C.4.1 Administratieve lasten, frustraties en inefficiëntie

De functionele mogelijkheden van ICT lijken vrijwel onbegrensd. Dat leidt tot verwachtingen, maar ook tot de constatering dat lang niet altijd aan die verwachtingen wordt voldaan. Dat geldt ook voor ICT in de zorg.

In rapporten van de Inspectie voor de Volksgezondheid (Inspectie voor de Gezondheidszorg, 2011) en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RV&S) (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, 2014) wordt gewezen op een aantal knelpunten in de samenwerking tussen IT-systemen die leiden tot inefficiëntie, toename van administratieve lasten en frustratie bij zorgverleners. In deze rapporten wordt geadviseerd om deze knelpunten op te lossen door afspraken te maken en IT-standaarden toe te passen, teneinde de benodigde ‘interoperabiliteit’ tussen IT-systemen te bewerkstelligen, opdat zorgverleners en patiënten daarvan optimaal kunnen profiteren.

Het rapport van de toenmalige Raad voor de Volksgezondheid en Zorg stelt hierover in haar samenvatting: ‘De informatievoorziening dient rondom de patiënt georganiseerd te zijn. Een adequate informatievoorziening is van essentieel belang voor een effectieve en efficiënte zorgverlening. Dit geldt zowel op microniveau voor patiënten en zorgaanbieders, als ook op mesoniveau, waar bijvoorbeeld zorgverzekeraars, instellingen en gemeenten gegevens nodig hebben voor toegankelijke en betaalbare zorg van goede kwaliteit voor patiënten, cliënten, respectievelijk inwoners. Op mesoniveau hebben zorgaanbieders ook spiegelinformatie nodig om zich te vergelijken met anderen en zich te verbeteren. Op macroniveau heeft de overheid gegevens nodig om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de geleverde zorg in Nederland te waarborgen. Daarnaast zijn gegevens noodzakelijk voor beleids-, uitvoerings- en onderzoeksdoeleinden. 

Op dit moment is er een aantal knelpunten. Zo missen patiënten informatie om actief te kunnen participeren in het zorgproces. Het kost patiënten bijvoorbeeld veel tijd en moeite om toegang te krijgen tot hun dossier. Zorgaanbieders zijn veel tijd kwijt met het aanleveren van, voor een deel vaak dezelfde, gegevens aan allerlei registraties. De interoperabiliteit tussen zorginformatiesystemen is onvoldoende door gebrekkige standaardisatie. Daarnaast zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar over de uitkomsten van zorg. Veel van deze knelpunten zijn het gevolg van een versnipperde en incomplete wijze van gegevens verzamelen en de diversiteit aan eisen die aan zorgaanbieders voor registratie en rapportage worden gesteld. Schotten in de zorg en verschillende belangen van partijen zijn hier mede debet aan. Wat betreft het registreren en gebruiken van uitkomstindicatoren scoort Nederland laag in vergelijking met andere landen, zoals Zweden, Singapore, Canada en Engeland.’

Mede op basis van deze aanbevelingen heeft de overheid, samen met stakeholders (vertegenwoordigd in het Informatieberaad), een meerjarenagenda vastgesteld om te komen tot een duurzaam informatiestelsel voor de zorg. Primair doel is om op de kortst mogelijke termijn bestaande knelpunten op te lossen.