Ga naar de inhoud

IZA-monitor: patiënten het meest positief over de fysiotherapeut

Begin september is de 1-meting ten behoeve van de monitoring van het Integraal Zorgakkoord (IZA) aangeboden aan de Tweede Kamer, de ‘IZA-monitor: Beweging naar een sterkere eerste lijn’. Belangrijke uitkomst: patiënten zijn binnen de eerstelijnszorg het meest positief over de fysiotherapeut. Maar daar ligt uiteraard niet het zwaartepunt van deze monitor. Het doel is namelijk het volgen van de ontwikkeling van de beweging naar een sterkere eerste lijn.

De monitor richt zich specifiek op vier ambities:

  1. Een sterkere organisatie in de eerste lijn
  2. Het effectief inzetten van beschikbare capaciteit in de eerste lijn
  3. Passende zorg in de eerste lijn
  4. Het omgaan met veranderende patiëntenstromen.

Veel beweging, niet altijd in de juiste richting

Wat zien we in deze 1-meting? Ten eerste valt op dat er veel beweging is, maar niet altijd in de gewenste richting. De belangrijkste punten voor onze beroepsgroep: 

  • De beschikbare capaciteit voor fysiotherapie neemt af, terwijl verder in de eerste lijn de personele capaciteit toeneemt.  
  • Patiënten/consumenten ervaren deze capaciteitsproblemen (fysiotherapie wordt als tweede genoemd, na de huisartsenzorg).  
  • Fysiotherapeuten staan met de apothekers op de eerste plaats voor wat betreft het aantal gehonoreerde subsidievouchers voor het versterken van de monodisciplinaire organisatiegraad.  
  • De huidige bekostiging, financiering (en marktwerking) is een beperkende factor in samenwerking. 
  • Fysiotherapeuten scoren na de huisartsenzorg het hoogst op het betrekken van patiënten bij hun behandeling (samen beslissen). 
  • Zorggebruikers zijn het meest positief over de fysiotherapeut!

Belangrijke aanbeveling voor de fysiotherapie

In de monitor staat een belangrijke aanbeveling, waarin expliciet aandacht wordt gevraagd voor onze beroepsgroep: 

“Beroepsverenigingen wordt aanbevolen om aandacht te besteden aan het inzichtelijk maken van personele capaciteit; niet alleen de ontwikkeling in aantal werkzame mensen in de zorg, maar ook de initiatieven op het gebied van taakherschikking en het anders organiseren van zorg. Dit is van belang voor alle sectoren binnen de eerste lijn, maar in het bijzonder voor de fysiotherapie, waar sprake is van een dalende capaciteit, terwijl deze beroepsgroep een belangrijke rol kan spelen in zowel preventie als behandeling van gezondheidsproblemen. Er is passend beleid nodig om deze sector toekomstbestendig te ondersteunen en in te zetten bij de groeiende zorgvraag.”