Loonsverhogingen alom. Waarom niet in de fysiotherapie?
‘Recent hebben we de berichten kunnen lezen over de loonontwikkeling buiten en binnen de zorg. Die is niet mis. Gemiddeld stijgen de lonen met zeven procent. En de fysiotherapeuten in de eerste lijn zullen wederom achter het net vissen met minimale tariefstijgingen die de inflatie niet bijhouden. Hoe kan zoiets zots bestaan?’

Dat vraagt KNGF-voorzitter Lodi Hennink zich af. ‘Wat we hier zien, is een uitwas van de marktwerking in de zorg’, zegt hij. ‘De fysiotherapeuten worden platgedrukt door het falen van het zorgstelsel, dus het systeem, omdat er voor ons helemaal geen marktwerking is. Daar moet op worden ingegrepen door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).’
Deze overheidsinstantie is de zogeheten marktmeester die uitwassen van het systeem kan en móet beteugelen, aldus Hennink. ‘Daarom klopt het KNGF daar op de deur. De NZa heeft de mogelijkheid in te grijpen door genormaliseerde minimumtarieven vast te stellen. Verzekeraars stellen de bodem van de tarieven dan niet meer vast, dat gebeurt dan op overheidsniveau. Dat verlangt het KNGF van de NZa.’
Markt voor fysiotherapie faalt
Een kleine twintig jaar geleden is de marktwerking in de zorg geïntroduceerd. Tarieven van fysiotherapie zouden tot stand moeten komen door het spel van vraag en aanbod. Maar wie nu de balans opmaakt, ziet dat voor onze beroepsgroep hier helemaal niets van terecht is gekomen. ‘Fysiotherapeuten kunnen slechts tekenen bij het kruisje en het KNGF is het wettelijk verboden om namens de hele beroepsgroep over tarieven te onderhandelen. Er is dus helemaal geen marktdynamiek omdat wij als fysiotherapeuten geen tegenkracht kunnen ontwikkelen als het over beloning gaat.’
Verzekeraars klem
Aan de kant van de verzekeraars speelt een probleem waar de fysiotherapeut het slachtoffer van is. Fysiotherapie zit landelijk gezien voor pakweg zeventig procent in de aanvullende verzekering. En juist met de aanvullende verzekering concurreren de verzekeraars onderling. Die concurrentie vindt plaats op basis van prijs van de polis. De aanvullende verzekering moet zo goedkoop mogelijk zijn om de marktpositie te behouden.
‘En dan gaat het voor ons mis, want dat betekent dat de vergoeding aan de fysiotherapeuten zo laag mogelijk wordt gehouden, verduidelijkt Hennink. “Nemen wij dit de verzekeraars kwalijk? Ja en nee. Ja, want ze gaan al geruime tijd door de bodem van tarieven die nog eerlijk en moreel te verdedigen zijn. Maar ook nee. Want als een enkele verzekeraar ons als fysiotherapeuten meer gaat betalen en zijn concurrenten doen dat niet op hetzelfde moment, dan wordt alleen van deze zorgverzekeraar de aanvullende premie duurder. Zodoende prijst hij zichzelf uit de markt. Ook de verzekeraars zitten dus vast, zou je kunnen zeggen.’
Marktfalen
Wat nu? ‘Het probleem zit ‘m in wat economen marktfalen noemen. Dat is het geval als de markt op hol slaat en maatschappelijke schade veroorzaakt. En daar hebben we nu driedubbeldik mee te maken. Want de slechte beloningen van de fysiotherapie vertalen zich in het weglopen van collega’s uit het vak. Zodadelijk zijn er tekorten aan fysiotherapeuten die nooit meer kunnen worden ingelopen. Wie is daar uiteindelijk de dupe van? Inderdaad, de patiënt!’
Minimumtarieven – NZa
De effecten van het marktfalen moeten worden aangepakt. De overheidsinstantie die kan ingrijpen op de tarieven is de NZa. ‘Daar is nu de focus op. We willen dat de tarieven in de toekomst een minimum kennen dat door de NZa wordt vastgesteld. Alle verzekeraars hebben zich daar dan aan te houden. Binnenkort gaat de formele brief op de post naar de NZa met het verzoek het marktfalen te beteugelen door met een besluit de tarieven te normaliseren’, aldus Lodi Hennink.
Het laatste nieuws

‘Fit4Surgery geeft fysiotherapie kansen, ondanks besluit Zorginstituut’
