Obstipatie bij kinderen van 0 tot 18 jaar (2015)

Op initiatief van Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde en het Nederlands Huisartsen Genootschap is in 2007 gestart met de ontwikkeling van de richtlijn Obstipatie bij kinderen van 0 tot 18 jaar. Namens het KNGF heeft mw. A.M.W.L. (Netty) Bluyssen de fysiotherapie vertegenwoordigd in de werkgroep. In 2008 heeft het KNGF de richtlijn geautoriseerd. In 2015 heeft de laatste revisie plaatsgevonden

Obstipatie is de meest voorkomende gastro-intestinale aandoening op de kinderleeftijd. Geschat wordt dat tenminste 100.000 kinderen in Nederland functionele obstipatie of solitaire fecale incontinentie hebben. Kinderen met functionele obstipatie kenmerken zich door een vaak pijnlijke harde en infrequente defecatie (< 3x / week) vaak in combinatie met fecale incontinentie (onvrijwillig verlies van ontlasting) en buikpijn. Kinderen met solitaire fecale incontinentie, het onvrijwillig verliezen van ontlasting in het ondergoed na de leeftijd van 4 jaar, hebben alleen fecale incontinentie en geen andere symptomen van obstipatie. Dit is een aparte entiteit. Wij beperken ons in deze richtlijn tot kinderen met functionele obstipatie.

Een systematische review toonde een prevalentie van obstipatie op de kinderleeftijd variërend van 0.7% tot 29.6% in Westerse en niet-Westerse landen. Amerikaans onderzoek toonde aan dat 3% van alle kinderen die naar een kinderarts wordt verwezen obstipatie heeft. Dit percentage neemt toe tot 25% bij alle kinderen verwezen naar een kinderarts maag-darm-leverziekten (MDL). Bij kinderen met cerebrale parese (= cerebral palsy) of autisme wordt obstipatie gerapporteerd tussen 26% en 74%. Daarnaast heeft 32% van de extreme dysmaturen (< 750 g) obstipatie.

Obstipatie leidt veelvuldig tot potentieel invaliderende gevolgen, zoals buikpijn en frequent schoolverzuim en soms zelfs tot sociaal isolement en depressiviteit, en tot hoge kosten. Deze potentieel ernstige gevolgen maken een optimale en snelle aanpak van het probleem noodzakelijk. Desondanks is de kennis over de oorzaak en behandeling van obstipatie bij kinderen in zowel de eerste-, tweede-, en derdelijnsgezondheidszorg beperkt. Dit heeft tot gevolg dat er grote variatie bestaat in het beleid met betrekking tot diagnostiek, behandeling en follow-up van kinderen met obstipatie tussen de verschillende behandelaren in de eerste-, tweede-, en derdelijnsgezondheidszorg.

Een enquête onder Nederlandse kinderartsen uit academische en algemene ziekenhuizen liet zien dat er vanuit deze beroepsgroep een grote behoefte bestaat aan een evidencebased richtlijn over obstipatie. Daarnaast gaf het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een hoge prioriteit aan het ontwikkelen van een richtlijn over obstipatie bij kinderen.

Bekijk de volledige richtlijn hier