Best practices
Speciaal voor leden bieden we goede voorbeelden aan vanuit het werkveld verdeeld over twee categorieën: ‘Samenwerken in de wijk’ en ‘Zorgtechnologie’. Op deze pagina delen we alle goede voorbeelden. Wil je een goed voorbeeld delen? Stuur een mail naar Wineke Snel, portefeuille communicatie: communicatie@kngf-nfp.nl (opent in nieuw tabblad)!
Samenwerken in de Wijk
ALK Project
‘Ik werk als psychosomatisch fysiotherapeut in een praktijk met 6 collega’s. De locatie is in een gezondheidsplein waar veel disciplines onder een dak werken waaronder 2 huisartspraktijken met in totaal 6 huisartsen.
Er is veel contact, vooral over patiënten waarbij het herstel niet wil vlotten, patiënten bezorgd zijn om hun gezondheid en steeds weer in de spreekkamer komen. Om deze patiëntengroep beter te begeleiden hebben we met de huisartsen besloten een pilot op te zetten. De huisarts plant bij deze complexe problematiek een gezamenlijk consult in van ongeveer 45 minuten. In dit consult gaat een huisarts samen met een psychosomatisch fysiotherapeut en/of een haptotherapeut het gesprek met de patiënt aan.
De doelstelling van deze pilot is tweeledig. In de relatie met de huisarts is het belangrijk dat we op deze manier inzicht krijgen in elkaars werkwijze, o.a. de manier van communiceren, de metaforen die worden gebruikt en de uitleg die wordt gegeven.
In de relatie met de patiënt is het belangrijk dat de klachten serieus worden genomen en we laten zien dat we met elkaar willen zoeken naar een manier van behandelen die recht doet aan de klacht en de hulpvraag waarvoor de patiënt al vaker bij de huisarts is geweest.
Ook weten we als hulpverleners van elkaar wat er is besproken en welke afspraken precies zijn gemaakt. We kunnen daar altijd op terugkomen in het contact met de patiënt. In deze pilot hebben we nu 4 mensen gezien.
Het is ontzettend leuk en zinvol om op deze manier te werken. De patiënt voelt zich echt serieus genomen, hij/zij wordt erkend in zijn/haar klachten. Hierdoor is er merkbaar meer openheid voor de multifactoriële benadering van de klachten. Aan het eind van het gesprek maken we samen afspraken over hoe de begeleiding verder zal gaan en welke stappen moeten worden genomen.
Het enthousiasme van de deelnemende huisartsen is gegroeid, mede omdat de mensen die we tot nu toe hebben gezien veel minder frequent op het spreekuur komen.
Een keer in het kwartaal organiseren we als praktijk een informele informatieborrel voor alle huisartspraktijken en tijdens deze setting wordt erg enthousiast verteld over de resultaten tot nu toe. Op deze manier verwachten we dat we van de samenwerking steeds meer vorm kunnen geven.’
Masterthesis over complexiteit in casuïstiek
Onderzoek toont aan dat omgaan met patiënten met psychosociale problematiek belastend is voor de zorgverlener.

Klik op de afbeelding om de hele poster te zien.
Startende psychosomatisch fysiotherapeuten zijn nog in ontwikkeling van algemeen fysiotherapeut naar psychosomatisch fysiotherapeut, maar krijgen al dagelijks te maken zware problematiek in de eerstelijns praktijk. Door veranderingen in de Nederlandse samenleving neemt de complexiteit in de zorg(vraag) voor de psychosomatisch fysiotherapeut (PSF) toe. Het aantal patiënten met multifactoriële problematieken neemt toe door de stijgende prevalentie van mensen met multi morbiditeit, chronische klachten en de toenemende mate van stress. Daarnaast vraagt de druk op de tweedelijnszorg, waaronder de GGZ, om een verschuiving in het zorglandschap. Dit zorgt voor een toenemend aantal mensen met een (complexe) zorgvraag voor de PSF en de verwachting is dat dit verder zal toenemen.
Uit eerder onderzoek blijkt dat het behandelen van patiënten met psychosociale problematiek of persoonlijkheidsproblemen uitdagend is en zorgt voor kwetsbaarheid van de zorgverlener. Bijvoorbeeld: (te) veel empathie tonen kan leiden tot zogenoemde ‘’empathische vermoeidheid’’. Andere onderzoeken laten zien dat het inleven in de belevingswereld van de patiënt kan zorgen dat de therapeut de emoties van de patiënt gaat voelen. Dit verhoogt het risico op een toename van empathische uitputting bij therapeuten. Er bestaat een associatie tussen burn-out bij fysiotherapeuten en het contact met patiënten met distress.
De startende PSF is nog in ontwikkeling van algemeen fysiotherapeut naar PSF, maar krijgt al dagelijks te maken met psychosociale problematiek en complexe casussen. Dit onderzoek heeft in kaart gebracht wat startende PSF verstaan onder complexiteit in casuïstiek en hoe zij het ervaren om hiermee om te gaan.
Uit de analyse van interviews blijkt dat percepties van startende PSF van complexiteit in casuïstiek niet in één definitie kunnen worden gevat. Complexiteit is een combinatie van factoren. Des te meer factoren er meespelen en des te meer deze factoren elkaar beïnvloeden, des te hoger de complexiteit. Factoren die complexiteit bepalen zijn gericht op: de casus inhoudelijk, de patiënt (cognities, emoties, gedrag, persoonskenmerken) en het effect hiervan op de therapeut.
Therapeuten ervaren complexiteit als belastend en intensief, maar ook als leuke puzzel. De kunst is om de balans te houden tussen complexiteit enerzijds en manieren om hiermee om te gaan anderzijds (zie figuur op de poster). Strategieën en competenties die genoemd worden om te kunnen omgaan met complexiteit zijn bijvoorbeeld: ‘inchecken’ bij zichzelf, spanning (h)erkennen en reguleren en even stil staan of gaan wandelen. Beschikbare tijd gedurende de werkdag wordt genoemd als belemmerende factor. Therapeuten voelen niet de tijd om de genoemde zelfzorg-methodes toe te passen. Zowel dit onderzoek als eerdere studies bevelen therapeuten aan zich bewust te blijven van hoe zij zich voelen en hierop te reflecteren. Als de complexiteit te hoog wordt, komt de therapeut terecht in uitdagingen en kost het te veel energie.
Met het oog op de toenemende complexiteit voor de PSF wordt geadviseerd om dit onderwerp verder te onderzoeken en aandacht voor te hebben binnen de beroepspraktijk. Er is namelijk noodzaak om overbelasting van de therapeut te voorkomen.
Bent u benieuwd naar de hele masterthesis, naar de gebruikte literatuur of wilt u verder sparren over dit onderwerp? Neem contact op met Charlot Ruhe via charruhe@gmail.com.
Disfunctioneel ademen: Samenwerking Longartsen ziekenhuis MST Enschede en Netwerk Psychosomatiek Twente (NPT)
Binnen ziekenhuis MST Enschede was er bij de longartsen behoefte aan namen en adressen van psychosomatisch fysio- en oefentherapeuten waar zij patiënten met de diagnose disfunctioneel-ademen, eventueel gecombineerd met een andere diagnose, zoals astma, COPD, status na longontsteking, Covid, longembolie etc. naartoe konden verwijzen voor behandeling.
Sinds twee jaar is er een samenwerking tussen de afdeling longgeneeskunde van het MST en het NPT.
Met de vraag van de longartsen ging Jolien Jentink, destijds werkzaam als psychosomatisch fysiotherapeut in het MST en in de eerste lijn en reeds jaren behandelaar van deze groep patiënten, naar het NPT, waarvan zij lid is.
Vervolgens heeft het NPT een informatieve avond georganiseerd waarbij longarts Ilonka Van Veen uitleg heeft gegeven over de meest voorkomende longpathologie en Jolien over het fenomeen disfunctioneel ademen en de psychosomatisch fysiotherapeutische behandeling hiervan.
Nadien is er een praktijkworkshop georganiseerd voor leden van het NPT met belangstelling voor deze doelgroep. In de praktijkworkshop is Jolien dieper ingegaan op het fenomeen disfunctioneel ademen en zijn er gezamenlijk adem- en ontspanningstechnieken geoefend die geschikt zijn gebleken voor de doelgroep. In de benaderingswijze staat centraal dat ademen vanzelf gaat. Patiënten krijgen o.a. tools om via het beïnvloeden van hun spanningstoestand hun ademhaling meer ruimte te geven. De technieken zijn niet alleen toepasbaar in rust, maar ook tijdens activiteiten als ADL en sport.*
De longartsen hebben de gegevens van de psychosomatisch therapeuten nu digitaal beschikbaar en geven patiënten een geprinte lijst mee met adressen waar zij naartoe kunnen voor behandeling en daarnaast een verwijzing voor de therapeut met informatie over de diagnose. Van de therapeuten wordt verwacht dat zij over het verloop van de behandeling schriftelijk rapporteren aan de longarts en bij bijzonderheden contact opnemen.
Inmiddels bestaat de samenwerking nu ca twee jaar.
Ilonka: “Disfunctioneel ademen komt veel voor maar wordt niet altijd als zodanig herkend. Het is voor ons als longartsen heel prettig om te weten waar deze patiënten terecht kunnen. Inmiddels is er een behoorlijk netwerk ontstaan van professionals (Netwerk Psychosomatiek Twente) waar we onze patiënten naar toe kunnen verwijzen. De samenwerking verloopt goed en het is heel fijn dat we een terugkoppeling krijgen over de behandeling, die we dan vervolgens weer met de patiënt kunnen bespreken”.
Jolien: “Het is fijn om met elkaar deze service te kunnen bieden. Op deze manier kunnen de longartsen gericht verwijzen, krijgen de therapeuten goede informatie over de diagnose en worden patiënten adequaat behandeld in hun eigen omgeving“.
*Bronnen o.a.:
- “De mindful fysiotherapeut” Peter van Burken
- “Ademen wij vanzelf?” Jan van Dixhoorn en Bram Balfoort
- “Sport, adem en energie” Bram Balfoort en Aalt Aalten
- “Ontspannen simpel en snel” Laura Mitchell
Samenwerking in de wijk: de kracht van verbinding
Werkbezoek aan het Dufayhuis in Amsterdam
Onlangs (januari 2025) ontvingen we Thirza Douglas (voorzitter NFP) en Lodi Hennink (voorzitter KNGF) in het Dufayhuis, een uniek gezondheidscentrum in Amsterdam-Zuid waar zorg, welzijn en de buurt samenkomen. De visie van ‘positieve gezondheid’ is wat ons verbindt. Het is de taal die we met elkaar spreken in dit huis. Samen met Tjeerd Hulsman, actieve buurtbewoner die zich inzet voor stadsdorp Vondeldorp, Gerard Böttcher, voorzitter van de Stichting Dufayhuis, en de fysiotherapeuten Ariane Hagen, Maarten Schiffelers en Rachèl Ozinga vond er een inspirerende uitwisseling plaats.
Dit werkbezoek benadrukte opnieuw hoe belangrijk het is dat we als psychosomatisch fysiotherapeuten niet op ons eiland blijven, maar actief contact zoeken met andere disciplines en betrokken partijen in de wijk.
Tijdens het werkbezoek werd de lunch verzorgd in het Dufaycafé. Een sociale ontmoetingsplek voor medewerkers uit het huis en voor de buurt. Waar de gasten bediend worden door de dames uit de wijk en vriendelijk worden begroet door gastheer Peter. Gedurende de rondleiding raakte Lodi Hennink geïnspireerd door de warme en kleurrijke gangen en behandelkamers en kletsten we in de apotheek met de apotheker en een client. De sfeer in het Dufayhuis is informeel en laagdrempelig. Rachèl, collega psychosomatisch fysiotherapeut, werkt graag actief samen met het sociaal domein en ervaart dat deze samenwerking enorm waardevol is voor het welzijn van de patiënt. Een succesverhaal is dat meerdere van haar patiënten zijn gaan werken in de Dufay tuin, wat bijdraagt aan de bevordering van de zingeving als onderdeel van hun herstel. Dit werkbezoek benadrukte opnieuw hoe belangrijk het is dat we als psychosomatisch fysiotherapeuten niet op ons eiland blijven, maar actief contact zoeken met andere disciplines en betrokken partijen in de wijk. Dit illustreert hoe essentieel het is om breder te denken dan de zorgverlening in de behandelkamer. De kracht van psychosomatische fysiotherapie ligt ook in het ontwikkelen van veerkracht en het begeleiden naar een betekenisvol leven. Hiervoor is samenwerken met de wijk en andere zorgverleners noodzakelijk.
De rol van de praktijkhouder en de werknemer
Van werknemers wordt proactiviteit verwacht; zij dienen initiatief te nemen en verbinding te maken met andere disciplines en welzijnsmedewerkers uit de buurt. Dit was een aspect van de werkplek waar Rachèl direct door werd aangetrokken. De praktijkhouders – Ariane, Maarten en Pieterjan – stimuleren deze werkwijze en bieden de collega’s ruimte om hun eigen rol hierin te ontwikkelen. Tegelijkertijd ligt hier ook een taak voor de werkgever: wees je bewust van de sterktes van je personeel en weet wie je naar voren moet schuiven om initiatieven mogelijk te maken.
De wens voor multidisciplinaire bekostiging
Een belangrijk punt dat tijdens het werkbezoek naar voren kwam, is de belemmering die we ervaren door de huidige financieringsstructuur. Ariane Hagen verwoordde het treffend: “Wij werken met enorm veel enthousiasme, vaak in onze eigen tijd, aan multidisciplinaire samenwerking, maar een structurele bekostiging ontbreekt’’. Dit terwijl de meerwaarde duidelijk is: patiënten profiteren van zorg die op meerdere niveaus is afgestemd, waarbij niet alleen naar fysieke klachten wordt gekeken, maar ook naar de sociale en psychologische context.
Wat verwachten wij van onze beroepsvereniging, het KNGF?
Wij verwachten dat onze beroepsvereniging zich hard maakt voor betere randvoorwaarden voor deze multidisciplinaire samenwerking met het sociale domein en de buurtbewoners. Dit betekent niet alleen pleiten voor betere bekostiging, maar ook het stimuleren van netwerken die deze samenwerking bevorderen. Een sterke verbinding met het sociale domein kan hierbij een onderscheidende factor zijn, zoals wij in onze praktijk hebben ervaren.
Slotgedachte
Het werkbezoek liet zien hoe gedreven we als beroepsgroep zijn om de zorg te verbeteren De opkomst van Tjeerd en Gerard was inspirerend. Dit onderstreept opnieuw het belang van verbinding en samenwerking. Hoewel Gerard niet op de foto staat, was zijn bijdrage waardevol. Dit is de toekomst van de psychosomatische fysiotherapie: niet alleen behandelen, maar ook actief bijdragen aan een gezondere wijk.
Zorgtechnologie
VR Bril
‘Pijn is een uiting van je brein wanneer het de conclusie heeft getrokken dat je in gevaar bent.
Als psychosomatische fysiotherapeut ben ik samen met de patiënt op zoek naar wat hun brein als gevaar ziet. Veel voorkomende gevaren zijn: ik heb pijn dus er zal wel iets niet goed zijn op die plek. Als behandeling kiezen we dan oa voor pijneducatie en visualisatie oefeningen (een veilig verhaal maken van de pijnlijke plek in het lijf of van de activiteit die pijn oproept).
Reducept, via een VR bril een reis door je zenuwstelsel maken met pijneducatie en gevaren boodschappers neutraliseren past dus helemaal bij mijn al bestaande aanpak. Onze praktijk heeft hem nu voor een jaar gehuurd. Ik heb hem nu bij 5 à 10 mensen gebruikt.
De eerste patiënt gebruikte hem in de tijd dat ik een maand op vakantie was (via een collega). Haar reactie was dat ze blij was toch met haar pijnbehandeling verder te gaan en dat het een leuke afwisseling was, maar dat ze de pijneducatie en oefeningen van mij prettiger vond omdat het dan specifiek over haar ging. Dat is wel wat ik van de meeste patiënten hoor: ‘Wauw wat gaaf en mooi en je zit er echt helemaal in. Maar wel erg algemeen’.
Dat is ook wat ik merk; de patiënten zitten er echt helemaal in. Ze horen mijn getik achter de computer niet. Dus administratietijd is zeker een voordeel! En ik kan me voorstellen dat het er helemaal inzitten ook een voordeel kan zijn voor betere uitkomsten ten opzichten van visualisatie in gedachten, maar dat is nog niet onderzocht volgens mij.
Ik had gedacht dat ik hem als enige van de praktijk zou gaan gebruiken, maar ik denk er nu over om m’n collega’s (niet PSF) de bril uit te leggen. En als de patiënten na die “algemene” bril behandeling specifiekere uitleg en behandeling willen kunnen ze naar mij verwijzen!
Conclusie: leuk ding, handig voor behandeling continueren, past binnen behandelprotocollen ALK, je zit er helemaal in, maar… Wij psychosomatische fysiotherapeuten zijn (nog niet) vervangbaar gelukkig!!!’