Onderzoek HU: ‘Hoge werkdruk en stress in de fysiotherapie’
Te hoge werkdruk, te weinig geld voor innovatie en scherpe tweedeling in de fysiotherapie. Dat is in het kort de uitkomst van de eerste kleine bedrijvenindex (KBI) Fysiotherapie van de Hogeschool Utrecht. Dit onderzoek onder fysiotherapiepraktijken is uitgevoerd in samenwerking met de Stichting Keurmerk Fysiotherapie, de Werkgeversvereniging Fysiotherapie, het Innovatie Platform Fysiotherapie en het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie.
Hoge werkdruk en stress-score
Uit het onderzoek blijkt dat de werkdruk in de fysiotherapie buitensporig hoog is. Dit is mede te verklaren vanuit verstorende factoren zoals hoge energierekeningen, het hoge ziekteverzuim en personeelstekorten. Dat alles resulteert in veel hogere stressscores (65 op 100) dan in het mkb in het algemeen (51 op 100). Van de respondenten geeft 40% een score aan (hoger dan 76), die geassocieerd wordt met een burn-out, tegen 21% bij andere mkb-sectoren. Bij fysiotherapiepeuten is de werkstress zodanig hoog dat zij mogelijk aan ernstige burn-out klachten leiden, zoals constante vermoeidheid en slaapproblemen. De hoge stressscores in de fysiotherapie kunnen er tevens op duiden dat men steeds meer behandelingen moet verrichten om de marges en het ondernemersloon op peil te houden.
Investeringen in fysiotherapie noodzakelijk
Het onderzoek toont eens temeer aan dat investeringen in de fysiotherapie noodzakelijk zijn, anders kan de beroepsgroep niet bijdragen aan de gewenste beweging naar passende zorg. Daar zit een probleem omdat er sprake is van een scherpe tweedeling in de fysiotherapie: ongeveer de helft van de praktijken heeft een redelijke financiële positie, maar grofweg de andere helft van de praktijken – waarin meerdere fysiotherapeuten actief zijn - kunnen niet vanuit eigen financiële middelen vernieuwen. De marges en het eigen vermogen zijn daarvoor te laag. De financiële ruimte om te veranderen en innoveren naar een sterke regionale positie van de fysiotherapie is over het geheel genomen onvoldoende. Het aantrekken en vooral vasthouden of delen van personeel kan de druk op de fysiotherapiesector verlagen, maar dat is moeilijk aangezien juist veel fysiotherapeuten vanwege de slechte arbeidsomstandigheden het vak verlaten. Een gezamenlijke (regionale of nationale) aanpak is sterk aan te bevelen, waarbij het aantrekkelijk houden van het vak - inclusief beloning - de uitstroom zou kunnen beperken.
De beroepsorganisaties willen met de betrokken stakeholders (ministerie van VWS, zorgverzekeraars, politiek) in gesprek om gezamenlijk deze problemen het hoofd te bieden.
Bekijk het onderzoek hier.