A.4.1 Wijzigingen in Fysiotherapeutische dossiervoering in 2019

De KNGF-richtlijn ‘Fysiotherapeutische Dossiervoering 2019’ is een herziening van de KNGF-richtlijn ‘Fysiotherapeutische  dossiervoering 2016’. Het KNGF heeft voor deze herziening vanuit het fysiotherapeutisch werkveld een werkgroep samengesteld.

Het doel van deze herziening is te komen tot vermindering van administratieve lasten. Daarom is bij deze herziening zorgvuldig gekeken naar het terugbrengen van het noteren van gegevens tot de minimaal noodzakelijke. Dit is gedaan binnen de wettelijke kaders en met het behoud van de professionele autonomie van de fysiotherapeut en de kwaliteit van het fysiotherapeutisch handelen.

 


De KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische dossiervoering 2019 beschrijft welke onderdelen van het klinisch redeneren en welke dossiergegevens ten minste genoteerd moeten worden in een dossier. Het is aan de fysiotherapeut zelf te bepalen op welke manier, waar en in welke combinatie deze gegevens genoteerd worden.


 

Besloten is om in deze richtlijn onderscheid te maken tussen de volgende typen verplichte gegevens:

  • per definitie verplichte gegevens;
  • indien relevant verplichte gegevens.

Per definitie verplichte gegevens

Deze gegevens kennen een verplichting vanuit de 'Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst' (WGBO) of omwille van de relevantie voor het klinisch redeneren van de fysiotherapeut. Per definitie verplichte gegevens vormen het fundament van het dossier.

 

Op basis van de WGBO

Dit betreft gegevens die genoteerd moeten worden op basis van de WGBO. Informatie behorende tot deze gegevens dient altijd genoteerd te worden. Geen bevinding is in dezen dus ook een bevinding en dient als zodanig te worden genoteerd. De gegevens welke verplicht zijn op basis van de wet, zijn in deze richtlijn aangeduid met een asterisk (*).


Omwille van het klinisch redeneren

Dit betreft gegevens die genoteerd moeten worden omwille van het klinisch redeneren van de fysiotherapeut. Deze gegevens zijn noodzakelijk voor het fysiotherapeutisch klinisch redeneren en hiermee het behoud van de kwaliteit van het fysiotherapeutisch handelen. Informatie behorende tot deze gegevens dient altijd genoteerd te worden. Geen bevinding is in dezen dus ook een bevinding en dient als zodanig te worden genoteerd.

 

Indien relevant verplichte gegevens

Dit betreft bevindingen van de fysiotherapeut en/of omstandigheden van de patiënt die naar de beoordeling van de fysiotherapeut relevant zijn voor het vaststellen van een behandelplan en/of uitvoeren van een behandeling bij de individuele patiënt. Daarnaast betreft het gegevens die enkel onder bepaalde omstandigheden verplicht genoteerd moeten worden.

In de richtlijn ‘Fysiotherapeutische dossiervoering 2019’ is de keuze gemaakt om de term ‘methodisch fysiotherapeutisch handelen’ te wijzigen en te verbreden naar ‘fysiotherapeutisch klinisch redeneren’. Klinisch redeneren is ‘het proces van gegevens verzamelen, analyseren en interpreteren om gezondheidsproblemen in de klinische praktijk te begrijpen en op te lossen’. Klinisch redeneren doe je met hoofd, hart en handen; het is niet uitsluitend een cognitief proces. Het is zowel een impliciet proces (niet bewust, moeilijk uit te leggen) als een expliciet proces (bewust, goed uit te leggen) van besluitvorming. Hiermee wordt aangesloten bij internationale ontwikkelingen en inzichten betreffende klinisch redeneren ('clinical reasoning').