C.3.3 Hydrotherapie

Bied fysieke training in de vorm van hydrotherapie bij voorkeur niet aan bij patiënten met COPD. Overweeg hydrotherapie enkel indien:

  • de patiënt bijkomende fysieke problemen ervaart die de conventionele fysieke training ernstig beperken, zoals gewrichtsartrose en/of uitgesproken zwaarlijvigheid en/of
  • de patiënt een sterke voorkeur heeft voor fysieke training in de vorm van hydrotherapie.

Uitgangsvraag

Heeft hydrotherapie bij patiënten met COPD meerwaarde ten opzichte van conservatieve therapie ter verbetering van de fysieke capaciteit?

 

Aanleiding

Hydrotherapie is het doen van fysieke training (duur-, interval-, en/of krachttraining) in het zwembad. Mede door de opwaartse druk van het water kan hydrotherapie voordelig zijn voor patiënten met bijkomende fysieke problemen, zoals gewrichtsartrose en/of uitgesproken zwaarlijvigheid (McNamara 2013b).

 

Literatuur

Hydrotherapie verbetert de fysieke capaciteit bij patiënten met COPD in nagenoeg gelijke mate als training op het land (McNamara 2013a).

 

Overwegingen

In het algemeen zijn de effecten van hydrotherapie gelijk aan die van training op het land en zodoende wegen deze effecten niet op tegen de kosten en de praktische bezwaren van hydrotherapie. Alleen bij patiënten met bijkomende fysieke problemen die de conventionele training op het land ernstig beperken, zoals gewrichtsartrose en/of uitgesproken zwaarlijvigheid, kan hydrotherapie van toegevoegde waarde zijn. Daarnaast kunnen patiënten een sterke voorkeur hebben voor fysieke training in de vorm van hydrotherapie.

Literatuur

Voor het beantwoorden van deze uitgangsvraag is het systematisch literatuuronderzoek van McNamara 2013a overgenomen.

 

Zoeken en selecteren

In overleg met de werkgroep en de klankbordgroep is besloten geen update uit te voeren van het systematisch literatuuronderzoek (McNamara 2013a).

 

Samenvatting literatuur

In het systematisch literatuuronderzoek van McNamara 2013a werden vijf (quasi-)gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s) geïncludeerd met in totaal 176 patiënten. Vier van deze studies vergeleken hydrotherapie met training op land. 

De meta-analyse van deze studies toont geen verschillen aan in kwaliteit van leven, die hier is gemeten met de ‘St George’s Respiratory Questionnaire’ (SGRQ) en de ‘Chronic Respiratory (Disease) Questionnaire’ (CRDQ) (SMD = -0,14; 95%-BI = -0,57 tot 0,28; n = 89; lage bewijskracht).

Ook is er geen verschil in fysieke capaciteit gemeten met de Zes Minuten Wandeltest (6MWT) (MD = 11 meter; 95%-BI = -11 tot 33; n = 62; de bewijskracht is matig) of de ‘Incremental shuttle walk test’ (ISWT; MD = 9 meter; 95%-BI = -15 tot 34; n = 59; de bewijskracht is laag), maar wel als de fysieke capaciteit wordt gemeten met ‘Endurance shuttle walk test’ (ESWT; MD = 313 m; 95%-BI = 232 tot 394; n = 59; de bewijskracht is matig). In twee studies (n = 20) zijn ongewenste voorvallen gerapporteerd. In deze studies is één niet-ernstig voorval beschreven bij hydrotherapie. 

 

Overwegingen

De effecten van hydrotherapie zijn doorgaans gelijk aan die van landtraining. De kosten van een zwembad zijn hoog in aanschaf en onderhoud. Daarnaast zijn er praktische bezwaren, zoals de ruimte die een zwembad met bijbehorende faciliteiten inneemt en de tijd die het patiënten kost om met de training te starten. Voor patiënten met COPD is hydrotherapie echter een acceptabele trainingsvorm (McNamara 2015). Omdat de juiste faciliteiten niet zomaar voorhanden zijn, wordt hydrotherapie momenteel echter nauwelijks ingezet (Spruit 2014). In zijn algemeenheid wegen de voordelen van hydrotherapie niet op tegen de kosten en praktische bezwaren ervan. Hydrotherapie valt alleen te overwegen bij patiënten met bijkomende fysieke problemen die de conventionele training op het land ernstig beperken, zoals gewrichtsartrose en/of uitgesproken zwaarlijvigheid en/of als de patiënt een sterke voorkeur heeft voor fysieke training in de vorm van hydrotherapie.

De overwegingen en aanbevelingen komen voort uit de discussies die in de werkgroep zijn gevoerd aan de hand van het evidence-to-decisionformulier. Zie bijlage C.3.3.

    • McNamara RJ, McKeough ZJ, McKenzie DK, Alison JA. Acceptability of the aquatic environment for exercise training by people with chronic obstructive pulmonary disease with physical comorbidities: Additional results from a randomised controlled trial. Physiotherapy. 2015;101(2):187-92.
    • McNamara RJ, McKeough ZJ, McKenzie DK, Alison JA. Water-based exercise training for chronic obstructive pulmonary disease. Cochrane Database Syst Rev. 2013a;(12):CD008290.
    • McNamara RJ, McKeough ZJ, McKenzie DK, Alison JA. Water-based exercise in COPD with physical comorbidities: a randomised controlled trial. Eur Respir J. 2013b;41(6):1284-91.
    • Spruit MA, Pitta F, Garvey C, ZuWallack RL, Roberts CM, Collins EG, et al. Differences in content and organisational aspects of pulmonary rehabilitation programmes. Eur Respir J. 014;43(5):1326-37.