door therapie te beïnvloeden grootheden, namelijk: algemeen inspanningsvermogen (maximaal en submaximaal), perifere spierfunctie (spierkracht en -uithoudingsvermogen) en balans (statische en dynamisch) (De Morree 2011; ERS 2019; ERS/ATS 2014a,b; Hernandes, 2011; Mesquita, 2013; Robles, 2011).

De fysieke activiteit is een parameter voor beweeggedrag en betreft elke lichaamsbeweging die teweeggebracht wordt door skeletspieren en die energiegebruik vereist (Caspersen 1985; WHO 2018). Deze parameter wordt uitgedrukt als verhouding tussen sedentair gedrag en actief gedrag die door therapie te beïnvloeden is, zoals liggen, zitten, staan en bewegen (bijv. aantal stappen per dag).

Het adembewegingsapparaat is de vitale pomp voor de ventilatie en bestaat uit de borstwand (thorax en abdomen) en ademspieren (Gosselink 2016). Het adembewegingsapparaat wordt gekarakteriseerd door een aantal door therapie te beïnvloeden functies, namelijk: ademspierfunctie, adembewegingspatroon (in rust en tijdens inspanning), lichaamshouding en sputumretentie (Charususin 2016; Langer 2018; Priori 2013; Singer 2011).
De fysieke activiteit en de fysieke capaciteit, beide maten voor het fysiek functioneren, hangen redelijk nauw samen, maar zijn niet een-op-een inwisselbaar (Koolen 2019; Lummel 2015). Zodoende worden zij apart gemeten. Fysiek functioneren wordt beïnvloed door fysieke, sociale en omgevingsfactoren. Behandeling is voornamelijk gericht op verbeteren van het (beperkt) fysiek functioneren en de daarmee samenhangende ervaren symptoomlast, en het verbeteren van de mate van participatie en de kwaliteit van leven van de patiënt.

Tijdens het veelvuldig contact met de patiënten kan de therapeut aandacht schenken aan leefstijlverandering en op die manier een coachende functie hebben. Aangrijpingspunten voor leefstijlverandering, zoals gezonde voeding en begeleiding bij het stoppen met roken behoren echter niet tot het primaire domein van de fysiotherapeut en de oefentherapeut C/M; voor deze aangrijpingspunten is de therapeut niet de hoofdbehandelaar. In het geval van een doorverwijzing kan een multidisciplinair overleg met de betreffende zorgverlener overwogen worden voor het afstemmen van de behandeling.

 

In overleg met de werkgroep en de klankbordgroep is besloten om geen systematische zoekactie uit te voeren voor deze uitgangsvraag, maar de informatie op niet-systematische wijze te vergaren. 

    • Charususin N, Gosselink R, McConnell A, Demeyer H, Topalovic M, Decramer M, Langer D. Inspiratory muscle training improves breathing pattern during exercise in COPD patients. Eur Respir J. 2016;47(4):1261-4.
    • ERS. ERS statement on standardisation of cardiopulmonary exercise testing in chronic lung diseases. Eur Respir Rev. 2019 Dec;28(154).
    • ERS/ATS. An official European Respiratory Society/American Thoracic Society technical standard: field walking tests in chronic respiratory disease. Eur Respir J. 2014a;44(6):1428-46.
    • ERS/ATS. An official systematic review of the European Respiratory Society/American Thoracic Society: measurement properties of field walking tests in chronic respiratory disease. Eur Respir J. 2014b;44(6):1447-78.
    • Gimeno-Santos E, Frei A, Steurer-Stey C, de Batlle J, Rabinovich RA, Raste Y, et al. Determinants and outcomes of physical activity in patients with COPD: a systematic review. Thorax. 2014;69(8):731-9.
    • Goërtz YMJ, Spruit MA, Van ‘t Hul AJ, Peters JB, Van Herck M, Nakken N, et al. Fatigue is highly prevalent in patients with COPD and correlates poorly with the degree of airflow limitation. Ther Adv Respir Dis. 2019;13:1753466619878128.
    • Hernandes NA, Wouters EF, Meijer K, Annegarn J, Pitta F, Spruit MA. Reproducibility of 6-minute walking test in patients with COPD. Eur Respir J. 2011;38(2):261-7.
    • Janssen DJ, Spruit MA, Uszko-Lencer NH, Schols JM, Wouters EF. Symptoms, comorbidities, and health care in advanced chronic obstructive pulmonary disease or chronic heart failure. J Palliat Med. 2011;14(6):735-43.
    • Koolen EH, van Hees HW, van Lummel RC, Dekhuijzen R, Djamin RS, Spruit MA, et al. ‘Can do’ versus ‘do do’: A Novel concept to better understand physical functioning in patients with chronic obstructive pulmonary disease. J Clin Med. 2019;8(3).
    • Langer D, Ciavaglia C, Faisal A, Webb KA, Neder JA, Gosselink R, et al. Inspiratory muscle training reduces diaphragm activation and dyspnea during exercise in COPD. J Appl Physiol (1985). 2018;125(2):381-92.
    • Lummel RC, Walgaard S, Pijnappels M, Elders PJ, Garcia-Aymerich J, van Dieën JH, et al. Physical performance and physical activity in older adults: associated but separate domains of physical function in old age.
    • PloS one 2015;10(12):e0144048.
    • Mesquita R, Janssen DJ, Wouters EF, Schols JM, Pitta F, Spruit MA. Within-day test-retest reliability of the Timed Up & Go test in patients with advanced chronic organ failure. Arch Phys Med Rehabil. 2013;94(11):2131-8.
    • Pitta F, Troosters T, Probst VS, Spruit MA, Decramer M, Gosselink R. Physical activity and hospitalization for exacerbation of COPD. Chest. 2006;129(3):536-44.
    • Priori R, Aliverti A, Albuquerque AL, Quaranta M, Albert P, Calverley PM. The effect of posture on asynchronous chest wall movement in COPD. J Appl Physiol (1985). 2013;114(8):1066-75.
    • Puente-Maestu L, Palange P, Casaburi R, Laveneziana P, Maltais F, Neder JA, et al. Use of exercise testing in the evaluation of interventional efficacy: an official ERS statement. Eur Respir J. 2016;47:429-60.
    • Ramon MA, ter Riet G, Carsin AE, Gimeno-Santos E, Agustí A, Antó JM, et al. The dyspnoeain activity vicious circle in COPD: development and external validation of a conceptual model. Eur Respir J. 2018;52(3).
    • Robles PG, Mathur S, Janaudis-Fereira T, Dolmage TE, Goldstein RS, Brooks D. Measurement of peripheral muscle strength in individuals with chronic obstructive pulmonary disease: a systematic review. J Cardiopulm Rehabil Prev. 2011;31(1):11-24.
    • Singer J, Yelin EH, Katz PP, Sanchez G, Iribarren C, Eisner MD, Blanc PD. Respiratory and skeletal muscle strength in chronic obstructive pulmonary disease: impact on exercise capacity and lower extremity function. J Cardiopulm Rehabil Prev. 2011;31(2):111-9.
    • Spruit MA, Gosselink R, Troosters T, Kasran A, Gayan-Ramirez G, Bogaerts P, Bouillon R, et al. Muscle force during an acute exacerbation in hospitalised patients with COPD and its relationship with CXCL8 and IGF-I. Thorax. 2003;58(9):752-6.
    • Vanfleteren LE, Spruit MA, Groenen M, Gaffron S, van Empel VP, Bruijnzeel PL, et al. Clusters of comorbidities based on validated objective measurements and systemic inflammation in patients with chronic obstructive pulmonary disease. Am J Respir Crit Care Med. 2013;187(7):728-35.