Column van Lodi Hennink: Co(ncu)llega’s
Dat er een grote uitstroom uit de beroepsgroep plaatsvindt, merken we elke dag. Vacatures zijn steeds moeilijker op te vullen, en steeds vaker ontstaan er wachtlijsten. Voor de zorg in de eerste lijn is dit zeer schadelijk.

Zoals jullie weten, zijn we als KNGF op allerlei fronten actief om zoveel mogelijk collega’s binnenboord te houden. De gewenste invoering van minimumtarieven door de Nederlandse Zorgautoriteit zien wij daarbij als een effectief instrument. Maar als we de nadelen van de uitstroom even vergeten en ons een Cruijffiaanse wijsheid herinneren: “Elk nadeel heb z’n voordeel.” Zijn er dan voordelen te bedenken van de uitstroom?
Jawel, en dat voordeel is dat door de schaarste aan fysiotherapeuten de onderlinge concurrentie kan afzwakken. Want zeg nou eerlijk, het is binnen de beroepsgroep jarenlang zo geweest dat we met enige argwaan naar de collega om de hoek keken, omdat die behalve vakgenoot ook potentiële concurrent was. Tijdens mijn ronde door het land hoor ik steeds vaker het positieve geluid dat dat concurrentiegevoel flink is afgezwakt. Er is voor ieder van ons meer dan voldoende werk, en daardoor kunnen we onderling meer ontspannen met elkaar omgaan.
Merkt de patiënt daar iets van? Het lijkt er zeker op, want doorverwijzen naar een collega die net iets meer ervaring heeft op bepaalde vlakken wordt gemakkelijker. Zelfs als de patiënt daarna wegblijft, blijft de wachtkamer vol genoeg. En de patiënt is sneller op de optimale plek voor behandeling.
Maar er is nóg een voordeel van het nadeel. Nederland vergrijst en het aantal zorgverleners krimpt. De tekorten in de zorg worden dus van twee kanten groter en groter. Een uitdaging van jewelste, want wie zorgt er voor ons als we tachtig zijn? Een van de remedies is meer interdisciplinair samenwerken. Zowel in de wijk als regionaal, waardoor de effectiviteit van de zorg een flinke impuls krijgt.
Het is dus alle hens aan dek, ook voor ons als fysiotherapeuten. De afname van de onderlinge concurrentie is daarbij een blessing in disguise. samenwerken in grotere verbanden, krachten bundelen en collegiaal uit dagingen aangaan wordt daardoor allemaal een stukje makkelijker. Deze ontwikkelingen krijgen nu al flink vorm. Er is bijna landelijke dekking van regionale samenwerkingsverbanden van fysiotherapeuten. Deze samen werkingsverbanden zijn ons gemeenschappelijke aanspreekpunt voor ziekenhuizen, andere zorgverleners in de eerste lijn, het sociaal domein en verzekeraars. Samen staan we sterk, én samen kunnen we meer. We kunnen inhaken op de grote bewegingen in de zorg en zo de positie van de fysiotherapie verstevigen.
Ook interessant

Begeleid sporten helpt hartpatiënten
Begeleid sporten verbetert de mentale gezondheid en kwaliteit van leven bij patiënten met coronaire hartziekten.

Betere diagnostiek nodig voor nekpijn
Een pilotstudie toont aan dat mobilisatie effectief lijkt te zijn bij mensen met een aantoonbare bewegingsbeperking.

‘Runningframe helpt jonge kinderen om meer te bewegen’
Kinderen met lichamelijke beperkingen bewegen vaak te weinig.