
Hoe gaat het met jouw samenwerkingsverband?
Afgelopen 20 juni zijn bestuurders van samenwerkingsbanden uit het hele land bijeengekomen voor de bestuurlijke conferentie in Hollandscheveld om onderling ambities te delen, elkaar te inspireren en informatie uit te wisselen.
Binnen de groep bestuurders is er onder andere gediscussieerd over de vraag of nog meer verantwoordelijkheden bij de fysiotherapeut, zoals bijvoorbeeld een taakherschikking met de huisarts, wel wenselijk is voor de beroepsgroep. Er is al weinig capaciteit. Echter, het kan ook een grotere aantrekkelijkheid van het vak opleveren en in sommige regio’s zijn fysiotherapeuten juist blij met deze uitdaging erbij.
Workshops
Het tweede deel van de dag konden de bestuurders deelnemen aan een workshop Valpreventie of Overgewicht bij Volwassenen & Kinderen. Daarnaast konden ze in gesprek op basis van twee best practices op het gebied van samenwerking in de regio Fynon en FKN. Er kwamen praktische zaken naar voren, maar ook tools en concrete uitwerkingen van programmaplannen, werkboeken, overeenkomsten en overwegingen om bepaalde keuzes te maken als bestuurder van een samenwerkingsverband.
Knelpunten en tips bij samenwerkingsverbanden
In het gesprek met de twee best practices kwamen een aantal knelpunten en daarbij horende tips naar voren waar zij tegenaan liepen in het proces van samenwerken en regionaliseren:
-
Bestuurders zijn vaak heel gedreven, maar vergeten de achterban hierin mee te nemen waardoor leden sneller afhaken. Soms zijn er ook verschillende visies binnen een bestuur of verlopen gesprekken met andere stakeholders stroef.
Kom als bestuur met een duidelijke uniforme missie en visie. Neem de achterban goed mee en betrek leden actief bij de activiteiten. Bijvoorbeeld door een verplicht aantal uren te vragen als investering, verplichte aanwezigheid bij overleggen en online ledenuurtjes. Betrek jongere therapeuten bij je plannen; dit kan het werkplezier verhogen en ze voorbereiden op een bestuursfunctie. Verdiep je in de verschillende belangen bij samenwerken met andere disciplines.
-
Door tijdgebrek lever je onverhoopt minder kwaliteit op.
Klein beginnen en stap voor stap uitbreiden. Start met één concreet product zoals bijvoorbeeld de GLI of valpreventie. Ook een structuur waarin vakinhoudelijke werkgroepen in het samenwerkingsverband zijn ingebed, blijkt goed te werken. Administratieve ondersteuning en een goed CRM-systeem kan druk bij bestuurders wegnemen.
-
Wat doe je met de data binnen je samenwerkingsverband en hoe kun je aangesloten praktijken hierbij betrekken?
Dataverzameling is nu soms nog een drempel voor praktijken. Neem ze mee in de mogelijkheden. De Landelijke Database Fysiotherapie (LDF) gaat doorontwikkeld worden voor samenwerkingsverbanden, dus de kwaliteit van de data die aangeleverd wordt moet eenduidig zijn om vervolgens ook deze data goed te kunnen gebruiken voor analyses binnen je samenwerkingsverband.