Paramedische richtlijn parkinson met beslisondersteuning
A.2 Doelstelling
Deze richtlijn dient als handleiding voor de behandeling van patiënten met de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson. Het document is opgesteld voor de algemeen fysiotherapeut, ongeacht de setting waarin deze werkzaam is. De aanbevelingen in deze richtlijn zijn gebaseerd op systematisch literatuuronderzoek en praktijkervaring van fysiotherapeuten met veel kennis op het gebied van de ziekte van Parkinson.
De aanbevelingen gelden niet automatisch ook voor de minder prevalente atypische parkinsonismen, zoals vasculair parkinsonisme, progressieve supranucleaire paralyse (PSP), multipele systeematrofie (MSA) en parkinsonisme dat wordt veroorzaakt door medicatie. Bij deze atypische parkinsonismen kunnen stoornissen of beperkingen voorkomen die ook optreden bij de ziekte van Parkinson. Als de mentale functies van deze mensen therapietrouw niet in de weg staan, zijn de aanbevelingen in deze richtlijn wellicht ook voor hen te gebruiken. Deskundigen verwachten echter dat het effect van interventies bij deze mensen minder lang zal aanhouden.
Deze richtlijn is opgesteld voor de algemeen fysiotherapeut, ongeacht de werksetting. De aanbevelingen zijn geformuleerd na het systematisch doorzoeken, selecteren en beoordelen van bewijs. De adviezen zijn tot stand gekomen op basis van zowel wetenschappelijk bewijs als de praktijkervaring van fysiotherapeuten met veel kennis op het gebied van de idiopathische vorm van de ziekte van Parkinson; de term ‘idiopathisch’ duidt op het feit dat de ziekte door een nog onbekende oorzaak ontstaat.
De aanbevelingen gelden niet automatisch ook voor de minder prevalente atypische parkinsonismen, aandoeningen die bij aanvang van de klachten erg op de ziekte van Parkinson lijken, maar naarmate de ziekte vordert, zich anders ontwikkelen.
Voorbeelden van atypische parkinsonismen zijn vasculair parkinsonisme, progressieve supranucleaire paralyse (PSP), multipele systeematrofie (MSA) en parkinsonisme dat wordt veroorzaakt door medicatie. Bij deze atypische parkinsonismen kunnen dus stoornissen of beperkingen voorkomen die ook optreden bij de ziekte van Parkinson. Als de mentale functies van deze mensen therapietrouw niet in de weg staan, zijn de aanbevelingen in deze richtlijn wellicht ook voor hen te gebruiken. Deskundigen verwachten echter dat het effect van interventies bij deze mensen minder lang zal aanhouden.