C.3.4 Wabb en Wbsn-z

Met de 'Wet algemene bepalingen burgerservicenummer' (Wabb)r introduceerde de overheid één persoonsgebonden nummer dat gebruikt zal worden als hulpmiddel voor het ontsluiten van persoonsgegevens (zoals naam, adres, geboortedatum, geslacht) in praktisch alle registraties met persoonsgegevens van de overheid. Met dit nummer, het BSN, kunnen persoonsgebonden gegevens doelmatig en betrouwbaar uitgewisseld worden binnen de overheid en tussen de overheid en burgers. 

Bij de inwerkingtreding van de Wabb op 26 november 2007 zijn de sofinummers van personen die staan ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie Personen (GBA) omgezet naar BSN’s. Nieuwe burgers ontvangen bij inschrijving in de GBA van een gemeente een BSN. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) besloot om ook in de zorgsector het BSN in te voeren. Kern van de wet die hierop betrekking heeft, de 'Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg' (Wbsn-z), is dat zorgaanbieders, zorgverzekeraars en indicatieorganen het BSN moeten opnemen in de eigen administratie én gebruiken bij onderlinge uitwisseling van gegevens over hun patiënten (persoonsgegevens, medischinhoudelijke en financiële en/of administratieve gegevens). Het doel van de wet is het verbeteren van de kwaliteit van de zorgverlening door betrouwbare gegevensuitwisseling in de zorg.

 

Identificatie en opvragen van het BSN

Bij uitwisseling van persoonsgegevens met gebruikmaking van het BSN mag er geen twijfel over bestaan op welke persoon het BSN en de gegevens betrekking hebben. Om er zeker van te zijn dat met een betrouwbaar BSN wordt gewerkt, moet de zorgaanbieder twee dingen doen namelijk: de patiënt identificeren én zijn BSN opvragen of verifiëren bij een betrouwbare bron.

Pas als de juiste persoon aan het juiste nummer is gekoppeld, kan er sprake zijn van betrouwbare gegevensuitwisseling met behulp van het BSN. De zorgaanbieder kan het BSN van een patiënt opvragen bij de Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg (SBV-Z)t, een betrouwbare bron, die haar gegevens ontleent aan de GBA. De SBV-Z vraagt de zorgaanbieders zich hierbij te identificeren en te authentiseren met behulp van een UZI-pas of een UZI-servercertificaat. Voor de uitgifte van UZI-middelen is het UZI-register ingericht.