Ga naar de inhoud

Aan de slag met hartrevalidatie voor samenwerkingsverbanden

Wanneer je als samenwerkingsverband aan de slag wilt met hartrevalidatie dan kun je gebruik maken van een aantal implementatietools.

Deze vind je op de themapagina hartrevalidatie. Daarnaast worden in de Praktijkrichtlijn Hartrevalidatie (2024) aanbevelingen beschreven ten aanzien van:

  • De organisatie van zorg
  • Het diagnostische proces
  • Het therapeutische proces

Een belangrijke wijziging t.o.v. de vorige richtlijn is dat de huidige richtlijn niet meer uitgaat van een standaard hartrevalidatieprogramma, maar uitgaat van persoonsgerichte zorg, waarbij het klinisch redeneren van de therapeut en het samen beslissen met de patiënt centraal staat. Dit past bij de ontwikkelingen in de zorg.

De regioadviseurs zijn nauw betrokken bij zowel mono als multidisciplinaire samenwerkingsverbanden door heel Nederland waarvan sommigen ook bezig zijn met hartrevalidatie. De regioadviseur kan je in contact brengen met een van de kartrekkers van deze initiatieven om zo ook voor jouw regio een plan te maken.

Bekostiging

Een belangrijke belemmerende factor in het implementeren van deze aanbeveling in de eerstelijn is de huidige financieringsstructuur. Op dit moment wordt de fase II hartrevalidatie enkel in de tweede- of derde lijn vergoed via de diagnose-behandelcombinatie (DBC) voor medisch specialistische zorg door de cardioloog. Daar waar transmurale samenwerkingsverbanden zijn gestart, zijn afspraken gemaakt op basis van zgn. onderlinge dienstverlening tussen intramurale instellingen en de eerstelijn.

Het tot stand komen van deze samenwerkingsverbanden is bemoeilijkt doordat dit administratieve en financiële lasten voor zowel de hartcentra als de fysiotherapeut met zich meebrengt. Immers zal fysiotherapeut in de eerstelijn specifieke afspraken moeten maken met de intramurale instelling en moeten declareren bij de instelling.

Genomen acties

Ter bevordering van de implementatie van de KNGF-richtlijn Hartrevalidatie, zijn er de volgende acties uitgevoerd door het team Kwaliteitsbeleid en Belangenbehartiging met het doel een eenvoudigere financieringsstructuur op te kunnen zetten voor hartrevalidatie bij de fysiotherapeut in de 1e lijn.

  • Gesprekken gevoerd met het Zorginstituut Nederland
  • Gesprekken gevoerd met de NZa

Conclusie

Er is momenteel geen wettelijke aanspraak voor hartrevalidatie in de 1e lijn. Hierdoor is er ook geen bijpassende prestatiecode. Op de korte termijn zijn er geen mogelijkheden om dit te veranderen. Zelfs indien we op korte termijn een algemene aanspraak vanuit de basisverzekering krijgen en er derhalve wel een 1e lijns aanspraak zou zijn, dan nog is er reeds betaald voor fysiotherapie in de DBC. Het declareren in de eerstelijn zal dan nog steeds niet mogelijk zijn, tenzij deze fysiotherapeutische revalidatie uit de DBC (constructie in het ziekenhuis, afspraak tussen verzekeraar en medische specialistische revalidatie) wordt gehaald.

Maar voorbeelden uit verschillende regio’s tonen aan dat het uitvoeren van hartrevalidatie in de 1e lijn door de fysiotherapeut wel degelijk mogelijk is. Dit op onderlinge dienstverlening uitgevoerd wordt. Hierbij lijken er 3 mogelijke situaties:

  1. Een eerstelijns praktijk heeft zich in de (dure) intramurale zorginstelling gevestigd en behandelt in principe alle cliënten vanuit de instelling.
  2. Een of meerdere eerstelijns praktijken hebben een netwerk afgesproken met de intramurale zorginstelling voor de behandeling van hun cliënten in de eerste lijn. Er wordt rechtstreeks gedeclareerd bij de intramurale zorginstelling.
  3. De regionale fysiotherapie organisatie (RFO) speelt een coördinerende en contracterende rol voor de fysiotherapeuten.

Voor meer informatie vraag je regioadviseur.

Het laatste nieuws